In tijden van crisis en schandalen

Crisis en schandaalsfeer

De samenleving, de burgers krijgen bijna dagelijks berichten over het falen van het gerecht, over politici die zich te buiten gaan aan onkosten en zakenlui die voor corruptie niet terugschrikken. Het verhaal dat deze krant brengt over een zaak van afpersing is dan ook instructief.

Maar het is wel duidelijk én pijnlijk dat we zo in een sfeer terecht komen van scandalitis en dat het vertrouwen tussen burgers en overheid zeer erg te lijden heeft. Een verwijzing naar het interbellum mag niet de suggestie wekken dat we het ergste vrezen, al moeten we vaststellen dat de sfeer er niet vrolijker op wordt. Het punt is natuurlijk dat we het gerecht haar werk moeten laten doen en dat journalisten kennis waarover ze beschikken niet mogen achterhouden. Het is ook wat te eenvoudig dat politici, magistraten en anderen zich nu gedeisd zouden moeten houden, wel dat wie boter op het hoofd heeft, zich plooit naar de bevindingen, opdat het zelfreinigend vermogen, waarover we sinds een aantal weken al te vaak horen spreken, haar werk zou doen.

Het heeft allicht te maken met het feit dat men ethiek is gaan zien als iets dat alleen het eigen handelen terwille van het eigen welzijn en welbevinden betreft. Dat men enkel zelf voor het eigen handelen verantwoordelijk kan tekenen, spreekt voor zich, maar het gaat niet om het eigen welbevinden alleen: de gevolgen treffen ook anderen en dan wordt ethiek toch iets anders dan een lijstje musts en vooral dont's. Susan Neiman beschrijft in haar boek "morele helderheid" hoe goede bedoelingen alleen niet volstaan, de wijze waarop men goede doelstellingen realiseert verdienen ook kritisch onderzoek. Het komt ons voor dat politici, magistraten, wij allen, want we zitten ook als burgers in datzelfde schuitje, hier gemakzuchtig aan voorbij gaan. Voor alles is er een uitleg en sommigen komen daar mee weg, anderen niet.
Omdat we de dubbele last van schandaalsfeer en crisis niet kunnen dragen, zou men zich moeten afvragen hoe we de schandaalsfeer snel en grondig kunnen wegwerken. Er zijn de afgelopen veertig jaar voldoende schandalen geweest, van Ibramco over de milieuboxen via Agusta tot en met Fortisgate - al is dat laatste een geval buiten proportie - om te beseffen dat men die schandalen finaal wel oplossen kan. Maar een zaak rond Beaulieu blijft hangen, misdaad lijkt alom tegenwoordig (zoals het dynamiteren van een bank of het roven van koper bij de spoorweg) zodat mensen hun vertrouwen in de instellingen verliezen.

Hoe men dat oplossen kan, blijft de hamvraag. Of politici bereid zijn hun zelfverzekerde houding wat bij te stellen, valt te betwijfelen, want een weifelende politicus is een vogel voor de kat. Toch zal men dienen te proberen aan de schandaalsfeer iets te doen. Anders zullen we moeten beseffen dat een stoute premier, een stoute regering orde op zaken stellen zal. Hierover dienen we hard na te denken en vooral ernaar te handelen. Het zoeken naar oplossingen in structuren heeft overigens niet zo heel veel zin. Mensen zullen zichzelf in vraag te stellen, wat bijzonder moeilijk valt, als men overtuigt is van het eigen gelijk.

Ook zal de huidige situatie van de burger vergen dat deze kaf en koorn weet te scheiden en niet zomaar het hele “bordeel” zal afwijzen. Deze oproep mag dan wat naïef klinken, het is duidelijk dat we de verworvenheden niet zomaar zelf op de helling kunnen zetten, al lijken veel mensen vandaag wel bijzonder gebelgd door de heersende schandaalsfeer en het klaarblijkelijke onvermogen van politici om hiervoor oplossingen te voorzien. Het punt is natuurlijk ook dat men bij zichzelf te rade moet gaan: zou men zelf van de vleespotten afblijven, als die daar zomaar voor het grijpen lijken? Men kan de eigen weerstand niet zomaar overschatten. Toch zal men vanuit de politiek, advocatuur en magistratuur vragen moeten stellen: iemand vrijpleiten waarvan men weet dat die veel boter op het hoofd heeft, zelfs teventueel ten koste van derden, is dat de opdracht van de advocaat? De cliënt heeft recht op verdediging en dient zo goed mogelijk bijgestaan te worden, daar kan geen twijfel over bestaan. Maar toch, hoever kan een advocaat daarin gaan? De eigen faam groeit natuurlijk met het pleiten van moeilijke dossiers, maar dient men ook niet over de maatschappelijke orde te waken? Als de sterke het wint in processen, ook als blijkt dat er veel scheef zit, schept dat de indruk dat de rechter er niet in asslaagt het evenwicht te herstellen. Men dient zich bewust te zijn van de moeilijkheid en gevoeligheid van dit vraagstuk, want men heeft nu eenmaal altijd wel goede argumenten.

Rechtszekerheid, gelijkheid voor de wet en billijkheid van vonnissen vormen de basis voor vertrouwen in het juridische systeem. Mensen zijn feilbaar, daarom zijn er beroepsmogelijkheden, maar we dienen te weten dat de kost van deze procedures niet voor iedereen acceptabel zijn. Bovendien hebben we de indruk dat in sommige zaken de sterke juist argumenten van de zwakke hanteert, zoals het verbod te discrimineren, waardoor rechtsfiguren hun betekenis verliezen. Het is dringend nodig dat deze aspecten van het recht opnieuw centraal komen te staan en dat we als samenleving beseffen dat niet enkel de ander hier verantwoordelijk is. In die zin is het verhaal van Fortis en van de crisis zelf een argument om niet vanuit van grote zekerheden te vertrekken. De staat, het recht, de samenleving vertoont vandaag nogal wat smetten en toch, we mogen niet aannemen dat het geheel verrot is. Maar vandaag, helaas, lijkt er geen andere benaderingen mogelijk en dat stemt ons triest, zeer triest.

Bart Haers

Reacties

  1. . . . . Aldus sprak mijnheer pastoor van op de kansel zijn schapen toe.
    Dat is zo een beetje de toonaard waaraan deze blog mij doet denken.
    Gelieve in de geschiedenis der mensheid enig tijdperk aan te wijzen zonder crisis en schandalen . Je mag je zelfs beperken tot de west-europese geschiedenis: van de griekse polis over de romeinse staat, de feodale middeleeuwen, enz.…, of je neemt bijvoorbeeld zelfs de zogenaamde “gewijde geschiedenis”.
    Geschiedenis is een samenvattend woord voor crisissen en schandalen.
    “Politieke schandalen bieden een fascinerende ingang tot contemporaine politieke zeden en gewoonten. Ze vertellen ons veel over (verschuivende) normen en normoverschrijdingen, over de macht en machteloosheid van de pers, over de haat-liefde verhouding tussen journalistiek en politiek, over de invloed van de publieke opinie.
    Politieke schandalen zijn cultuurbepaald: wat geldt als schandalig verschilt van plaats tot plaats en van tijd tot tijd. Het politieke schandaal kan daarom gezien worden als een indicatie van bestaande normen in een politieke cultuur die overschreden worden. Een belangrijke vraag daarbij is of het betreffende schandaal een incidentele inbreuk op dat normenstelsel was, of eerder gezien moet worden als het topje van de ijsberg van een corrupt politiek systeem. Een politiek schandaal zegt daarom veel over de manier waarop politieke macht uitgeoefend wordt en over de vraag of er een wisselwerking bestond tussen politieke macht en de publieke controle daarop. “ enz enz.
    Ik word een beetje moe van de bovenstaande saaie academische woordenbrij.
    Soms denk ik: waarom maakt hij zich daar nu zo druk over, dat hij er zelfs een blog moet over schrijven?
    Waarom niet eens rustig op een terrasje zitten (bijvoorbeeld op de markt in Brugge), en genietend van een glaasje frisse fijne bourgogne, de druk door elkaar wriemelende mensen bekijken; ieder individueel mensje zijn eigen weg gaande. En zich verplaatsend in wat bij ieder van hen afzonderlijk, op zelfde ogenblik door hun nooit stilstaande gedachtenstroom heengaat, zich afvragen : waarmee zijn al die medemensen nu bezig? Met de hedendaagse politieke schadalen en crisis? Wel neen! Met hun hoogst persoonlijke “crisissen en schandalen”, met andere woorden met hun eigen “geschiedenis”.Amen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nee, een pater ben ik niet, zeker geen schijnheilig paterken. Maar u leest de zaak wel heel anders dan ik had verwacht, want zoals u opmerkt en ik laat blijken, is het des mensen zich al eens op dwaalsporen te begeven of zich te misdragen. Bernard Mandeville heeft dat in "de wereld gaat aan deugd tenonder" met frisse overtuigingskracht betoogt.
    Wat mij zorgen baart is het zeer scherpe wantrouwen tussen zogenaamde gewone mensen en de zogenaamde elites.
    En ja, ik zit wel eens op een terrasje en kijk wel eens naar een fraai draaikontje, maar het belet niet af en toe eens na te denken over wat we beleven.
    U meent dat we ons aan preken te buiten gaan? Kan zijn, maar dan was dat alleszins niet de bedoeling. Ik zal het niet kunnen laten zeker.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts