Nieuwe schandalen of oude onopgeloste kwesties

Falend gerecht
Of falende magistraten


Hebben we te maken met een falend gerecht, of zijn er een aantal magistraten die als gevolg van normvervaging of om andere redenen hun werk verzuimen en zo minstens de indruk wekken dat het recht niet meer functioneert? Alleszins leeft bij het publiek de indruk dat het recht in onze samenleving onder druk staat en dat magistraten, advocaten en politiediensten de rechten van de burger niet meer kunnen laten gelden. Een artikel in Humo deze week met twee strafpleiters wekt eens te meer de indruk dat rechtpleging enkel om strafrecht gaat, terwijl het systeem veel meer om het lijf heeft dan alleen het vergelden van misdaden van gemeen recht. Moord en doodslag moeten bestraft worden, maar ook de beslechting van conflicten tussen burgers, tussen instituties en overheden versus burgers van onschatbaar van belang…net om erger te voorkomen.

Maar er zijn de schandaaltjes en schandalen, er zijn de traag werkende magistraten en er zijn de steeds weer uitstel vragende advocaten. De onvrede met het falende gerecht lijkt iedereen te beheksen, wat tot verregaand wantrouwen aanleiding geeft. De samenleving, waarin onafhankelijke rechtspleging, onafhankelijk van de publieke macht een centrale functie heeft, met name voorkomen dat overheden burgers willekeurig zouden behandelen, kan niet zonder een minimaal wederzijds vertrouwen omtrent de rechtspleging. Een ander aspect van de rechtspleging is minstens even belangrijk, waarbij de magistraat zonder aanziens des persoons advocaten van machtige bedrijven, economische machten dus, niet het voordeel van de twijfel zou geven, maar net “blind” zou bejegenen. Dit aspect van de rechtspleging kan men niet zomaar uit het oog verliezen en hier zou men de rechtssociologie meer aan het woord moeten laten, als die zich houdt aan objectieve data, al zal blijken dat meten alleen niet volstaat.

Nu een magistraat van de handelsrechtbank in nauwe schoentjes zit, blijkt eens te meer hoe menselijk het gerecht eindelijk is, hoezeer menselijke emoties en aanhankelijkheden hun rol kunnen spelen. Wie echter gelooft dat een computer betere antwoorden zou verzinnen op de rechtsvragen, zal ook bedrogen uitkomen, want de kans bestaat dat die machinale rechtspleging net te weinig discretionair te werk gaat, wat ons brengt bij de vaststelling dat het juridische apparaat uitermate complex is geworden, net omdat de verwachtingen hoog gespannen blijken.

Sinds een kwart eeuw zijn de problemen bij justitie bekend en werden pogingen ondernomen om de achterstand, de procedures en andere aspecten van strafvordering en strafuitvoering tegen het licht gehouden in commissies en studies. Zeggen dat er niets ondernomen werd, kan men maar moeilijk staande houden, of er voldoende werd gedaan, blijft een moeilijk op te lossen vraag. Ook de organisatie van de rechtspleging was en blijft voortdurend stof voor discussie leveren, waarbij overheden elkaar bevechten om toch geen eigen competenties of macht te verliezen. Dit is menselijk, al te menselijk en bepaalt, naar ons inzicht in hoge mate de onmogelijk op te lossen hydra van problemen waar het gerecht mee te maken heeft.

In dit kader kan niemand voorbij aan de normen waaraan het recht en de rechtspleging dienen te beantwoorden, steeds verder verfijnd werden en worden, zie het aspect “discriminatie”, dat niet enkel de zwakke partij dient, maar ook, merkwaardig genoeg, steeds weer ook door de sterke partij in een geding pleegt in te roepen. De bejegening van de slachtoffers van mis- en andere wandaden, de juridisering van geneeskunde, onderwijs, het beroepsleven, het huwelijks- en familierecht hebben niet enkel voor overbevraging gezorgd, maar ook voor steeds complexere rechtsfiguren, waar leken zich geen weg meer mee weten. Het formalisme in de rechtspleging, dat in beginsel de partijen tegen partijdigheid moet beschermen, kan ook tot onrechtvaardig aangevoelde rechtsvinding aanleiding geven, waardoor we steeds meer het gevoel krijgen met een grote rechtsonzekerheid te moeten leven.

Leggen we al die stukjes bij elkaar, dan is ernstig debat nodig om het rechtswezen voor deze tijd adequater te hertekenen. Het argument dat veel van het bestel nog dateert uit de onderneming van Napoleon Bonaparte (1798 – 1815) het gerechtelijke apparaat in Frankrijk en de geannexeerde gebieden te moderniseren, maakt op ons niet zo een grote indruk, zeker niet om het daarom op de schop te nemen. Een aantal deugdelijke principes zijn toen door ernstige juristen in een voor die tijd passende vorm gegoten. Vandaag hebben we nieuwe mogelijkheden, mobiliteit van de partijen, van de politiediensten, van de magistraten, communicatiemogelijkheden waarbij grote volumes data gemakkelijk gedigitaliseerd kunnen worden en bezorgd worden, waardoor enkele goede ideeën van toen opnieuw overdacht moeten worden. Hoe zal men gerechtelijke omschrijvingen, arrondissementen definiëren, wat het aantal te voorziene zaken, de complexiteit van de betwistingen en de noodzakelijke specialismen in hoofde van de magistraten aangaat. Als we hierop al een antwoord hebben, dan zal men ook de procedures zelf opnieuw, in het licht van de actuele technische mogelijkheden moeten bekijken. Maar de principes waarop het gebaseerd is, hoort te zijn, de onafhankelijkheid van de magistratuur en van de individuele magistraten, zowel ten aanzien van de politieke overheden als ten aanzien van economische machten dient men voorop te blijven stellen. Ook dient men daarom de ethische aspecten van het ambt opnieuw te onderzoeken, wat – voor zover we via de uitgebreide bibliografische info op het internet konden vaststellen – ook bezig is, om de rechtszoekende magistraat in het ambt te versterken.

Finaal zal men als samenleving opnieuw een consensus dienen te vinden over de vraag hoe we de rechtspleging vertrouwen kunnen. Een politiestaat wil niemand, maar als we merken hoever burgers hun eigen veiligheid willen opdrijven zonder te beseffen dat het hun eigen vrijheid van handelen in het gedrang brengt, dan beklemt de vrees ons dat we in wezen wel voor de anderen een politiestaat willen. Ook ten aanzien van jongeren zal men moeten zien of alleen de uithandengeving van bijna volwassen veelplegers wel de oplossing vormt. Inzichten over opvoeding, de rol van ouders én andere volwassenen kan hier niet buiten beschouwing blijven.

Om kort te gaan, we zullen niet enkel de vele beroepsbekwaamheden van de magistratuur en de magistraten moeten bekijken, maar zeer zeker ook als burgers onze houding ten aanzien van de principes en fundamenten van het recht moeten accepteren. Niet blindweg, maar met de nodige kennis van zaken. Hier spelen de media onvoldoende de mogelijkheden uit, want wie kan zich herinneren dat er over rechtspleging of de vrede van de publieke ruimte ooit een interessante documentaire is gemaakt. In wezen nemen we aan dat iedereen de grondslagen van de samenleving, het recht en de politieke machtsmiddelen vertrouwd is, maar helaas is dit niet het geval, ook al omdat wat men sinds de jaren 1970 als burgerschapsvorming bestempelde weinig met deze materies bezig is geweest.

Besluit

De aperte malaise in het gerechtelijke apparaat belangt vooral de samenleving, dus de burgers aan en het is van belang dat hierover ernstig van gedachten gewisseld wordt, ook in de publieke sfeer en in de brede media. Saai mag het lijken, het is van belang dat we als burgers de principes en grondslagen van het recht opnieuw onder de knie krijgen; of eindelijk onder de knie krijgen. Hiermee correleert de vraag hoe recht en moraliteit zich tot elkaar verhouden. Ook hierover kan men maar beter het debat opnieuw starten, kwestie van de overtrokken verwachtingen omtrent het recht wat te temperen. Het risico vandaag dat we van het rechterlijke apparaat niet enkel juridische conclusies in de vorm van vonnissen krijgen, maar ook morele consignes, komt ons te groot voor, want het recht kan hoogstens wat als moreel juist gezien wordt in rekening brengen, maar nooit het ethische handelen van personen sturen, alleen achteraf sanctioneren. Met dat alles zal men overigens nog wel enige tijd doende zijn, maar dat mag niet verhinderen dat we de discussie over het falende gerecht zien als een politieke strijd, maar als een politieke onderneming van groot gewicht, waaraan men zich niet kan onttrekken.

Bart Haers
woensdag 26 augustus 2009

Reacties

  1. In mijn studententijd, meer dan 35 jaar geleden, las (en kocht) ik ,na een terloopse wenk van prof. Dr Marcel Storme het prachtig boek van P.Calamandrei “Lof der rechters” (vertaald uit het Italiaans door Mr HW Keuls en uitgegeven door L.J.C.Boucher te Den Haag in 1963.

    (Nu onvindbaar, tenzij in antiquariaat misschien).

    Ik beveel iedereen die begaan is met het “maatschappelijk debat “ (wat een gruwelijk bombastische uitdrukking) van harte de lectuur aan van dit meesterwerkje .

    Ter proeve dit citaat:
    "121. Ook het uur van geestelijke ontspanning, dat de vermoeide kan vinden aan de dis in prettige conversatie met vrienden en kennissen, is het de rechter verboden, want een artikel van het wetboek, dat hem met wraking bedreigt, indien hij blijkt “geregeld tafelgenoot” te zijn geweest van een gedaagde, noopt hm zijn maaltijden liever in ascetische eenzaamheid te nuttigen. Ook dit moet de jonge rechtsgeleerde weten, wanneer hij op het ogenblik , dat hij bij de rechterlijke macht zal gaan, zijn hart ondervraagt om zeker te zijn van zijn roeping: dat gedurende zijn noviciaat in het provinciestadje, waar hij, misschien nog ongetrouwd, zal worden benoemd tot rechter, zijn tafeltjje in het enge restaurant van de stad eenzaam en stil zal zijn: de enige disgenoot bij zijn maaltijd toegelaten, onzichtbaar maar toch aanwezig, is zijn onafhankelijkheid.”

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een mooie wenk, waarvoor dank. Ik hoop inderdaad met m'n reflectie over het onoverzichtelijke gebied van recht, rechtsspraak etc dat er niet teveel calamiteiten in te vinden zijn. Maar kan men iemand verhinderen in het huidige klimaat proberen overzicht te krijgen. Dus, een mens probeert het dan maar zelf. Dus dank voor uw reactie.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts