Media, opiniepeilingen en hoe mensen het nieuws maken


Boekpresentatie

Hoe te weten wat de burger denkt
Opiniepeilingen onder de loep

Frank Thevissen. Het is maar een peiling. Peilingen in de media: van wetenschap tot wichelarij
Pelckmans 2011; pp. 45. Prijs: € 24,50

Sinds in de 19de eeuw Adolphe Quételet de grondslagen voor statistisch onderzoek legde, is de wetenschap ermee bezig geweest methodes te ontwikkelen om te weten hoe u en ik denken, handelen, kopen en stemmen. Men wil een en ander weten om er beleid op te kunnen vastleggen, maar al te vaak gingen statistieken een eigen leven leiden en bleek opinieonderzoek altijd in de dienst te staan van zittende macht. We weten dat een opiniepeiling altijd maar een peiling is en dus kunnen we er de schouders om ophalen, want het heeft niet zo veel betekenis. Tenzij, bedacht ik me, toen ik de trein naar de hoofdstad nam, men werkelijk zou trachten te weten wat er in de samenleving leeft. Maar tot nog toe blijkt politieke marketing een heikele kwestie. En overheden die een draagvlak zoeken voor grote projecten, komen doorgaans van een koude doch dure kermis weerom.

In het Vlaams Parlement was er een actualiteitendebat geweest over de aanwervingspolitiek van de Vlaamse overheid via Jobpunt Vlaanderen en men vindt dat er te weinig van dit en te weinig van dat aangeworven wordt. De discussie eindigde bits toen een fractieleider vond dat het vooropgestelde beleid van de minister, Geert Bourgeois om hem niet te noemen, tot discriminatie zou leiden. Maar de minister had net omstandig uitgelegd dat positieve discriminatie geen optie is, wat onder meer Groen eist. Dan afkomen met de Nuerenbergse rassenwetten is natuurlijk er ver over. Maar verschillende leden wezen Filip De Winter erop dat de Rassenwetten bedoeld waren om mensen uit te sluiten die hun leven soms zelfs voor Duitsland in de waagschaal gelegd hadden. Terecht en toch, denk ik was het niet de beste reactie. Het gaat er toch niet om dat de Vlaamse administratie geen Vlamingen zou aanwerven, alleen proberen en ertoe aanzetten dat nieuwe medeburgers ook in het ambtelijke apparaat een plaats zouden krijgen. De Rassenwetten gingen over het zuiver houden van de natie, het Duitsche volk dus, maar moest daarvoor alle niet-Duitsers uitsluiten. In Vlaanderen is niets van dat alles aan de hand. Maar toch leek het erop dat deze dwaze uitval geen issue was in de pers en dat vind ik verrassend. Het legde ook de zwakte bloot van deze man, die anders altijd weet met een sterk retorisch spel de opinie te bespelen. Intussen heeft het Vlaams Belang bij monde van Filip Dewinter klacht ingediend tegen Minister Bourgeois omdat hij discriminerend zou optreden.

Nu goed, de benadering van Groen en de anderen om coûte que coûte een volkomen afspiegeling van de samenleving in de ambtelijke kaders te krijgen, mag dan het overwegen waard zijn, de methode die zij voorstellen, kan toch bij vele burgers op ongenoegen stuiten. Minister Bourgeois had het daarom zo voorgesteld dat een degelijke selectie met examens de crème van het vat moest halen en zo de best geschikte mensen op de beste plaats te zetten. Omdat de regering op personeel bespaart, zal er de komende jaren overigens niet zo heel veel aangeworven worden. En toch was dit debat de moeite en best meer aandacht waard, omdat verschillende breuklijnen in het politieke bestel scherp aan de orde kwamen. Zo is er de vraag hoe we nieuwe medeburgers de kans geven hun plaats in de samenleving te vinden. Een andere kwestie is of het onderwijs ongelijkheid voortbrengt dan wel of de hervormingen van het onderwijs ertoe geleid hebben dat leerlingen die uit milieus komen waar presteren in het onderwijs van weinig tel is, nog kansen krijgen om zich, zoals Alicja Gescinska schrijft, de discipline eigen te maken om van de school iets te maken. Die vragen kwamen evenwel niet aan bod omdat bijvoorbeeld Groen ervan uitgaat dat het onderwijs maar eerlijk zal zijn als iedereen tot 18 jaar hetzelfde onderwijs zal krijgen. Niet enkel gelijk aan het begin, maar zelfs ook gelijk aan de eindmeet. Maar dat werd niet aangekaart.

Opmerkelijk was ook het vragenuurtje, waar men de aandacht vroeg voor de regionale zenders, waar men ook vroeg om de gemeenten  allemaal elektronisch te laten stemmen en vooral, een discussie over rioleringen. Nu blijken nogal wat wegen ondergraven te zijn omdat rioleringen lekken en zo de ondergrond wegspoelen. Daardoor ontstaan grote kraters in de weg en dat veroorzaakt dan weer fileleed. Een paar vertegenwoordigers wezen erop dat de overheid de wegen lange jaren nauwelijks had onderhouden en nog veel minder de rioleringen. Men kan de aandacht voor rioleringen in het parlement verrassend vinden, maar het feit dat de regeringen al jaren achterop lopen met het onderhoud van de infrastructuur, terwijl men nog maar een paar jaar geleden als gevolg van overstromingen besloten heeft afvalwater en regenwater gescheiden af te voeren, maar hierover kwam men niet te spreken. Wel over de gemeentelijke verantwoordelijkheid in deze, maar dat bleek uiteindelijk toch niet de kern van de zaak. De ontbrekende middelen uiteraard vormen een struikelblok. En schoot me niet net dan te binnen dat de heer Louis Tobback een voorstel deed voor cross border leasing project op te zetten om de kosten voor de heraanleg van het verouderde rioleringsnetwerk te verhalen op belastingontwijkende Amerikaanse investeerders. Veel is er niet meer over gehoord, maar het geeft wel aan dat politici wel eens creatief uit de hoek kunnen komen.
Met het oog op de voorstelling in Passa Porta van het nieuwe boek van Frank Thevissen was ik nog maar eens naar de plenaire vergadering gegaan in het Vlaams Parlement en ik moet zeggen, het blijft altijd wonder om politici op hun werkplek te bewonderen. Ze doen wel degelijk hun best, zoals bleek dat de meerderheid een motie voorbereide over het debat en ook de oppositie een motie, twee moties voorbereidde. Dat geeft wat geloop en vervolgens komt er een bode de moties uitdelen op de banken. Omdat het debat op enige manier de samenhang van de regering niet in het gedrang bracht is zo een motie een evidente oefening in democratie, maar zonder verdere gevolgen. Alvast de minister weet dat hij verder kan.

Dat is nu net wat bij opinieonderzoek zelden aan de orde komt. Want zeker de opiniepeilingen in de media dienen een ander doel.  Frank Thevissen was zo vriendelijk te stellen dat de journalistiek niet de kern van een krant is, wel de publiciteit die gegenereerd kan worden en dus moet de krant lezers aan zich binden, desnoods aan gebradeerde prijzen. De inkomsten uit de verkochte vierkante centimeters is de kern van de zaak. Ooit, in 1610 richtte ene Adriaan Verhoeven een courant op in Antwerpen om de handelaars van belangrijk nieuws op de hoogte te stellen. Vandaag is het belangrijker te weten welke nieuwe design er op de markt is, de prijzen bij Delhaize of Lidl te weten van steak of iets anders, maar het nieuws komt erbij. Het klinkt kort door de bocht, maar in zekere zin, als men de weekendbijlagen van de krant bekijkt, dan is duidelijk dat men ons veel papier voorschotelt om vooral de nodige publicitaire inkomsten te verzekeren. Een wereld zonder publiciteit is moeilijk denkbaar, maar de goede verhoudingen lijken wel wat uit het oog verloren.

In de publicitaire mallemolen moeten bladen zich onderscheiden en dan houdt het ene blad een grote seksenquête, een ander onderzoekt de gezondheid en bij gebrek aan inspiratie onderzoekt men ook wel eens de artistieke smaak, al heb ik daar zelf nog niet veel gezien. Blijft over, de politieke opiniepeiling en aanverwante populariteitspolls. Het zijn echter niet zomaar peilingen, denk ik al enkele jaren en Frank Thevissen gaf aan hoezeer er met data gemanipuleerd wordt. Nu kennen we nog maar recent het geval van een professor uit Tilburg die het bestaan had zelf onderzoeken te vervalsen en daarmee zijn dienst, zijn studenten hopeloos in de war te brengen. Peer reviewing had geen baat gebracht, want de peers stonden stijf van bewondering en hoe zou men de data kunnen verifiëren als de man zelf steeds weer vragenlijsten in ging vullen om het gewenste onderzoeksresultaat te behalen. En die leken verrassend goed op wat een fictief onderzoeksbureau, Datadriven aan de pers kwijt kon zonder dat men erachter kwam dat het bedrijf een goed gevonden zotternij was van de Neveneffecten en Woestijnvis. De journalisten die de data gewillig hadden verkocht voor onwankelbare waarheid, voelden zich bekocht, maar hadden vooral blijk gegeven van hun gebrek aan kritische zin. Nu wist Walter Pauli te vertellen in zijn inleiding tot het boek, dat hij als journalist zowel bij de Morgen als bij Knack, waar hij al eens een tijdje werkte, ook wel eens gemakzuchtig met informatie was omgesprongen omdat het mooi uitkwam. In elk geval was hij er zich ook van bewust hoe moeilijk het is goed om te springen met opiniepeilingen. Want al kent men dan de kiesintenties van mensen, wat moet er verteld worden? Die kiezers die werden gebeld geven en hoeven geen uitleg te geven bij hun keuze, als ze al bereid zijn hun keuze vrij te geven. Bovendien bleek een opiniepeiling die geen grote verrassingen brengt weinig nieuwswaarde te hebben en werd die al eens opgeleukt. Zo liet de Open VLD zich rijk rekenen omdat een Dimarso-onderzoek elke keer een kleine groei liet zien, binnen de foutenmarge, maar het was groei. Bij de Europese verkiezingen van 1994 werd op 30 % gerekend en men kwam heel wat lager uit. Hoe het nu zit met de opiniepeilingen van de VRT en De Standaard? Die zouden de beste mogelijke methode hanteren en dus de best mogelijke en vooral de meest betrouwbare resultaten bieden. Frank Thevissen kon nauwelijks zijn sardonisch genoegen verbergen over al dat mistasten.

Het verhaal van de Stemmenkampioen – haast schreef ik sterrenkampioen - dat Het Laatste nieuws enkele jaren geleden bracht en waar op heel regelmatige basis evoluties in de publieke opinie werden gevolgd en waar ook, in het begin althans de deelnemers door het voortdurende evolueren zagen wat ze zelf deden, kon op zich wel interessante informatie bieden. Maar al gauw was het opzet herleid tot een simpel spel en moest de evolutie liefst een voortdurende revolutie worden. De auteur van dit boek is zelf mee met het opzet ten onder gegaan, althans, hij verloor zijn leerstoel aan de VUB. Ik moet het stuk nog lezen, maar ik denk, nee, ik weet dat toentertijd de heisa onbegrijpelijke peripetieën liet zien, waardoor de aura van de aula nog verder verbleekte.

De nazit was best aangenaam, maar het viel op dat de uitgever inwendig vloekte, want er was maar de helft opgedaagd van de mensen die beloofd hadden te zullen opdagen. En daardoor was het beetje preken voor mensen die het nieuws van dit boek al kenden of erin geloofden. Maar toch bleef mijn verbazing over dit gebeuren hangen. Nu blijkt dat mediakritiek volgens een recensie in de krant vooral een zoveelste vorm van zelfverheerlijking, ten koste van andere media. De vraag hoe of de media ons toelaten beter te begrijpen wat er gaande is in de samenleving, blijft doorgaans ongesteld. Nieuws moet ons entertainen, nieuws moet ons beroeren, maar hoezeer men het ook over de rede heeft, nieuws hoeft de rede niet uit te dagen. Over Europa? Ach, de conflictjes tussen Sarko en Cameron of de strapatsen van Italiaanse charmezangers, maar hoe en waarom ons, de burgers ten goede komen, daarover gaat het al te zelden. Over de communautaire kwestie? Sinds 2007 werden we van slag om slinger gerust gesteld, want de “mensen” stemmen niet communautair of hoogstens 2 % geeft aan separatistisch te stemmen. Zelfs in de domeinen waar de praktijk hemelsbreed verschilt tussen Noord en Zuid, zoals de behandeling van bajesklanten op vrije voeten, zou men dat niet weten. Waar werd een politicus, helaas omgelegd, nu 20 jaar geleden? Het valt op dat men de discussie over de vraag hoe diep bepaalde animositeiten zitten, zoals in een postelectoraal onderzoek over de verkiezingen van 2009, uit de weg is gegaan. Reeds de dag erna kwam Sinardet de weldenkende burger geruststellen. En zegt Frank Thevissen dan: het postelectoraal onderzoek moest nog bezinnen en zou uiteindelijk bewijzen dat Sinardet letterlijk het resultaat had voorspeld.

We zitten dus met de vraag of men opiniepeilingen moet verbieden, maar dat is zinloos en zelfs de verkeerde vraag. Op weg naar huis, onder een meer dan malse winterregen vroeg ik mij af of men werkelijk in de sociale wetenschappen dacht dat social engeneering op die onze geesten kan beïnvloeden. Om te beginnen hebben we met de Teletubies gezien hoe mensen blijkbaar door een schoon beeld beïnvloed kunnen worden. Het socialisme zou en moest gezellig worden om te blijven. Ervaren gidsen zouden ons naar het sociale paradijs voeren. Geen krant, geen radio of televisie ontsnapte aan de beelden en vaak waren journalisten actief betrokken bij het branden van het merk. Maar de verkiezingen betekenden een bizar geval van zelfoverschatting. In elk geval, men kon koken met Steve Stevaert, maar welke potjes hij op het vuur staan had werd pas later duidelijk en nu hij zich terug getrokken heeft, blijkt men de grote koppen en het grote gedruis van schandaal en schandpaal achterwege te laten. Het zou niet meer relevant zijn. Bizar en pijnlijk voor de media.

Thuis gekomen zag ik meester Jef Vermassen te gast bij Pauw en Witteman over de schietpartij in Luik spreken, over de maffiose netwerken in de vurige stede en heel uitgebreid ingaan op de verschillen tussen Noord en Zuid, inzake rechtsbedeling, inzake gevangenisregime en de nazorg voor gevangen met een zwaar strafblad, wat hem overigens de ochtend nadien op enige verwijten kwam te staan. Eerlijk is eerlijk, mijn oriëntatiegevoel werd weer op de proef gesteld, want iemand die zich voor België uitspreekt en Pater Damiaan steunde bij de verkiezing voor de Beste Belg, of was het Grootste Belg, kan toch niet zomaar de problemen in Wallonië afdoen als een probleem van de Walen alleen? En bovendien, de Nederlandse gastheren hadden er echt geen probleem mee. Eén land, maar twee politieke, mentale sferen die elkaar nog nauwelijks raken en de naaste buren nemen er nog hoogstens akte van. Wat zal Dave Sinardet, wat zal Marc Hooghe vertellen over deze flagrante ontsporing? En dat is nu precies waarom het boek van Thevissen minstens belang heeft, dat mensen zich bewust worden dat hun mening er niet toe doet. Hoe zegde iemand van Knack het? De mensen snappen die moeilijke diagrammen en grafieken toch niet. Dat is het probleem, waar men al eens een paar uur wakker van ligt. Want als de bladen menen dat haar lezers te doem zijn om wat dan ook te snappen, hoe  kan men dan nog een ernstig debat aangaan. En dus straffen academici, mediamensen en politici zichzelf, zodat ze telkens weer ijdel als de gekende keizer hun nieuwe kleren showen. Maar het beeld is niet fraai.

Feit is dat opinieonderzoek ook best objectief verloopt, waarbij men de uitkomst niet naar eigen hand tracht te zetten. Frank Thevissen bracht enkele remedies voor de huidige situatie, maar ik geloof dat de betrokken bedrijven en de mensen die er de leiding hebben best eens goed nadenken of ze op die manier de kluit kunnen belazeren. Is het zo erg als die bankier die mensen aanspoorde in te tekenen op een kapitaalsverhoging…? Ook hier gaat het om het feit dat een goed zicht op de situatie niet mogelijk is. We zullen zien welke bladen aandacht aan dit boek besteden, maar men heeft, zo valt te vrezen Frank Thevissen – als gevolg van de toestanden aan de VUB en contacten met de verklaarde vijand, c.q. Vlaams Belang, N-VA uitgespuwd en dan is het makkelijk te zeggen dat het een boek is dat voortkomt uit frustratie. Als het al zo zou zijn, quod non, dan nog is frustratie niet per se een slechte basis. Sine ira et studio? Hoeveel belangrijke werken in de wetenschappelijke sfeer zijn niet tot stand gekomen uit een zekere, koude, woede?

Bart Haers
15 december 2011

Reacties

Populaire posts