kennis van taal en hart


Recensie

Vasalis
Een eeuw in beweging
Vrouw en dichter

Adelheid

Je vond dat ik wel erg veel tijd steek in de lectuur van deze biografie, maar niet enkel is het volumineus, dit volume bevat ook nog eens heel wat waar een mens stil bij staan moet. Want het gaat over een figuur die meer was dan dichter en toch als dichter heel bijzonder bleek. Zij was ook arts, psychiater, koesterde na enige tijd argwaan tegen de wijze waarop de psychoanalytici te werk gingen en had van de hongerwinter en andere zaken te lijden, maar ook haar positie als vrouw te realiseren en tegelijk niet louter als vrouw bejegend wilde leven, maar ook als professional en volwaardig dichter, geen dichters. . Dat ze als moeder wel degelijk iets wilde, mag ons dan weer niet ontgaan, wat haar een prototype lijkt te maken van wat een mens met zichzelf uit te staan heeft, al is dat niet enkel een last.

Ik denk dat de 20ste eeuw een bijzondere uitdaging bood aan velen, zich aan hun lot te ontworstelen en dat op een wijze die bijvoorbeeld Madame de Charrière wel degelijk zou imponeren, mocht zij terugkomen. Je mag ook niet uit het oog verliezen dat Kiek, zoals haar familie haar noemde, of Knirps, M Vasalis dus, mevrouw Drooglever-Fortuyn voor de burgerlijke stand, slechts een paar jaar jonger is dan Hannah Arendt en en in vele opzichten in een vergelijkbare sfeer kon opgroeien. Ook zien we dat heel wat protagonisten van de vrouwenbeweging in die jaren - toen Vasalis moeder nog jong was - hun intellectuele hoogtepunt bereikten, zoals Dr. Alette Jacobs. Verder heerste er in die jaren in Nederland een klimaat van vernieuwing en durf, dat later opnieuw wat zou afzwakken. De achterstand op België inzake industrialisatie raakte weg gewerkt, de geesten waren in de Gids en de Nieuuwe Gids niet zozeer tot bedaren gekomen, maar jongeren en ouderen vonden elkaar wel terug en gingen hun gemeenschappelijke streven ontdekken. Vasalis groeide op in een klimaat dat onze aandacht wel moet trekken.

Toen ik je dat uitlegde, begon het je te dagen, lachte je, dat ik wel heel bijzondere en veelzijdige aandacht heb voor figuren als Arendt, Henriëtte Roland Holst en Aletta Jacobs, maar dat ik daarbij daarin vooral de evolutie van de moderniteit kritisch onderzocht. Dat speelt alleszins mee, maar toch, wie de twintigste eeuw wil begrijpen of begrijpelijk maken, zal toch de dynamiek die deze biografieën aangeven onder ogen moeten zien. De kwestie is namelijk dat de vader van Vasalis, Henk AL Leenmans, historicus en leraar aan het gymnasium Haganum die uit een vrij strikte domineesfamilie kwam en er zich aan onttrekken moest, zou, in de moeder, Lous, een telg uit een ander domineesgeslacht ontmoette, waar nu net blijmoedigheid wel mogelijk bleek. Het blijft opvallend hoezeer in de Europese cultuur van de late 19de en 20ste eeuw de biografieën van opvallende figuren óf een afkomst uit een domineesfamilie óf een Joodse familie laten zien. Ten onzent zien we dat priesters weliswaar geen kinderen hebben, maar dat zij in bescheiden families vaak gangmakers waren en dat wie niet aardde in het seminarie vaak daarbuiten een boeiend leven wist op te bouwen. Het is deze band tussen het intellectuele aspect van het religieuze en het kiezen voor een areligieuze intellectuele of zelfs spirituele roeping tot een bijzondere levensloop aanleiding kon geven. Zonder diepgaande studie van de bronnen van Vasalis, van de vader en de moeder zou een biografie wellicht niet mogelijk zijn, maar zoveel materiaal erin opnemen. Toch laat de auteur-biografe zo de ontwikkeling van de dichter en arts Leenmans/Vasalis wellicht het sterkst uit de verf komen. Heeft zij dan overdreven zoveel details aan ons door te geven in deze turf? Ik denk het tot nader order niet. Maar op te merken valt wel dat voor velen de cultuur van deze epoche, in Nederland en Europa, bijna onbekend is. Men kent wel enkele namen, Van Gogh, Renoir, Bracque, Picasso, maar ook Stravinski, Kafka, Proust behoren ertoe, Freud ook en Schnitzler… Men ziet, het is een boeiende en veelzijdige tijd.

Vasalis’moeder zou een jaar in Parijs doorbrengen met een vriendin, enige tijd op Walden, de colonie-commune van Frederik van Eden, er lijkt haar weinig van de ontwikkelingen te ontgaan. In de jaren twintig studeert Vasalis te Leiden en komt er in een dispuut terecht die vrouwelijkheid en emancipatie wil verzoenen. Het is een wereld die wellicht trager leefde dan de onze, maar deze mensen, ook Huizinga en andere commentatoren vinden het behoorlijk hectisch. En toch, wijl wij graag hun cultuurpessimisme onder de aandacht brengen, kan men er moeilijk omheen dat Huizinga - ook al uit zo een familie met dominees - zijn kinderen opvallend vrij en modern opvoedt.

Niets -of nergens een spoor ook van Spengler, ook niet bij de Vader, Hal Leenmans, die zijn leven aan de studeertafel lijkt door te brengen. Maar misschien onderzoekt Oswald Spengler de ondergang van het avondland niet om de ontwikkelingen van zijn tijd te duiden. Spengler stierf in 1938 en van het nazisme moest hij weinig hebben, net zomin als het nazisme van hem. We zijn het gewend in het werk van Spengler alleen maar cultuurpessimisme te lezen, terwijl het denkbaar is dat de wiskundige en historicus Spengler adequaat wist te onderzoeken hoe een cultuur aan de eigen innerlijke tegenspraak ten onder kan gaan. Anderzijds was de cultuur net in de jaren twintig gekenmerkt door het samengaan en elkaar versterken van verschillende processen, van democratisering, popularisering en vernieuwing. Hij zette vraagtekens bij het vooruitgangsdenken en dat werd hem noch door links noch door rechts in dank afgenomen. In het licht van de gevolgen van WO II, ook voor het denken van Vasalis kan ik vaststellen dat de biografe Maaike Meijer wel degelijk de vele contacten met Aafjes, Van Vrieswijck e.a. in de republiek der Letteren heeft bekeken en daarvan de krachtlijnen weer weet te geven; waardoor het beeld van die nieuwe cultuur in wording niet enkel een skelet blijft, maar ook vlees, zenuwen en allicht wat vet mee krijgt. Het gaat om vragen hoe we naar dichtkunst kijken, hoe zwak recensenten wel eens staan om zich over gedichten te buigen en er het hunne over te zeggen.

Ik weet het, Adelheid, ik ben nog maar amper halverwege en veel wil ik nog van dit boek opsteken, maar in deze was een leesrapport halverwege haar leven en werk, halverwege de lectuur van de biografie wel passend. Misschien had mevrouw Meijer de strategie kunnen volgen van de Elsschotbiograaf en zich beperking. Ligt daarin niet, volgens Goethe het meesterschap? Vic van de Reijt kiest voor een bescheiden biografie, maar ook die is redelijk omvangrijk en geeft weer wat de biografie voor het begrijpen en waarderen van de auteur nodig acht. Maaike Meijer dus heeft veel te vertellen omdat deze vrouw, Vasalis meer was dan de dichter, maar ook zo in het leven stond dat zij op meer terreinen het volgen waard blijkt.

Zal ik mij nu nog haasten het boek tot het einde door te rammen, er enkele elementen van op te pikken en in de etalage zetten? Ik meen, Adelheid, dat het boek net voor deze van belang is omdat het behalve aandacht voor de verknoping van vele levens ook datgene aan komt dragen wat minstens even belangrijk mag heten, namelijk hoe Vasalis naast de openbaarheid van het leven als dichter, ook de beslotenheid van haar familieleven en de discretie van haar beroepsbestaan ook nog de half transparante sfeer van het debat in de beperkte kring van familie en vrienden heeft te leiden. In die zin, hoop ik, kan misschien dat andere facet van de Verlichting onder de aandacht komen en waar Judith Vega op wijst in haar essay over Belle van Zuylen en de kritiek van de Verlichting: mensen functioneren het beste als zij naast het particuliere leven, achter de voordeur en hun eventuele publieke leven in de schijnwerpers van de media en van hun eigen rol daarin ook nog kunnen bijdragen in een eigen, beperktere kring van welwillenden, waarin men de discussie aan kan gaan. Het debat kan immers niet zomaar aan de stamtafel van notabelen gevoerd, maar dient ook in de vriendenkring gevoerd, wil de democratische dynamiek kansen krijgen. Voor de specialisten en expert is het van belang die ader open te houden, zoals de dichter er alles voor over heeft de dichtersader op te houden.

Met je welnemen, denk ik, is de gestage, rustige lectuur van deze biografie wel degelijk de moeite waard.

Bart Haers

PS, volgens de krant DS kon of kan deze biografie de recensent niet overtuigen. Zoals wel vaker het geval is, blijkt men te struikelen over wat men overmaat aan details noemt, wijl het misschien om een gebrek aan interesse gaat, voor de dichter, de tijd en het maatschappelijke leven van de dichter. Was Vasalis er als overtuigde voorgangster van de Lesbische liefde uitgekomen, of, die kans is reëler, als een heimelijke dochter van Sappho, dan was de interesse wellicht groter geweest en minstens de weerklank. Het feit dat vrouwen van die generatie soms lang in een parallelle wereld leefden en daardoor de indruk wekken er bijzondere vriendschappen op na te houden, lijkt de recensent te ontgaan. Nu goed, dat aspect zullen we aan het eind van de lectuur nog wel even tegen het licht houden.

Groeten,

Uw dienaar

Maaike Meijer, M. Vasalis, een biografie.
Van Oorschot. ISBN 9789028241497
Tweede druk, 968 blz, geïllustreerd, luxe paperback met flappen
€ 35,00 .

Reacties

Populaire posts