Scheiding van Kerk en Staat

Boekrecensies

Geef de keizer wat des keizers is
De scheiding van kerk en staat

Matthias E. Storme, Tussen God en Caesar. levensbeschouwelijke visies op staat, recht en civil society
Uitgeverij Pelckmans; 2011 pp 102.

In de samenleving die we kennen leven mensen met verschillende visies op mens en wereld, soms georganiseerd binnen oude instellingen, zoals de leden van de RKK; leden van protestantse gezindten, vrijzinnigen en sinds enkele decennia ook moslims. Er zijn er ook die bewust kiezen om niet binnen een gezindte of levensbeschouwing actief te zijn, maar levensbeschouwelijk wel eigen inzichten pogen te ontwikkelen. Al die gezindten hebben gemeen dat zij zich als individu en als gemeenschap tegenover de politieke macht positioneren. Matthias E. Storme schrijft in zijn essay uit hoe Christenen, vrijzinnig humanisten, Joden en Moslims vanuit hun overtuiging God en Keizer (g)een plaats geven. Het gaat in dit boek niet over de persoonlijke overtuigingen van specifieke gelovigen of zelfs regelgevende instanties, maar hoe doorheen de geschiedenis de actuele visies binnen elk van die levensbeschouwelijke stelsels zijn ontwikkeld en wat die voor gevolgen hebben voor het samenleven in een samenleving waarin we hoe dan ook tot samenleven in wederzijds respect geroepen zijn.

Het essay zit bijzonder overzichtelijk in elkaar en nadat een overzicht gegeven wordt van die visies, de sleutelmomenten, de bronnen, de evolutie in de tijd, krijgen we aan het eind enkele voorstellen vanwege de auteur waarop het vreedzaam samenleven mogelijk kan zijn, maar ook wat dit kan bemoeilijken. Daarom wordt telkens weer gekeken hoe in een levensbeschouwing wereldlijk gezag en levensbeschouwelijke structuren, gemeenschappen zich tot elkaar verhouden. Ook de verhouding tussen het eigen recht - in welke vorm die ook gegeven is - en het wereldlijke gezag, c.q. het recht zoals dat door de overheid gegeven is en georganiseerd wordt; komt aan op tafel.

De betrachting in dit essay is aan te geven dat een mantra als de scheiding van kerk en staat, van het publieke gezag en de levensbeschouwelijke debat binnen de eigen structuur weinig zegt over hoe die zich tot elkaar verhouden. We kunnen er moeilijk omheen dat aan de ene kant het Christendom en de Islam lang in een monoculturele samenleving hebben gefunctioneerd, terwijl het voor het Jodendom van belang was zich staande te houden binnen de structuren van de diaspora. De seculariistische opvattingen kwamen tot ontwikkeling in een christellijke samenleving, maar nadat reeds de Westerse christenheid uiteen gevallen was in verschillende gezindten. Alleen de Kerk van Rome is piramidaal hiërarchisch georganiseerd en draagt ook een universele opvatting over mens en samenleving uit. In de protestantse gezindten zijn er acefale organisaties, die echter in landen als Zweden tot een staatskerk zijn georganiseerd. Maar de ontwikkeling van de pinksterbeweging, van de evangelicals brengen zo te zien nieuwe uitdagingen aan, als het gaat om het onderwijs en de vraag of de staat dan wel gezindten welzijn en zo moeten organiseren.

Hoewel men dit essay zeer beknopt mag noemen, afgemeten aan de bibliotheken die elk van de gezindten hebben voortgebracht over de vraag wat aan God toekomt en wat aan de keizer, maat het vooral de wrijvingspunten zien en komt het punt aan de orde komt dat er altijd een brede grijze bestaat waar overheid en gezindten op elkaars terrein komen. Ook de secularistische stromingen hebben zich hier niet onbetuigd gelaten, maar of het inderdaad zo is dat zij alleen de visie huldigen dat de staat alles moet organiseren inzake sociale organisaties, onderwijs (Socialisme versus liberalisme)… heeft ook heel wat stof tot discussie opgeleverd. In alle beknoptheid kunnen we wel stellen dat de auteur met een grote zorg een gepondereerde visie op deze kwestie aan weet te dragen, die ons in meer dagdagelijkse discussies, zoals over het recht een hoofddoek te dragen van nut kan zijn.

Maar de beknoptheid draagt ook een duidelijke stelling in zich, namelijk dat wie meent dat een staat levensbeschouwelijk neutraal dient te zijn en dat religieuze opvattingen vooral in de particuliere sfeer thuis horen. Meer nog, in bepaalde opvattingen van secularisme en sciëntisme zien we dat men meent dat elke opvatting die niet wetenschappelijk gegrond is er gewoon niet toe doet. De beweging die onder meer Auguste Comte op gang heeft gebracht, was in die tijd wellicht begrijpelijk, maar sinds WO II en sinds men weet dat wetenschappelijk kennen en technologisch kunnen tot rampen kunnen leiden, zoals in de SU en ook in het nazisme het geval is, zou men verwachten dat men het wetenschappelijke kennen, dat nooit in één hand kan komen, maar ook lang niet voor iedereen toegankelijk is, zo niet zou relativeren, dan toch behoedzaam maken voor implicaties van bepaalde wetenschappelijke inzichten. En dan hebben we het nog niet over de status van de humane wetenschappen. Sommigen dromen er nog van dat psychologie en sociologie ooit harde wetenschappen zouden kunnen worden, maar zelfs de economie en par excellence de econometrie laat zien dat hoe boeiend de inzichten ook zijn, verloopt de implementatie ervan in het beleid zelden rimpelloos.

Er is een kwestie die ons in deze nog meer aanbelangt, namelijk dat de geclaimde neutraliteit van het wetenschappelijk mens- en wereldbeeld ook voor wetenschapsfilosofen ter discussie staat. Philip van Loocke heeft in een omvangrijk essay deze kwestie uitgebreid behandeld en we kunnen er uit afleiden dat de interpretatie van wetenschappelijke inzichten voor het ontwikkelingen van een visie op mens en samenleving niet eenduidig kan verlopen. Het meest geschikte aspect lijkt ons de discussie over gelijkheid en diversiteit. Zowel de evolutietheorie als de erfelijkheidsleer van Gregor Mendel gaan uit van dan wel besluiten tot het vaststellen van de verschillen tussen de specimina, dus de uniciteit van de individuen. In het discours over (culturele) diversiteit komt men ertoe leden van een groep, gemeenschap een grote mate van gelijkheid en eenvormigheid toe te kennen, maar omdat mensen in hun ontwikkeling als persoon in verschillende mate belang hechten aan levensbeschouwelijke inzichten en vooral vaak verschillende interpretaties geeft aan die inzichten, laat staan dat men van een grote homogeniteit in de praxis zou kunnen besluiten, lijkt de diversiteit binnen de samenleving van cultuurgebonden gemeenschappen er geen aanleiding toe kan geven uit te gaan van de gelijkheid, identiteit van de individuele leden. Overigens, als we het essay van Matthias Storme goed begrijpen zijn de inzichten die hij distilleert niet bindend voor de leden en voor hun individuele optreden. Maar als het christendom een zaak van geloof is, dan is het Jodendom een kwestie van naleven van rechts- en levensregels en gaat het binnen de Islam om onderwerping aan de god. Maar bijvoorbeeld dat laatste betekent uiteindelijk ook weer dat de Sharia en andere constituerende inzichten aanleiding hebben gegeven tot interne discussies.

Zal de staat de levensbeschouwelijke ontwikkelingen dus niet sturen, dan kan men in de rechtsstaat niet (meer) accepteren dat een levensbeschouwing het politieke gezag stuurt. Het is echter ook moeilijk aannemelijk te maken dat iemand die er een bepaalde visie op na houdt, die niet in de publieke ruimte te kennen zal geven of er naar handelen. In die zin is het pleiten voor diversiteit maar het tegelijk opteren voor een neutrale opvatting riskant. Thomas More heeft in Utopia reeds deze paradox onder de aandacht gebracht en er de ironie van ingezien. De zorg voor de medemens valt overigens niet zomaar op grond van wetenschappelijke inzichten op te brengen. Die zorgzaamheid opbrengen komt voort uit meer dan empathie alleen, want je kan empathie ook wel duivels gebruiken, zoals pestkoppen weten.

Kunnen we de ambitie van Matthias E. Storme delen en vinden we het ook nuttig dat een maxime als “de scheiding van kerk en Staat” meer duidelijkheid vergt, over de modaliteiten, maar ook over de ingesteldheid van de betrokkenen, dan blijkt ook dat de beginselen soms wel duidelijk zijn, de invulling voor heel wat discussie kan zorgen. De driehoeksverhouding tussen christenen, leden van de RKK maar ook zij die cultureel katholiek zijn, de voorstanders van een seculier mens- en wereldbeeld en aan de derde zijde de Islam, of liever de aanhangers ervan, de moslims die in onze samenleving leven laat zien dat geen van de partijen in een uitgesproken vorm consistent kan handelen, omdat de eigen uitgangspunten in de praktijk van vooral het politieke debat de eigen positie ernstig kan schaden Het past erop te wijzen dat de christen, katholiek inderdaad accepteren moet dat abortus, homohuwelijk en homo-adoptierecht zijn toegestaan, maar ook als men het zonde vindt, zal men toch wel in situaties terecht komen waar het weinig pas geeft daar ruchtbaarheid aan te geven. Althans, we hebben de indruk dat vele gelovige katholieken dit alles zelfs niet meer als zonde beschouwen omdat het begrip zonde en het besef van zonde in onze wereld niet meer leeft. Gelukkig ben ik dan geneigd te zeggen, maar tegelijk is duidelijk dat dit mensen opzadelt met een groeiend onbegrip over wat men nu eindelijk vindt. De wetenschappelijke opvatting is bizar genoeg ook contradictorisch, althans op het oog, want als men de psychische implicaties van de evolutietheorie op de letter neemt, dan is seksueel gedrag dat niet gericht is op procreatie tegen de bestaansvorm zelf ingaat. Maar uiteraard is, zoals Matthias Storme schrijft voor deze wijsgerige stroming de natuurwet, een vinding van theologen om de aard van het biologische en natuurlijke leven een plaats te geven naast de wet die God zou hebben uitgevaardigd, onder meer de 10 geboden, niet meer van tel. Alleen, als we dan doorgaan op de idee dat bijvoorbeeld ons brein ons volkomen zou bepalen, wat geen probleem is, maar dat wij zelf dat brein zijnde niet dat brein zouden sturen, kwestie van vrijheid maar ook van het bewustzijn, dan zou elk gedrag dat mensen doen niet aan een persoonlijk bewustzijn gekoppeld zijn. Ergo, bestraffen van misdaden heeft geen zin als die ter lering zijn bedoeld en dus, wie een fout begaat kan ermee volstaan sorry te zeggen en in het andere geval, als de samenleving in de persoon van de rechter zegt dat opsluiting nodig is om de maatschappij te beschermen, dan is dat inderdaad niet om de dader of daderes te corrigeren.

We zouden ons dan ook in de discussie moeten mengen die Michel Foucault met “Surveiller et Punir” heeft aangejaagd maar ook verwijzen naar wat Peter Sloterdijk te berde brengt in “Je moet je leven Veranderen”, waarin bijvoorbeeld de school als disciplinerende instantie ook de kans biedt dat eigen leven vorm te geven. In die zin gaan we wel voorbij aan het opzet dat de jurist Storme wenste aan te reiken. En is het belang ons ervan doordrongen te weten dat we inderdaad een pluralistische wereld leven, waar vele opvattingen aan bod komen. Of het maar meningen zijn en geen feiten, zoals de belijders van een strikte wetenschappelijke benadering voorhouden, valt te betwijfelen. Of moslims niet vatbaar zouden zijn voor de aantrekkelijke aspecten van een persoonlijke ontplooiing waarbij de godsdienstpraktijken niet meer alles overheersend zijn, zal niemand namens alle moslims kunnen beantwoorden of in hun plaats. Hangende het ongemeen boeiende proces van reële secularisatie die in de Arabische lente besloten ligt, zal nog moeten blijken hoe men de Islam, de onderwerping in de toekomst vorm kan geven zo dat individuele ontwikkeling en menswording een kans krijgen buiten de koranische regels. Leven vele christenen vandaag op gespannen voet met de kerk omdat noch de kerkelijke overheden zelf noch de gelovigen goed weten hoe gepondereerd; afgewogen en gematigd in Aristotelische zin voorschriften werden uitgewerkt, maar integendeel omdat een canoniek formalisme vaak op verontrustende wijze het overneemt van een beter toepasbare casuïstiek laat wel zien dat we principes, voorschriften en normen vaak zeer letterlijk zijn gaan nemen. In die zin is het goed van tijd tot tijd eens bij oudere auteurs aan te kloppen, die zelf de toepassing van een regel of norm belangrijker vonden dan de strikte gehoorzaamheid. In die zin is de geseculariseerde RKK dichter bij het ideaal van een autonoom subject gekomen dan de wetenschappelijke benadering mogelijk zou maken.
Ergo en tot besluit: we kunnen ons best indenken dat voor wie de kerk, het geloof en het godsbestaan nonsens vindt dit essay niet ter zake doet. Wie meent dat het samenleven in een beschaving met meerdere zingevingssystemen en waar de wetenschappelijke kennis voor de een ook zelf zingevend is, terwijl het voor de anderen integraal deel vormt van een groter kader waarin begrijpen en ontwikkelen plaats vindt. Belangrijk is dat dit boek het kader kan bieden om soms verhitte discussies over het samenleven van de vele stromingen en tradities in onze samenleving te begrijpen. Het einde van de discussie hebben we nog niet bereikt, maar er ontstaat nu wel ruimte om God, Caesar en de burgerlijke samenleving een plaats te geven of toe te laten dat anderen hiervoor hun interpretatieschema’s hebben, zonder dat dit de dialoog in de weg hoeft te staan.

Bart Haers

Het is wel van belang dat de auteur in dit essay de ontwikkeling van de inzichten binnen de onderscheiden stromingen aanbrengt, niet de persoonlijke inzichten van al dan niet prominente vertegenwoordigers van de onderscheiden levensbeschouwelijke visies.

Reacties

  1. Mutch ado about nothing dus. Matthias Storme, medewerker aan Catholica, tja je moet wel weten wat voor vlees je in de kuip hebt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. We hadden het kunnen denken, maar goed, kritiek uiten op anderen is eenvoudig. Nog eens, Abicht heeft in De haan van Asclepios voldoende aangegeven hoe sommigen in het vrijzinnige kamp mensen even verstokt optreden als sommige katholieken. De kwestie van de scheiding van kerk en staat belichten kan geen kwaad en dus heb ik het essay gelezen. Maar goed, sommigen stellen in plaats van een gereveleerde waarheid een wetenschap waaruit zij een onbetwistbaar weten putten. Wat is het verschil dan? En mocht het u interesseren, ik ben bezig met deel V van de Beet van de Adder, van Hubert Dethier, best boeiend, natuurlijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mijn beste,
    Gelukkig hebben we het recht met elkaar van mening te verschillen. Maar je denkt toch niet dat een radicale FDF’er op een objectieve manier de problematiek van de vlamingen en het gebruik van hun taal in Brussel en zijn rand zal beschrijven. Idem dito voor de overtuigde katholiek Matthias Storme. Dat hij katholiek is, dat is zijn goed recht en dat gun ik hem graag; maar verwachten dat zo iemand een objectieve visie zal verkondigen over de scheiding van kerk en staat, is bijzonder naïef om niet te zeggen bijzonder dom. Maar ergo en tot besluit stemt het mij tot tevredenheid dat Bart Haers inziet dat voor wie de kerk, het geloof en het godsbestaan nonsens vindt, dit essay niet ter zake doet. Zoals gezegd, mutch ado about nothing dus. Leuk dat je ook eens Dethier leest.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat Dethier beschrijft, sterkt me wel in de overtuiging dat het nuttig is verschillende opinies te onderzoeken. U zegt dat Storme Katholiek is, maar is hij modernist, ultramontaan of aanhanger van het Jansenisme? Dat laatste zal wel eens vreemd kunnen overkomen, maar er blijven van die stromingen altijd wel sporen over. Belangrijk is dat u vindt dat de auteur niet objectief kan zijn, wat heel bizar is als men bedenkt hoe ook wetenschappers als Newton, volgens Dethier niet altijd zo wetenschappelijk dachten. Het is belangrijk dat men betrouwbaar omspringt met de teksten, met informatie, want anders wordt het zinloos. Wie evenwel zoals Storme vergelijkend recht tot onderwerp heeft, kan ons enkele aanwijzingen geven over de vraag hoe in verschillende stromingen de visie op staat en samenleving ontwikkeld zijn. U mag vinden dat dit niet objectief is, maar het is wel een keertje zo dat ook Dethier aangeeft dat deze kwestie niet zomaar op een rationele manier beslecht kan worden. De staat is niet enkel iets rationeels, of liever, er is geen staat die alleen kan functioneren op rationele afwegingen. Kant, om maar iets te zeggen fundeerde op die gedachte de samenwerking van staten, liever dan te komen dan een rationeel eenvoudiger te argumenteren idee dat we maar moeten evolueren naar een wereldregering. De kwestie is een zaak, de behandeling een tweede en ik hoop dat u de moed heeft de auteur, niet mij - dat mag ook natuurlijk - op foute inschattingen van de houding van christelijke gezindten, inclusief de kerk, jodendom en Islam, uiteraard ook de seculiere opvattingen te betrappen. Hoe kort het essay ook is en dus beknopt, kan men de hoofdlijnen wel onderkennen. Of het allemaal wenselijk is, dat is nog een andere zaak.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Sta me toe dat ik toch eventjes moet glimlachen met uw reactie.
    1. Citaat: “Kant, om maar iets te zeggen”. Alsof u Kant kunt plukken uit een boekenrek vol filosofen die uw stelling zouden ondersteunen... Komaan zeg, moet ik van zo'n argument (in feite een name dropping) onder de indruk zijn?
    2. Als Dethier zou aangeven (waar overigens?) dat : citaat: “ deze kwestie -scheing van kerk en stat dus- niet zomaar rationeel kan opgelost worden” , dan zou dit alleen maar mijn stelling bevestigen dat Storme, als katholiek, niet objectief is en kan zijn.
    3. Dat Storme , citaat: “vergelijkend recht tot voorwerp heeft”, lijkt mij totaal geen argument terzake; alsof les geven in vergelijkend recht een argument of waarborg zou zijn voor een objectieve benadering. Dat kunt u toch niet ernstig beweren !
    Maar ik ben niet uit op een polemiek met u. We zullen elkaar toch niet overtuigen. Ik herhaal alleen maar mijn eerste reactie: much ado about nothing dus.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Terwijl het nu net een zeer geserreerde tekst is, waarin de basiselementen van de verschillende stromingen aan de orde komen. Zelf heb ik genoeg bezwaren tegen de wijze waarop de kerk met deze wereld omgaat, maar dat neemt niet weg, denk ik, dat een zekere openheid van geest werkelijk boeiende lectuur oplevert.
    Tegen volgende week hoop ik iets te kunnen schrijven over Leopold Flam, Dethiers omgang met diens werk en de gedachten over de utopie. Werkelijk boeiende inzichten, want tja, ook Giordano Bruno, Newton en Marx doen weer hun entree en we krijgen er niet gemakkelijk genoeg van de visies en de ideeëngeschiedenis te savoureren.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts