Wat zei hij nu weer, Jezus?
Recensie
Amerika
verloedert
Al langer
We schreven al
over dit boek, over een zin met name, waarin de auteur de Guldensporenslag
afdoet als een mythe. Ook een andere zin trof ons, waarin hij tot het hele
gedoe van de welnessindustrie en vormen van religie die de mens een beter leven
beloven, ook de club van Freud en diens volgelingen rekent. Het zijn naar mijn
oordeel aanwijzingen dat de auteur er veel aan gelegen is de zaak op scherp te
stellen en uiteindelijk vooral alles wat met religie te maken heeft in
discredit te brengen. Het is een goed recht, uiteraard, maar wie de nuance uit
het oog verliest, riskeert het eigen verhaal te ondergraven.
Zelf verbaas ik
mij er steeds over dat men in de VSA zo gemakkelijk een kerk of religieuze
onderneming kan stichten, maar het feit dat dergelijke ondernemers geen
belastingen betalen en dat de overheid ook niet mag discrimineren tussen de
godsdiensten, draagt er niet toe bij dat het al te vaak pathetische gedaas tegengesproken
wordt. Op dat vlak kunnen we Geert Lernout dus wel volgen en er zit een mooie
lijn in het boek, die we zeker ter harte nemen.
Mocht u vinden
dat ik niet tot een uitgesproken oordeel kom over dit boek, dat ik er expliciet
de minpunten van onder de aandacht breng en toch zeg dat het een informatief
boek is, dat aanbeveling verdient, dan is het omdat ik de auteur in zijn
verhaal kan volgen dat in de VSA een zingevingsindustrie is gegroeid die soms
zeer bedenkelijke vormen heeft aangenomen. Maar aangezien zingeving een
natuurlijke reflex is van de homo sapiens sapiens heeft het weinig zin
daartegen te willen ingaan. Het ware dus beter ervoor te zorgen dat mensen
gewapend zijn om zich niet aan dergelijke charlatans over te geven.
Hoe dat anders
kan dan via goede media en vooral behoorlijk onderwijs, blijft voor mij een
raadsel. En ja, als men de commerciële omroepen, dus niet de omroepen of
zenders van de gelovige sector zelf meer zou aanpakken op pertinente
onjuistheden… maar als het voorkomt, dan weten we dat ook niet.
De hele
discussie over Darwin op school, blijft merkwaardig voor ons, liberale
Europeanen, maar toch denk ik dat het een accent krijgt die afbreuk doet aan
andere belangrijke aspecten van wat in een schoolloopbaan aan de orde moet
komen, zoals geschiedenis, aardrijkskunde en literatuur. Als je het werk leest
van Richard Powers, maar ook van Richard Sennett (Respect) dan wordt duidelijk
dat ook de linkse Amerikaanse elite het vaak laat schieten, als het erop aan
komt mensen in de steek te laten, want wie het onderwijs niet voldoende zorg
toekent, laat vooral de jongeren in de steek.
Het boek van
Geert Lernout is daarom niet onbelangrijk, want de visie over wat christelijk
fundamentalisme nu eindelijk is en hoe tegelijk vele van die groepen en sekten
de theologie vaak niet meer de kern van hun boodschap vinden, mag ons niet ontgaan.
En op dat moment loopt de zaak uit de hand. Zoals gezegd, men kan niet alles
wat lijkt op een sekte of een beweging, zelfs al beroept die zich op de bijbel
afdoen als een verderfelijke vorm van godsdienstbeleving. Laten we wel wezen,
religie behoort tot de condition humaine, ook al zijn er velen in Europa in
geslaagd er een seculiere wereldbeschouwing op na te houden, die men heeft
opgebouwd doorheen de jaren van vorming en scholing. Velen evenwel raakten
vervreemd, zowel van een gevestigde godsdienst als van een burgerlijk
agnosticisme of dito atheïsme. Als er dan charlatans opduiken, zal die
gemakkelijk zieltjes winnen. Maar als er om de zoveel tijd nieuwe predikers
opduiken?
Het punt is dat
het wel zo is dat religie, of toch zeker een levensbeschouwing deel is van ons
bestaan, maar als de gekende bakens verdwijnen en men beschikt niet over een
voldoende kritisch apparaat dan is de weg naar een vage religieuze beleving
natuurlijk gemakkelijk te nemen. Aan de andere kant geven de strakke
richtlijnen en de leeswijzers van die mensen die in biblecolleges alles leerden
over hoe een vers uit het oude testament te verbinden met verzen uit het nieuwe
testament. Er zit inderdaad soms een zekere gekheid in die leeswijze, maar het
laat blijkbaar mensen toe hun leven op orde te brengen.
Belangrijk in de
discussie blijft het te weten wat jongeren op school leren. Wat ik zelf mocht
ervaren, in verband met biologie en de vroegste geschiedenis van de mens, het
verhaal van Lucy en zo, was dat wij wel degelijk vertrouwd werden gemaakt met
hoe het leven biologisch in elkaar zit en dat, even de kennis die we er
naderhand over kregen terzijde schuivend, dat de humani corporis fabrica er
best complex uit ziet en dat fysiologie iets anders is dan anatomie. Hoe de
lichaamsfuncties op elkaar inspeelden werd ons ook wel bijgebracht. Natuurlijk,
ook de geologie, de platentektoniek en de continentendrift kwam ook aan de
orde. Wat de levensbeschouwelijke vragen betreft, over wie ik ben en wat ik
hier loop rond te lummelen, ging het ook. George G. Simpson schreef reeds in
1961 een artikel waarin hij duidelijk maakte dat het tocht wel erg is te moeten
vaststellen dat leerkrachten lang niet altijd bereid bleken de kennis die sinds
Darwin over de evolutie van de soorten werd verworven in de school aan te
brengen. Het is naar mijn inzicht dit verschil tussen een goed katholiek
college in Vlaanderen, in de jaren zeventig en tachtig en een Amerikaanse
Highschool. Goed, we weten dat overtuigde ouders een hele tijd de
schoolbesturen bestookten met adviezen vooral niet over Darwin te spreken.
Andere overtuigde ouders kregen nauwelijks een kans, voor zover ik er iets van
begrepen heb, ook al omwille van de sociale druk, hun wens dat de kinderen een
goede opleiding kregen aan de besturen voor te leggen. Men dient er overigens
goed over te waken dat ook bij ons die aspecten onder de aandacht gebracht worden. We zouden het ook kunnen hebben over
de vraag hoe we andere facetten van de moderniteit worden aangedragen.
Rousseau, ja zelfs hij, Diderot, Newton, Leibniz, tja, ook hij en zovele
anderen, maar ook iemand als de rechtsfilosoof Hugo de Groot en uiteraard ook
Erasmus, Spinoza en anderen mogen we de leerling niet onthouden. Ik heb het
altijd betreurd dat in de humaniora niet meer tijd aan Erasmus of Montaigne
werd besteed. In feite, moet men vaststellen, kan men toch wel een andere
voorstelling geven van de evolutie van het denken die mee de aanzet tot de
moderniteit hebben gegeven. En dat zou het begrip bevorderen voor een aantal
argumenten die we in dit boek te lezen krijgen. Maar het komt me anderzijds wel
voor dat Geert Lernout, in zijn uiteenzetting over het werk van Erasmus in
verband met de bijbel, i.e. zijn onderzoek naar de beste tekstversie, de
complexiteit van dat werk een beetje te gemakkelijk uit het oog verliest. Nu,
we krijgen te lezen dat de aanhangers van de King James Bible only beweging het
echt wel op een zeer ironische manier zeer verkeerd voorhebben. Een stuk over
tekstkritiek zonder het kostbare werk van de tekstemendatie lijkt ons wel een
goede aanzet, maar het peper en zout ontbreekt toch.
Het fenomeen van
de born again Christian is daarbij niet onopgemerkt gebleven, zeker niet nadat
ook de kandidaat en latere president Georges W Busch er geen geheim van maakte
om na een redelijk ontuchtig leven plots het licht te zien. Velen gingen hem
voor, anderen volgden maar voor allen gold dat ze in de bijbel het licht hadden
gezien, hoe rudimentair hun inzichten ook zijn.
Geert Lernout
geeft dan maar af op al die clubs, colleges, universiteiten en alles wat er bij
komt kijken. Terecht stelt hij vast dat de vrijstelling van belastingen voor de
reli-tycoons een aansporing is de zaak nog verder te exploiteren en dan ziet
men dat de tiende, de dime effectief betaald wordt. We schreven dat
Lernout erop afgeeft, op de religieuze gekte in de Verenigde Staten, maar
eindelijk krijgen we geen echte verklaring waarom die charlatans zo hun weg
kunnen gaan. De wereld is gespleten tussen goeden en kwaden? Okay, maar dat is
hun wereldvisie. Sommige geloven in de wederkomst van de Heer, anderen bereiden
zich voor op een immanente Dag des oordeels en wat al niet meer. Zonde is
duidelijk, over deugden worden zelden gesproken. De klassieke gezindten binnen
de christelijke traditie, van RKK tot Calvinisme hebben altijd de idee gehad
dat er naast het geloof en de genade ook het een rol was weggelegd voor de
gelovige, die niet enkel door zijn of haar geloof gered zou worden.
Sola fide! Het is bij de nieuwe religies altijd weer wat de boventoon gaat voeren en het ontslaat de gelovige ervan zelf het nodige te doen om de heer te loven en te prijzen door zijn of haar goede werken. Waarom dit in de VSA, die zo materialistisch – wat het woord ook mag betekenen – heetten te zijn, zovelen juist hun gading vinden in allerlei vormen van geloven waar de Vader hun heil en uitverkiezing bepaalt, niet zijzelf, blijft voor mij het belangrijkste probleem. Want precies de moderniteit heeft die eigen rol in de lotsbestemming zo sterk op de voorgrond gezet, deels vanuit het Calvinisme, waar welvaart kon gelden als een bewijs van, vermoeden van uitverkiezing. Welvaart en geloof konden zo gebonden. Maar onder invloed van die houding werd de autonome lotsbestemming belangrijker en zo kan men de “Oath of Allegiance”dat ook jongeren moeten zweren en dat zelfs dag na dag op college, kan men echter zien als een vorming in staatsburgerschap. Wie de constitutie zweert te verdedigen tegen vijanden, binnen- en buitenlandse, kan er zich wel rekenschap van geven dat burgerschap inzet vraagt. Velen brengen die ook op, maar sinds de mislukte interventie in Vietnam blijft het verbazen dat een kritische houding tegenover het beleid zo moeilijk te vinden is. Want het kan zeer in de lijn van de constitutie liggen om de zittende president en zijn administratie het vuur na aan de schenen te leggen. Onder Busch bleek het onmogelijk, aldus Tony Judt, kritisch de politiek en de oorlog ten aanzien van Irak te bekijken en dat ook luid en duidelijk te laten blijken. Er is dus meer aan de hand in de Verenigde Staten.
De vaststelling
dat kritiek op de wapenwetgeving waarbij burgers op straat wapens mogen dragen,
al is dat blijkbaar toch wat ingeperkt, vastloopt in een wild geraas over de
pioniers en de vrijheid van de persoon vindt overigens vaak ook bij de
religieuze goeroes gehoor en meer nog, steun. De religie tempert dan niet de
oppervlakkige aannames, maar goed, ook bij de andere kerken en gezindten is die
ruimte voor een gepondereerde visie nu eenmaal zo goed als verzwonden. Of er
blijven nog vage noties over en daardoor verschillen die niet zo heel van wat
mainstream leeft bij de mensen of men is streng in de leer.
Goed, Geert
Lernout geeft dit ook mee, maar een verklaring is er niet dan de opeenvolging
van de Awakenings, met daartussen dan ook uiteraard de verslommering van het
geloof en lidmaatschappen. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de
jaren vijftig, zestig en zeventig van de 20ste eeuw, ondanks de
crisis die het McCartyisme en de vervolging van het communisme inluidde, ook
het product was van Franklin D. Roosevelts aanpak van het onderwijs. Grote
groepen in de samenleving kenden welvaart en ook was er een relatief open
klimaat. Wel is het zo dat André Schriffin aangeeft dat in die periode het
klimaat ook alweer behoorlijk anti-intellectualistisch uitpakte. Maar goed,
sinds de jaren 1980 zien we dat de predikers, handopleggers en anderen hun weg
naar het publiek gemakkelijk vinden en dat de respons groot blijkt. Nog eens,
daarvoor vinden we geen echte verklaring in dit boek.
We denken dat
precies de onzekere levensomstandigheden van vele Amerikanen, door de
toenemende eis tot flexibiliteit hierbij een rol speelt. Ik denk ook dat het
niveau van scholing in het onderwijs hierbij van belang is. Waar in de jaren
zestig jongeren zich aangesproken voelden tot een ideologie van grotere
vrijheid, waar in de jaren zeventig nog een zekere openheid mogelijk bleek,
verdween die naderhand en kreeg men opnieuw massa’s bereid om het woord van de
heer aan te nemen. En dan moet men toch vaststellen dat ook de media nog
nauwelijks kritiek brachten, maar om commerciële redenen van alles en nog wat
gingen brengen, zonder dat duidelijk werd, of dit nog wel echt religie mag of
mocht heten. De aanwending van de vrijheden van de Amerikaanse constitutie werd
dus van begin af aan opgerekt, zonder dat er middelen leken te bestaan, om die
tegen te werken. De discussie over de school zonder Darwin, met het beruchte
proces, waarbij men de school wilde dwingen de evolutietheorie te bannen blijft
wat mij betreft een teken van gewild en dus cynisch dom houden van de jongeren
en dus ook van de massa’s.
In een ander
stuk schreef ik dat ik hoopte te zien of Lernout over de rol van superrijken in
het verspreiden van wat men voor het woord van god houdt, maar dat vooral de
portefeuille van de predikanten spekt, zou schrijven. Dat doet hij, net als hij
aangeeft dat ook de beter opgeleiden en de middenklasse zou meedraaien in de
eeuwige zoektocht naar het zekere heil. Dat kan men vaststellen, maar wat men
ook dient vast te stellen is dat noch in het onderwijs noch in de media noch
bij uitgeverijen nog een aandrang zou bestaan om in te gaan tegen het wijd
verbreide fundamentalisme door de aandacht te vestigen op wat er aan cultuur,
ook in de VSA is ontwikkeld, inzichten die een mens wel degelijk toelaten zelf
richting te geven aan het leven.
We krijgen een
beeld te zien van de VSA en vooral van de vrije markt op het vlak van religies,
waarbij men vaak steeds straffere predikers wil horen. Nieuw is dat niet, als
we denken aan de vele vormen van armoedeprekers in de middeleeuwen, die in
Europa rondtrokken, de fraticelli en fraternelli die tot allerlei vormen van
individuele armoede opriepen en tegelijk de predikers toelieten er een vrij opulent
en zelfs promiscue leven op na te houden. Ook sommige van die predikers blijken
er niet zelden in te slagen een mooi fortuin bij elkaar te verzamelen met het
vertellen van wat we niet anders dan als nonsens kunnen beschouwen.
Ooit ben ik eens
naar een Bijbellezing gegaan in een Gentse groep en de wijze waarop teksten aan
elkaar werd gelinkt, het gaf me wel te denken, zeker omdat je als historicus
voortdurend teksten met elkaar confronteert om een beeld te kunnen vormen van
wat er nu werkelijk gaande was in de betrokken periode. Lernout wijst er
terecht op dat hij niet over de vormen van cirkelredeneringen heen kan die deze
mensen telkens weer te koop hebben en de consumenten voor heilige waarheid
houden, tot er een andere komt.
Besluit
Ik denk dat het
boek van Geert Lernout, Jezus in Amerika best aan te bevelen valt. Maar wat er
ontbreekt, lijkt mij is een zoektocht waarom dat proces en de problemen in de
Amerikaanse samenleving, die tot die stuurloosheid hebben geleid. De vrijheid
van religie is een prachtige verovering, maar als men ziet tot hoeveel
intolerantie dat leidt, kan men er zich toch wel vragen over stellen. Het punt
is dat nu net die dubbelzinnigheid en vooral het onverholen winstbejag bij
predikers tot afwijzing zou moeten leiden. Maar het valt op dat de Amerikanen
succes afmeten aan de aanhang en de rijkdom van de predikers.
Geert Lernout
laat de lezer toe beter te begrijpen hoe de markt van de religies werkt, maar
vergeet toch dat een verklaring niet zozeer in de domheid of oppervlakkigheid
gezocht moet worden, wel in het gebrek aan vorming en wellicht ook, denk ik
dan, de aperte onverschilligheid in de samenleving ten aanzien van wat waar en
waarachtig mag heten. De ene waarheid zal niemand in pacht hebben, maar de omgang
met de King James Bible alleen al laat zien dat men niet ongestraft de
intellectuele cultuur terzijde schuift. Wil nu net dit het punt van de auteur
zijn, dat wij Europeanen die houding van het andere Amerika niet begrijpen. Ik denk net daarom dat meer antropologisch
onderzoek nodig is. En dus ook veel hoogstaander onderwijs. Wil men dat niet?
Tja, een regering die de willekeur in die zaken niet wil beknotten, met
vrijheid heeft het allemaal weinig uitstaans, toont zich weinig
verantwoordelijk.
De zoektocht van
Geert Lernout naar het andere Amerika, het Amerika dat we niet zo goed
begrijpen eindigt op een positieve noot, namelijk dat de Amerika niet zo
ernstig nemen wat de predikanten telkens weer te berde brengen. Fanatici zijn
er wel, maar in een land als de VSA kan men gemakkelijk enkel honderdduizenden
verzamelen voor een doel. De vraag is of de invloed van die vertegenwoordigers
in religie door anderen voldoende gecounterd wordt. In die zin mag men
verwachten dat ook daarnaar gezocht wordt. Nu goed, als pamfletessay kan het
wel boeien, deze zoektocht naar Jezus in Amerika.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten