Kwartet

De karos was niet te vinden

Je zal maar toekomen in Gent aan het Sint-¨Pieters en naar de binnenstad willen. De werken? Ja natuurlijk, maar we zijn er niet echt op tegen, omdat we hopen dat het verkeer in de toekomst er vlotter zou verlopen. Maar daarmee kon ik nog niet uitvissen waar ik vervoer kon vinden richting centrum, meer bepaald de Belfortstraat; want toen ik tegen de verwachting in geen tramhalte vond aan de Kortrijkse steenweg, was er met geen mogelijkheid ook maar een taxi te vinden die wilde stoppen. Ook dat lijkt men niet meer nodig te vinden.

Zo kwam ik, ondanks alle voorzorg toch een kwartier te laat toe, zwaar ademend aan het Gentse Conservatorium. De Karel Miryzaal, en hoorde nog net het einde van het kwartet “Ainsi la Nuit” van Henri Dutilleux. Dit stuk werd pas in 1977 gecreëerd en dus kan men het best hedendaagse muziek noemen, al zullen sommigen menen dat 1977 toch al een eind achter ons ligt. Het stuk klonk, zoals ik nadien via beluistering wel anders dan de andere bijzonder en hoewel we ook vaak moeten we wennen aan de kleur, toch klonk het best boeiend.

Men zou zeggen dat Brahms dan heel wat eenvoudiger klinken kan, maar de kamermuziek, meer nog dan symfonische muziek klinkt vaak persoonlijker, ingenieuzer, maar eenmaal men het idioom vertrouwd is, blijkt deze muziek toch een wereld te openen, die ons mee kan voeren. Maar het blijft ook pure muziek, dat wil zeggen, men hoeft geen uitgebreide inleiding, maar kan ermee leven, kan ervan genieten.

Na de pauze maakten we kennis met het duo voor viool en altviool, een combinatie die in de kamermuziek niet zo zeldzaam is, maar toch, men hoort het zelden op het podium en dus was het prettig twee dames te horen zingen, enfin hun viool en altviool te horen zingen en met elkaar horen communiceren. Er klonken gesprekken en gezangen op, die we wel konden waarderen en Mozart was hier zichzelf gebleven, maar toch, voor zover we er zicht op hebben, origineel in de uitwerking van de thema’s en misschien, wellicht heeft hij het zelf ook nog gespeeld.

Laat ons dus nog eventjes kijken naar wat Britten, Benjamin Britten te vertellen had, want van Britten kennen we vele liederen, een opera en orkestmuziek, maar het kwartet was opmerkelijk nieuw. Gelukkig bieden sommige concertorganisatoren de mogelijkheid ons deze muziek te leren kennen. Ook hier zonken we alweer vlug weg in de muziek en het viel op dat we de tijd vergaten, ook al is muziek meer dan enige andere kunst met het verwerken van de tijd verweven. Het komt ons voor dat Benjamin Britten, liet zelfs het afwisselen van de stemmen bijna als in een Jazz sessie afwisselen door de afzonderlijke stemmen. De verweving, dachten we naderhand, liet ons niet onberoerd.

Zo een recensie zal sommigen als muziek in de oren klinken, kort, duidelijk en heel accuraat. Als we dan nog heel veel vriendelijks vertellen over het arcanto-kwartet, want dat zou enkel maar terecht zijn, dan kan de lezer rustig denken, ach, we hebben het wel gemist maar blij dat de publiek het kon smaken.

En toch, hoewel we ons naderhand niet bij een goed glas nog wat konden onderhouden over deze muziek; was het duidelijk dat het publiek er van genoten had. Over schoonheid spreken, daar hebben we niet altijd de woorden voor en dan past het, zoals Wittgenstein stelde, maar beter te zwijgen. Of was de estheet Wittgenstein inzake esthetische ervaring een andere mening toegedaan? We wandelden na het recital naar de halte waar even later onze bus diende te passeren, maar we dachten, met een irenische en onirische rust over ons, dat muziek echt wel heel veel kan vertellen. Althans, deze muziek en dan moeten we ook Britten en Dutilleux in onze waardering betrekken. Ach, onirisch betekent hier inderdaad dromerig in de zin dat de muziek ons wat had losgemaakt van de wereld van regeringsvorming of crises in de Arabische wereld. Hoewel een en ander ons aanbelangt, denken we dat we nu en wel eens weg gevoerd mogen worden naar een andere wereld. Hierop kwam ons, wijl we in de avondlijke kilte stonden te wachten, de gedachte aanwaaien dat veel van de muziek die men hip noemt lang niet altijd die vreugde lijkt te brengen. Soms wel, dat is waar, maar de simpele riffs en deuntjes maken ons vaker eerder moedeloos.

Met een vaart raasde de bus even later langs het kanaal dat Gent zoveel welvaart had gebracht en nog bracht en we verwonderden ons erover dat men slechts zelden de lof zong van de mogelijkheden van die waterwegen, maar dat het wel mooi blijft, ook al staan er op de oevers verloren en vergeten loodsen. Mozart, die voor viool en altviool schreef laat horen hoe de stemmen met elkaar kunnen converseren. Dat is iets wat je bij hedendaagse populaire muziek zelden hoort, want het klonk niet echt zeemzoet, wel gedreven.

We hebben zo onze gevoelens bij die traditie van kamermuziek, beseffen dat het soms riskant kan zijn ons te laten overweldigen door wat in al die lange eeuwen aan muziek is voort gebracht. Over smaak gaat het dan even niet, wel over de idee dat de muziek ook vandaag kan bewegen, beroeren. De kwestie is dan hoe we ons kunnen overgeven aan zo een kwartet, aan een duo, terwijl jongeren naar optredens gaan waar hun trommelvliezen zwaar te lijden hebben. Die jongeren krijgen eindelijk maar zelden een idee van wat die muziek vermag. Jawel, er is Klara4kids, maar in het dagelijkse leven blijft men in de brede media graag die facetten van onze cultuur buiten beeld houden. En toch, zowel het duo dat we hoorden als de kwartetten komen ons voor sublieme metaforen voor het goede gesprek te leveren. Immers, fuga, contrapunt, koraal en canon, het goede gesprek, met nog eens de retorische trucjes van tempo, volume en wat al niet meer, laat toe met overtuiging, enige verleiding de andere(n) mee te trekken, tot enthousiasme te bewegen.

Kortom, zo een avondje in de zaal van het conservatorium laat ons niet onberoerd, wat we wel weten, maar ook komen we de volgende dagen nog wel eens tot die ervaring terug, omdat het luisteren niet enkel vluchtig is, maar ook toelaat naderhand nog eens met genoegen eraan terug te denken. Door omstandigheden zag ik de volgende dag een stukje van de Kampioenen en eerlijk, we schamen ons er al langer voor dat de openbare omroep deze reeks blijft ondersteunen. Dat op Zondag nog eens iets over de Ronde van Vlaanderen op ons wordt losgelaten, deerde ons minder, maar goed, het is duidelijk dat de media echt wel voor een groot probleem staan. Men beweert dat dit het is wat mensen wensen, maar onbemind maakt onbekend en onbekend laat niet toe voorkeuren te ontwikkelen. Men kan eeuwig klagen over de ongelijkheid, maar net omdat de openbare omroep ons met plat commerciële producten belaagt, kunnen we er geen vrede mee hebben. Ach, we hebben onze literatuur bij de hand, lezen een aantal essays over de afgelopen eeuw van Tony Judt, vergeten ons even in een paar bladzijden Felix Timmermans en vinden ergens in onze bibliotheek Gide of Faulkner, dat is allemaal wel zo, maar het kan toch niet zo zijn dat dit alleen voor zogenaamde verfijnde geesten van belang zou zijn.

Nu we het programma van die avond nog eens doornemen, weten we het opeens weer, die muziek brengt ons ertoe ons gemoed te reinigen en laat ons beseffen dat het nog een groter voorrecht moet zijn een van die partijen zelf te spelen, maar het beluisteren, echt, in zo een zaal, blijft toch ook de moeite van de verplaatsing waard. En dan mag het nog lastig zijn dat de karos niet klaar stond aan het station. We hebben even stevig door gestapt. En vervolgens was er twee uur gewoon weg dwalen en toch met alle zintuigen bij de muziek zelf vertoeven. Dan is het programma van belang, maar ook de ontmoeting het mooiste.

Bart Haers

Reacties

Populaire posts