de razende herdenkingswoede


Leven in het onvoorspelbare
De waarheid over de oorlog



Een schrijver in oorlog - Vasili Grossman en het Rode Leger, 1941-1945, 2006 vertaald in het Nederlands door Antony Beevor en Loeba Vinogradova, uitgeverij Balans

De weg die we gaan willen we kennen, van begin tot einde, maar toch willen we avontuur, verrassingen, het onverwachte. We zijn mensen en willen het ene én het andere, zodat we af en toe met lege handen staan. Maar zelfs als we het avontuur willen, mag niet fout gaan, moeten we veilig thuis komen.
Het komt ons voor dat we zo niet enkel handelen in zaken van geld of bezit, maar op alle vlakken lopen we speurend naar elk gevaar, maar tegelijk hopen we dat het onverwachte gebeuren mag. Onze wegen zijn in vele opzichten dan ook zeer doorgrondelijk, al hopen we dat niemand dat merkt. De dagboeken, notities en bedenkingen van de burger in de oorlog heeft wel een grote indruk gemaakt op ons. Ook al omdat het boek onbarmhartig de waarheid over de oorlog laat zien. Een andere reden is dat we ons wel kunnen vinden in de gedachte dat we de oorlog niet begrijpen.

1. Herdenkingsroes

Tijden van herdenkingen zonder einde beleven we: de aanvang van de oorlog in 1939, het eren van de slachtoffers van Franco, de kwestie of Israël te ver gaat dan wel of ze het recht hebben zich zo te gedragen omwille van de ellende van de Holocaust, alles draait en maalt door elkaar, zodat een mens er elk gevoel van richting bij verliest. Ook WO I komt opnieuw dichterbij, althans, we zijn bezig dag na dag sporen van de oorlog te vinden en er steeds weer de interpretatie aan te geven die ons nu goed uitkomt. We gedenken de soldaten, maar vergeten dat de soldaten mensen zijn, die in de oorlog trachten te leven. Daarom is het boek van Grossmann voor ons een boeiende leeservaring. We kunnen niet anders dan behoedzaam met de herinnering omspringen.
Toch blijft de aandacht voor de auteur beperkt en zelfs wat onderkoeld. Steeds meer lijkt WO II een soort alibi te zijn om niet verder te hoeven kijken naar wat er toen allemaal is voorgevallen en wat de betekenis ervan wel mag zijn. De strijd waaraan Grossman deelnam tegen het fascisme was voor hem echt wel tegen het fascisme gericht, maar uiteindelijk zou hem de gelijkenis tussen Stalin en Hitler niet ontgaan. Zijn omgang met soldaten en officieren in het Rode Leger, met de troepen die in Stalingrad vochten tegen de troepen van von Paulus en het 6de leger, waarbij de poort naar de olievelden opengelegd moest worden, laten zien hoe immens de beproevingen geweest moeten zijn. Maar ook de onbegrijpelijke bereidheid eigen mensen op te geven om koste wat het kost militaire doelen te bereiken, spreekt uit deze bladzijden. De soldaten evenwel vochten, omdat ze begrepen dat ze veel te verliezen hadden als Rusland de oorlog verloor. De heldenmoed in dit boek is voor ons zonder meer onvatbaar, hoeveel pogingen we ook ondernemen.

2. Een onbegrijpelijke oorlog

Het geografische aspect van de oorlog, de enorme afstanden en het tijdsverloop bij sommige acties doen een mens duizelen. Dat geografische krijgt bij de opmars van de Russische soldaten naar Duitsland ook nog een andere betekenis: waarom hebben die Duitsers, die in een mooi geordende tuin wonen zich de vele ontberingen in Rusland, in de modder en de koude getroost? En de wreedheden die onderweg ontdekt werden, van de kampen en de Sonderkommando’s die Joden in Oekraïne moesten ombrengen en commissarissen van de partij opruimen. De modder en de kou tegen een goed georganiseerd wegennet, prachtige huizen, mooie voorsteden, dat was voor de troepen die uit het verre Siberië kwamen, schier onbegrijpelijk. De wreedheid van de Russische troepen tegen Duitse burgers mag ons niet ontgaan, omdat dit vaak uitgelegd wordt als wraak, van de soldaten zelf, maar deels ook vanwege Stalin. Wat was bevolen wreedheid en wat was de houding van de soldaten zelf? Het zijn aspecten die in de politieke constellatie naderhand een nieuwe propagandistische rol hebben gespeeld.
Wezenlijk voor ons is wel dat we met de lectuur van Grossman’s oorlogsdagboeken nog meer doordrongen raakten van de vaststelling dat Hitler, Stalin, maar ook andere topfiguren in hun pogingen de zaken te beheersen er in feite een grotere knoeiboel van maakten dan nodig was. De generale staf, die alle troepen-bewegingen plande en grote plannen koesterde, was vaak niet op de hoogte van de situatie aan het front. Het waren de frontofficieren die de beslissingen op het terrein namen, die het falen van Stalin met hun succes nog scherper lieten zien. De grote fouten van Stalin aan het begin van de oorlog, met vele verliezen voor gevolg vindt een spiegelbeeld in het negeren van Hitler van de informatie die van de fronten komt. De oorlog leiden vanuit een centrale bunker leek logisch en efficiënt, een voortzetting ook van de geest van Napoleon, die ook met eigengereide beslissingen grote resultaten had geboekt, maar over veel kleinere legers – zelfs een half miljoen soldaten was plots geen noemenswaardig leger meer – en veel minder snelle informatiestromen kon beschikken. De telefoon, telegraaf en radio zorgden al voor een ongemeen snelle spreiding van informatie, maar die informatie kon blijkbaar niet steeds met goed gevolg verwerkt worden. Net op dit terrein zou het manoeuvreren met grote legers nog moeilijker worden. De veelheid aan informatie raakt niet tijdig verwerkt en bovendien, strijdige berichten werden als details opzij geschoven.
Het is een van de vragen die sinds de golven van pacifisme in de jaren 1980 onze contreien doorkruisten steeds heeft bezig gehouden: hoe zou men vandaag nog zo een oorlogen kunnen voeren? Want we zien dat er wel degelijk langdurig gestreden wordt, maar in andere regio’s met weinig hightech en slechte wegen. Het verschil met de jaren zestig en de strijd tegen de inzet van troepen in Vietnam is een ander probleem dat onze aandacht vasthoudt, want ook hier waren aspecten van voorspelbaar falen aan de orde. Waarom? Omdat men een oorlog aanving in een regio die men niet goed kende en waar men minder greep had op de bevolking. Daarom ook was Irak gedoemd een foute boel te worden, omdat men verkeerde doelstellingen hanteerde. Maar ook faalde de “war on terror” omdat men geen vijand heeft nog eensgezind over de middelen kan besluiten. Erger, de middelen overstemmen het doel.

3. Een loodzware erfenis

Want uiteindelijk was zowel bij de geallieerden als bij de As-mogendheden de bereidheid om te vechten groot en de soldaten kregen ook steun. Grossman zelf begrijpt waarom in Oekraïne de hongersnood van 1930-1931, die buiten proporties moet zijn geweest, nawerkte toen de Duitsers binnenvielen en de bevolking tot samenwerking bereid was. Het moet ons duidelijk zijn dat de vele gezichten van de oorlog en vooral de feitelijke onvoorspelbaar verloop ervan, zoals ook in Arnhem bleek – we herdenken dezer dagen Market Garden – toen de operatie op onverwachte Duitse weerstand stootte, waardoor het niet lukte vanuit het Noorden het Ruhrgebied binnen te dringen. Dat er aan Britse zijde fouten gemaakt zijn, staat vast, maar de belangrijkste blijft de onderschatting van de vijand. De gevolgen van dit falen: wellicht een paar maand meer oorlog en vooral de Hongerwinter, want fort Holland, een van de belangrijkste bastions, bleef intact tot in maart, april 1945, waardoor onrechtstreeks vele duizenden stierven en andere erge honger kenden.
Het zijn deze opmerkingen over de oorlog die we zelden of niet te lezen te krijgen als het over WO I en II gaat: zelfs al is Toback tegen de benaming van het Fochplein, in wezen kan hij nergens aangeven waarom hij de veldmaarschalk zijn rol als wreker van de moordpartij in Leuven, anno 1914 zou miskennen. Ook het oorlogstoerisme vindt in onze ogen weinig genade. Goed, dat men de soldatenkerkhoven met respect behandelt en dat de Britten daar een goed voorbeeld gaven, mag het geval zijn, nergens blijkt uit dat men het ware gelaat van de oorlog kennen wil.

4. Hoe wordt men strijder?

Het probleem is namelijk dat men deze oorlog ziet als een duidelijk verhaal, waarbij men graag verwijst naar bronnen achteraf, naar de zinloosheid van de oorlog, terwijl voor de tijdgenoot, zowel soldaten, officieren, politici als burgers de oorlog een feit des levens was, waar men probeerde levend uit te komen. De gouwdegen krijgt vaak meer krediet dan de slimme officier die met een minimaal verlies aan mannen en materiaal succes weet te boeken. Het ware gelaat van de oorlog, dat kennen we van Goya, maar ook dichterbij hebben mensen geprobeerd dat te beschrijven. Grossman is wellicht een bijzondere stem in het koor. “Leven en Lot” laat zien hoe lastig het moet geweest zijn in het onvoorspelbare bestaan van de Sovjetburger een planmatige aanpak te vinden. Het ware gelaat van de oorlog uitschrijven, was wat hij wilde, als journalist en als schrijver, in een wereld waar men best niet teveel van zichzelf prijs gaf, dat moet een heksentoer geweest zijn. Toch is duidelijk dat we met Grossman een inkijk krijgen in het oorlogsgebeuren dat alleen Ernst Jünger hem had voorgedaan. Maar Jünger streed zelf mee aan de zijde van de Duitsers in WO I en laat zien dat voor sommige soldaten de kick van het strijden werkelijk iets doet. Ook in deze dagboekaantekeningen zien we hoe soldaten en officieren bij momenten van hun oorlogservaringen kunnen genieten. Voor ons blijft dat aspect van het gebeuren net als enige nationale trots een onbevattelijke emotie, waar we tegelijk naar lijken te hunkeren. De zucht naar kicks, waardoor we ons voelen (op-)leven is voor velen zeer sterk en zelfs begrijpelijk, maar veel ruimte voor avontuur hebben we dan ook niet.
Overigens blijft het ons opvallen dat men de soldaat ziet als een moordmachine. Dat lijkt complexer uit te vallen dan men denkt: oorlogje spelen is gemakkelijk, eens men tegenover de vijand staat, zal men niet zomaar zal schieten, omdat het een onmiddellijke daad is, zelfs al heeft men een geweer of machinegeweer in de hand. Het feit dat hij schrijft over de vele gevallen van zelfverwonding, grijpt wel aan, omdat we merken dat hij de soldaten in de strijd begrijpt. Echter, als het menens wordt, als de Duitse veroveringsmachine zich aan wreedheid te buiten gaat, ook tegenover de soldaten zal de bereidheid om terug te vechten wel groeien, dan wordt het een grote vaderlandse oorlog. Dat blijkt ook uit deze bladzijden en we moeten er ons van bewust zijn dat Stalin deze omkering eindelijk maar node heeft aanvaard. Ten eerste omdat het natuurlijk niet paste in de idee van het socialisme om het vaderland te geven, ten tweede omdat er veel energie was gestoken in het afbreken van de oude samenlevingsverbanden, waaronder zeer zeker ook de oude dorpsgemeenschappen. Maar de Russen werden plots opnieuw Russen, ondanks de wisselende gevoelens tegenover Stalin en het communisme.

5. Schuldig onbegrip

West-Europa heeft zich nooit echt om de herdenking van de oorlog in het oosten bekommerd en ook nu zien we niet voldoende in hoe tragisch die oorlog voor Polen, Hongarije, Tsjechië, zelfs Oostenrijk geweest is. Net de oorlog tegen Stalin heeft Hitler verloren, maar hebben ook de westerse mogendheden verloren, omdat ze nooit of zeker niet afdoende de strijdbaarheid van dat Oosten hebben begrepen, noch de rancune, de haat tegenover Moskou: Polen werd verdeeld in 1939 en door het pact van Molotov en Von Ribbentrop. Oekraïne had een hongersnood achter de rug en de Baltische staten verloren niet enkel hun onafhankelijkheid, maar ook hun eigenheid. Ook het optreden van Rusland na 1991 en zeker onder Poetin en Medvedev hebben draagt de sporen van de complexe oorlog en van het optreden van opperofficieren. Soldaten vechten in opdracht en voor derden, zegt men vaak, maar juist Poetin heeft begrepen dat hij die Russische fierheid opnieuw had aan te spreken, omdat de oude SU die waarde genegeerd had. Het bedreigde moederland, daar gaat hij vanuit en dat lijkt ons te ontgaan.
Meer nog, de ontwikkeling van Rusland na Stalin heeft nooit een oplossing kunnen vinden voor het nationale vraagstuk, maar de Russen hebben zelf vaak die oplossing aangedragen, ook de tegenstanders van het regime. Breznjew was wellicht voor het systeem de beste garant dat er niets zou veranderen, na de avonturen met Kroetsjov, maar tja, beide waren onder Stalin al actief en betrokken bij de hoge nomenklatura. We moeten dus die oorlog en de betekenis ervan voor de Russen als volk en als individuen niet onderschatten. Zeker niet omdat men wist en voelde dat men ook dan nog gevolgd werd en zo nodig vervolgd.

6. De onmogelijke alliantie

Met dat alles weten we dat vechten bij minus 30° C echt geen pretje was, dat Hitler de campagne te gunstig had ingeschat en dat Stalingrad een dubbeltje op z’n kant was geweest. De hulp van de VS en Londen in de strijd, onder andere met materiaal: vliegtuigen, jeeps, wellicht ook uniformstof mag men ook niet over het hoofd zien, al is ook dat aspect vaak genegeerd, zeker door Stalin: Tanks, vliegtuigen produceren ging blijkbaar sneller in de VS dan in de SU en daarover hebben we na 1945 niet zo heel veel meer over gehoord. Integendeel, we hoorden over de onvrede van Stalin ten aanzien van het Westen en het uitblijven van een Westelijk Front. Maar had Montgomery niet gewonnen van Rommel in en bij El Alamein en had Hitler niet veel troepen verloren? Die kwestie lijkt de oorlog slechts in een nieuwe fase te hebben gebracht, maar op dat ogenblik was er nog niet zo heel veel uitgericht tegen Nazi-Duitsland.
We kunnen ons daarom niet van de indruk ontdoen dat de benadering van WO II zowel in militair als in politiek opzicht nogal eenduidig blijft en dat de psychologische gevolgen van deze oorlog, in oost en west lang hebben doorgewerkt. De houding van Stalin en van de Britten, de Amerikaanse regering blijven voer voor anekdotes, maar nauwelijks voor reflectie en wat mensen op het terrein beleefden, als soldaten maar ook als burgers mogen we niet onvermeld laten. Daaraan heeft Grossman een belangwekkende bijdrage geleverd: de oorlog en wat volgde blijft niet zomaar nawerken en het is aan historici inderdaad om mythes te onderzoeken, maar dat dient dan niet in deconstructivistische zin te gebeuren, waarbij de bron verdacht gemaakt wordt en daarmee de mythe afgeschoten, maar het waarom van de mythes, onder meer over de strijd in Stalingrad, waar de realiteit mythische proporties had aangenomen, dient de historicus minstens evenzeer te beroeren. Waarom en hoe na de oorlog het wederzijdse wantrouwen tussen de geallieerden tot zoveel herschrijven van de verhalen aanleiding heeft gegeven? De slachtoffers van de oorlog, Joden, soldaten op alle fronten, burgers verdienen het dat we begrijpen hoe de politieke en militaire leiders hun eigen optreden zagen, hoe mythisch ze dat ook wilden zien.
Daarom is het slot van deze oorlogsaantekeningen zo opmerkelijk: waarom wilden de Duitsers, die in zo een goed georganiseerde samenleving, met zo goede ruimtelijke ordening en zoveel welvaart per se naar het Oosten optrekken? Beseffen we voldoende dat Duitsland onder Weimar met Rusland samen gewerkt op militair gebied, dan was dat na de grote zuivering van 1937-38 van niet zo heel veel betekenis meer: de Russen kenden nog nauwelijks iets van Europa. Dat Grossman over de wreedheid van de Russische soldaten niet zo heel veel te vertellen heeft, maar het wel duidelijk vermeldt, maakt dat hij begreep hoe de oorlog het ergste in de mens kan boven halen…zeker als hen het bevel daartoe gegeven was. En hiermee kregen de Duitse burgers wat Hitler had bevolen te doen tegen de Russische en Slavische burgers.
Op een dag zal nochtans de oorlog ophouden voldoende afschrikwekkend haar schaduw vooruit te werpen. De omstandigheden waarin mensen terecht kunnen komen, kunnen films niet weergeven. Dit boek, dat authentieke getuigenissen brengt, blijft daarom een belangrijk baken in de literatuur over de oorlog. Zal die periode nog stof voor nieuw werk opleveren? Eindelijk is dat wat moeilijk: Jonathan Littel heeft dat geprobeerd, maar faalde naar ons inzicht omdat hij, ondanks de grote mate van research in het aanvoelen van de gebeurtenissen wat zowel de Duitse militairen betreft als wat de slachtoffers aangaat. Sentimentaliteit is overigens geen synoniem van historische ervaring, zoals Frank Ankersmit die presenteert.

7. Herdenkingsmoe, maar tot her-denken bereid

Daarom hebben we het tot slot wel eens moeilijk met de wijze waarop vandaag die strijdpunten, over de absurditeit van de oorlog worden aangedragen. Uit hoofde van een beschaafde samenleving is het voeren van oorlog om politieke doelen te bereiken niet meer aan de orde, dat kan men slechts onderschrijven. Maar dat betekent ook dat men mensen kan verzekeren dat hun ordelijke leven niet in het gedrang zal komen. Zowel augustus 1914 als de aanloop naar 1939 doen ons vrezen dat dit het pijnpunt is in de benadering van de oorlog. Politici dienen te bedenken dat ze geen pacifistische boodschap kunnen ventileren als ze niet kunnen verzekeren dat hun burgers hier geen nadeel van zullen ondervinden. Het is ook de vaststelling na het lezen van dit boek: de middelen waarover de strijdmachten konden beschikken, waren zo groot dat we vandaag nog niet kunnen inzien wat de nieuwe middelen behelzen. Ja, we weten wat er gebeurt als Israël grootschalig uitrukt, hoe het slagveld er in Iran en Irak eruit zag na acht jaar oorlog maar toch dat is nog niets vergeleken met de totale mobilisatie van troepen en mensen tijdens zo een wereldomspannende oorlog. Daarom is het nodig dat meer aandacht kan besteed worden aan de gevolgen van een politiek discours dat de vijandigheid onderbouwt. Daarom was de oorlog tegen Irak en Afghanistan behoorlijk dol, maar te vrezen valt dat wie zich met luide stem tegen de inval in Irak verzette, eindelijk niet begaan was met het lot van de Iraki maar wel om de gevolgen voor de wereldorde. Daarom ook hebben we het wat lastig met de wijze waarop Oost-Congo en de oorlog daar benaderd wordt, want het opzet van de krijgsheren blijft beperkt qua middelen en toch is de menselijke schade niet te overzien.
Daarom hopen we dat we vanuit Europa slagen in een dubbel opzet: met Moskou tot een vergelijk over nabuurschap komen, gesteund en erkend door de VSA en dat we lang aanslepende conflicten die in onderaanneming worden uitgevochten een oplossing krijgen. Het is een bescheiden hoop, dat weten we, maar het is wel nodig dat we ergens beginnen. Zal de wereld ooit kernwapenvrij zijn, zoals Obama bepleit? Te hopen valt het zeker, maar garanties hebben we niet en daarom is rustige waakzaamheid geboden. En ja, die Atlantische Ruimte, waarover Merkel spreekt, is even nodig, om de VSA niet tot nieuwe avonturen te zien overgaan. Grossman had hier wellicht andere oplossingen voorzien, maar ja, de tijden zijn dan ook veranderd.
Het is een literatuur die ons bij de realiteit brengt, waar we toch een visie uit kunnen zien opborrelen. Daarom kunnen we de lectuur van dit boek alleen maar aanbevelen. Er zijn ook andere titels, zoals “Alles Stroomt” en “leven en lot”, terwijl een auteur als Figes, een historicus ons ook de nodige argumenten aandraagt om ons denken over mens en maatschappij te verrijken. Het lezen van dit alles laat ook zien dat we het evidente niet kunnen ontwijken, maar ook dat het narratieve, hoe is het eindelijk gebeurd, zeker niet uit het oog mogen verliezen. Men kan hogere doelen nastreven, maar het is wel zo nuttig te begrijpen hoe men die doelen op een menselijke manier kan bereiken.

Bart Haers
18 september 2009

Reacties

Populaire posts