Ascese en discipline

Filosofie
Ons leven veranderen
Ascese en discipline als voorwaarde voor een goed leven

Peter Sloterdijk. Je Moet je leven veranderen. Over Antropotechniek. Uitgeverij Boom, pp 510. Prijs: € 39,90

Adelheid,
Jawel, we vonden weer een boek in onze post en zijn er nu al enkele dagen zoet mee. Je vindt het misschien wat overdreven, maar zo een filosoof als Sloterdijk, die stelt ons toch altijd weer voor vragen, eerder dan dat we een kant en klare analyse krijgen. De oorspronkelijke versie had ik al wel doorgenomen, maar nu, in vertaling merk ik toch dat het allemaal wat vlotter leest.
Sommige mensen zullen me niet bepaald consequent vinden, want ik liet al eens mijn twijfel horen over het feit dat een blad in Vlaanderen één filosoof als de leidende denker, intellectueel naar voor schoof. Ik denk, de leeservaring die ik intussen heb opgebouwd onder andere met het werk van Sloterdijk dat hij wel bijzonder is, maar hij zou het zelf bizar vinden, misschien wel wat zijn ego strelend, maar toch vooral engdenkend mocht men hem als de leidende intellectueel van Duitsland noemen. Er zijn er andere, zoals Peter Bieri, maar in onze contreien horen of merken we weinig van de intellectuele uitspattingen bij onze Oosterburen. Ook bij ons zijn er naast die ene, Vermeersch anderen, zoals Abicht, Jean-Paul van Bendegem en Herman De Dijn, Ad Verbrugge….
Waarom ik je hierover deze brief schrijf, wijl ik nog niet klaar ben met het boek? Net omdat ik al lezende al op zeer boeiende bronnen stuit, Cioran, Wittgenstein, de late Foucault en op bijbelse verhalen, merk je dat filosofie echt wel iets om het lijf heeft. Die Bijbelse verhalen functioneren immers ook zonder godsgeloof en dat brengt Sloterdijk zwierig en soms zelfs guitig. Dat valt overigens op in wat ik tot nu las, dat de filosoof, zich in de beste traditie van Nietzsche wel eens boos maakt op vormen van laksheid en gemakzucht in de wijsgerige praktijk. Vooral de Angelsaksische analytische filosofie lijkt hem een zaak van filisters en daar wil hij helemaal niets mee te maken hebben. Het verwijt dat men hem dan weer vaak maakt, dat hij er een mistig taalgebruik op na houdt en soms bijna onleesbaar zou zijn, gaat dan ook niet op. Een detail dat ons opviel in deze is dat hij het heeft over de gereedschapskist van de docent-filosoof die verdeeld wordt over de kleine kistjes van de studenten, vond ik wel treffend. De filosoof moet geen kapsones hebben en niet doen alsof hij/zij er een bijzondere bezigheid op na houdt, want iedereen moet echt wel denken en dat oefenen. Het thema dus ook van dit boek, want zonder oefenen gaat het mens nergens heen en kan dan gelden als een kritiek op het huidige klimaat, waarin men graag wijsheden van enkele syllaben debiteert, zonder zich verder om de betekenis ervan te bekreunen. Vooral het doel van de oefeningen blijkt belangrijk, de verticaliteit, zonder dat die tot in de hemel reiken zou, want de filosoof beseft natuurlijk wel dat met de geproclameerde dood van God er geen aanhechtingspunten meer zijn daarboven, waar ooit de goden of god zich bewoog, de onbewogen beweger dus huisde er allicht. Die verticaliteit is weg, maar toch, zoals Nietzsche het formuleerde de mens kan ook niet gewoon op de grond blijven.
Sloterdijk verwijst expliciet naar Cioran en diens exercises négatifs om aan te geven hoe we ons dat oefenen moeten voorstellen. Ook het werk van Wittgenstein en Fourcault, geven volgens hem aanduidingen over de weg die we moeten gaan als we ons zouden willen oefenen en waartoe. Mocht je enige verwantschap onderkennen met Nussbaum en Neiman, dan denk ik dat die eerder te vinden is een onvrede met de concepten waar de filosofie mee werkt, zonder dat ze talig of in hun benaderingen echt dicht bij elkaar staan. We bedoelen, er leeft bij deze denkers een bewust ongenoegen met het filosofische bedrijf, maar geen van hen volgt dezelfde paden. De oefeningen zijn, zoals de geestelijke oefeningen van Loyola in feite eenvoudig en bijzonder veeleisend, je kunt het niet aanleren maar dient het wel te doen volgens een aantal regels, die men pas in de praktijk onder de knie krijgt. In die zin is de verwijzing van Sloterdijk via Wittgenstein naar orderegels, zoals onder andere Benedictus van Nurcia die formuleerde om de cultuur te definiëren opvallend, want we zijn er gewoon aan geraakt cultuur nu net te zien als iets dat organisch groeit en elke keer weer eigen vormen aanneemt, maar zonder dat mensen er echt zelf deel aan hebben, aan het ontwikkelen van die regels. Door te verwijzen naar een kloosterregel en te citeren hoe de abt zijn broeders zal voortonen wat het is een goede benedictijner monnik te zijn, laat hij zien, Sloterdijk, maar voortbouwende op de gedachten van Wittgenstein, dat men inderdaad niet zomaar in een cultuur leeft, maar het leren moet hoe in onze of een andere cultuur te leven.
Hiermee snijdt hij een belangrijk thema aan waar we dag na dag mee geconfronteerd worden, want sommigen menen dat het vanzelf ontstaat. Je hoort me al aan komen dragen met een oudere idee, namelijk cultuur niet zomaar is, maar dat het een zeker meesterschap veronderstelt. Zoals een olifantenkalf veel moet leren is het de mens niet gegeven vrijwel onmiddellijk het leven in te stappen, maar moeten we leren de vallen en hinderlagen te herkennen en te overwinnen, dat zou men de negatieve moraal kunnen noemen. Maar Sloterdijk stelt nog iets anders voor, namelijk dat door vorming en opleiding, door opvoeding ook mensen leren zelf iets van hun leven te maken. In die zin sluit zijn denken nu wonderwel aan bij wat Erich Fromm al provocerend schreef, “Gij zult zijn als Goden”.
Zoals geschreven, moeten we nog wel een en ander in dit boek doorploegen, maar ik wilde je er al deelgenoot van maken, van mijn verwondering, bewondering en het feit dat dit alweer iets is dat tot nadenken stemt. Je kan argumenteren dat het wat te zeer spoort met wat ik al eerder schreef en daarom eindelijk maar een bevestiging vormt van wat ik al dacht, dat ik met andere woorden mijn visie graag ondersteund zou weten door autoriteiten. Misschien is dat ook zo, maar vooraf, voor ik het boek aansneed, wist ik dat Sloterdijk er een aantal gevoelige thema’s in behandelde, dat hij ook bij Foucault en Wittgenstein te rade gaat, maar filosofie die niet ergens ook de discursieve rede volgt, lijkt me op los zand gebouwd. Anderzijds, zijn oefeningen zijn echt wel provocerend en kunnen met daarom wel boeien. Het is dan ook met spanning dat ik uitkijk naar het vervolg.
Vale,
Bart Haers
Het lezen gaat dus verder en ik hoop je spoedig meer te brengen over deze gedachtenoefening.

Reacties

Populaire posts