Over helden met een hoek af


Recensie

Waarom blijken we tot misdaad in staat?
Zou het brein misdadig zijn?

Antoine de Kom, Het misdadige brein. Over het kwaad in onszelf. Em. Querido 2012. pp 191; prijs: 18,95 €


De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Het is een van die wijsheden die we onszelf en anderen wel eens oplepelen, als we het even te lastig hebben. Maar niemand zou eraan denken zichzelf of een ander in staat te achten tot meer dan kleine pekelzonden. Nu we bijna dagelijks in de media te maken krijgen met misdaad en de hele literaire productie afgewogen lijkt te worden aan het spannende boek, nu televisie in Europa massa’s misdaad presenteert, zou men denken of vrezen dat de mens tot niets anders in staat is. Klopt dat dan wel? En hoe zal men die misdadigers begrijpen.

Een partij die haar voordeel lijkt te doen bij de groeiende of blijvende belangstelling voor het misdadige brein is de psychiater die zich bezig houdt met forensisch onderzoek en een van hen, Antoine de Kom schreef hierover een boekje. Het leest wel vlot weg en toch, de lezer wordt wel uitgedaagd even na te denken, want het gaat er niet om of de psychiater zomaar altijd tot ontoerekeningsvatbaarheid besluit, laat staan dat hem altijd duidelijk is wat de dader heeft gedreven. De arts mag niet schrijven over de gevallen die hij onderzocht heeft of nog onderzoekt maar toch wil hij ons uitleggen wat hij doet en hoe hij tot besluiten komt.

Zoals te verwachten valt werkt een psychiater in deze niet alleen, althans niet in het Pieter Baan Centrum, nu het Nederlands Instituut voor forensische psychiatrie en psychologie, dat op last van het openbaar ministerie bij bepaalde misdrijven de betrokkene zal onderzoeken en al dan niet besluiten zal tot verantwoordelijkheid of verminderde verantwoordelijkheid van de verdachte. Dat dit verhaal niet met een simpel ja of nee beantwoord kan worden, ligt om meer dan een reden voor de hand. Want wat betekent dit, verantwoordelijk zijn voor een (mis-)daad? En kan het publiek accepteren dat een Anders Breivik of een Kim de Gelder door het oordeel van een psychiater “gewoon” geïnterneerd zouden worden. Opvallend is dat in dit land nog steeds geen centrum werkzaam is zoals het Nederlandse instituut voor forensische psychiatrie en psychologie zodat bij op het oog eenvoudige zaken als die van de moorden in het kinderdagverblijf in Dendermonde psychiaters rapporten schrijven en elkaar tegenspreken. Welk belang dient de advocaat hier door steeds weer tegenexpertises te vragen? En wat zou Antoine de Kom hiervan maken? Hij mag, zoals gezegd niet schrijven of spreken over aanhangige zaken of zaken uit het verleden. Dus over Lucia de B, de verpleegster kan hij niet spreken. Het is een zaak die me altijd is blijvend boeien omdat de juridische molen in deze wel erg faliekant uit het lood is gedraaid. Als dan de heropening van de zaak dat veroordeling tot levenslang leidt tot vrijspraak… dan moet men toch eens gaan kijken waarom hierin zo geoordeeld werd.

Antoine de Kom vertelt op verschillende niveaus hoe verdachten van aperte misdrijven zoals Nero, Tiberius en Marquis de Sade en zelfs Reinaert de Vos, inderdaad, de rosse duivel uit het epos, geschreven door Willem die madoc maecte, komt aan de orde. Want de onverbeterlijke moordenaar en listigaard, die van alles kan bereiken met mooipraterij weet ook de gebreken van zijn slachtoffers uitstekend te benutten. Men zou er bang van worden, van die uitstekende psychologen…

Omstandigheden, nog eens omstandigheden bepalen wat we doen. De gelegenheid maakt de dief, of erger en toch, men kan dit aan het misdadige brein wijten, als we de heer de Kom volgen, dan is het moeilijk aan de hand van een checklist vast te stellen of er sprake is van een stoornis, want een stoornis kan er wel zijn, maar dat wil nog niet zeggen, altijd en in alle gevallen of er sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Maar, vraag ik me dan af, zou misdadig opzet dan niet inderdaad een mogelijk zonder te moeten verwijzen naar een stoornis. Het zou betekenen dat we niet aanvaarden dat mensen inderdaad, metterdaad in staat zijn tot misdaden, dat de verklaring moet gevonden worden in afwijkend gedrag. Dit boek laat zien dat de psychiater niet zomaar kan of mag besluiten tot een stoornis, laat staan de toerekeningsvatbaarheid zomaar beperkt achten. We weten dat sommige filosofen vinden dat vrije wil, schuld en verantwoordelijkheid niet bestaan en dus kan men ook geen mensen straffen, wel hen behoeden voor verder onheil. Ik vraag me af of dit wel een correcte benadering is.

Don Giovanni wordt in dit boekje verdacht van mishandeling en verkrachting, maar uiteraard ziet hij geen grond voor die aantijging. Want zij nodigde hem er toch toe uit haar te verleiden. 1003, mille e tre Spaanse vrouwen, maar alles was volgens hem in orde. Antoine de Kom beschrijft subtiel hoe de man zich alleen als hij zich met vrouwen kan inlaten, iemand voelt. Met Leporello heeft hij een symbiotische band, maar, in de gevangenis kan hij niets klaar maken en dus gaat hij zover de psychiater in gijzeling te nemen. Voor de psychiater is het duidelijk, de heer Don Giovanni heeft eindelijk wel keuzemogelijkheden maar precies omdat hij een idee heeft van zichzelf dat geen oog heeft voor zijn compulsief gedrag, voor zijn drang naar symbiotische verbinding en de onmogelijkheid af te zien van een verovering.

We zouden u ook kunnen onderhouden over de wijze waarop de heer Tiberius gepresenteerd wordt, hoe we Nero op de sofa zien, maar telkens valt ons op dat Antoine de Kom met het beschikbare materiaal over deze figuren voor een benadering kiest die ons, lezers, maar ook als nieuwsgierige volgers van het nieuws in zekere zin bij de neus neemt, want al die stellige uitspraken over Robert M in de media, waarbij, het moet gezegd de spanning wel erg groot wordt tussen de ouders en vele buitenstaanders en de filosoof, zoals Jan Verplaetse die meent dat ons moreel systeem niet redelijk is, dat het handelen, ook van een pedofiel dwangmatig en dus schuldeloos is. Verplaetse meent dat alleen de beginselenmoraal op de rede gebaseerd is en dat we voor overige alleen uitgaan van onze driften. Misdadigers kunnen dus alleen misdadigers zijn. Omstandigheden kunnen inderdaad bepalen hoe we door het leven gaan. Maar als iemand kiest, wetens en willens voor een leven in de grijze zone of gewoon de misdaad, dan kan dat alleen begrepen worden als een bewuste optie binnen een cultuur. Dan gaat het dus niet om impulsen, om een levensvorm die men kan afwijzen maar toch verkiest.

Het komt mij voor dat gemakkelijk aanvaard wordt dat mensen die op enig ogenblik een wanhoopsdaad plegen, niet anders kunnen. Er zit vaak een noodzakelijkheid in, maar we weten eindelijk niet, kunnen dat ook niet weten hoeveel mensen er uiteindelijk niet toe overgaan. De psychiater zegt aan de interviewer, die beweert zijn vrouw en buurman te zullen vermoorden omdat ze hem hoorns zetten, dat hij, de psychiater zo een uitlating alleen maar ernstig kan nemen. Want hij moet vermijden dat hij, de interviewer de voorgenomen daad zal stellen.  De interviewer zegt een spel te spelen maar de psychiater vindt dat dit spel wel eens bedenkelijk kan uitpakken.

Dit boek legt de nadruk op het feit dat wat we doen te maken heeft met onze voorgeschiedenis, met wie we zijn en hoe we ons met anderen al dan niet gebonden weten. Het mag duidelijk zijn dat de idee dat elk gedrag direct kan gelinkt worden aan een stoornis, voor Antoine de Kom wat kort door de bocht is. Het stelt ook de discussie op scherp of we inderdaad zouden kunnen besluiten dat verantwoordelijkheid en vrije wil niet bestaan, maar dat we volkomen gedetermineerd zouden zijn. Dat de mens een zoogdier is, een organisme dat functioneert volgens bepaalde mechanismen en in bepaalde structuren kan niemand ontkennen. Het probleem is dat we vandaag geconfronteerd worden met een mensbeeld waarin de mens volkomen bepaald zou zijn door het brein maar dat er niet zoiets waargenomen werd als een bewustzijn. Het zit niet in de materie, zegt men en dus is het er niet. Maar hoe, vraag ik mij af, komen we dan tot die heftige emoties van woede en liefde? Zij zijn, zegt men dan in de mens ingebakken al lang voor hij in de savanne rechtop ging lopen. Maar behalve het feit dat de ontwikkeling van de soort niet in een specimen werd gerealiseerd, dat diversiteit binnen die groepen sterk was en inderdaad niet bedoeld was, niet op dat ene grote doel, de homo sapiens sapiens te realiseren. De evolutietheorie strekt er immers toe aanvaardbaar te maken dat ontwikkeling van de soorten gewoon gebeurde, zonder plan of doel. Bijkomend probleem is dat men de evolutie van de primaten die dus tot de soort mens zouden leiden alles behalve helder is. De grote lijnen zijn blijkbaar duidelijk, maar hoeveel mutaties binnen de groep van de australopitheci er op niets zijn uitgelopen, weten we niet. En waarom sommige veranderingen wel standhielden is ook niet helemaal duidelijk. Het blijft een boeiend gebied, natuurlijk, maar het is, denk ik, maar een facet van de ontwikkeling. Wanneer heeft de mens het vuur leren beheersen? Wanneer is de mens bewust geworden dat hij of zij iemand is, niet zomaar door het instinct gedreven kan handelen, maar precies met overleg te werk gaan?

Men zegt dat het verhaal van Kaïn en Abel logischerwijze niet kan, maar het is wel zo dat de verbeelding van de mens dit verhaal uit vele andere koos om aan te geven hoe de mens inderdaad gedreven door jaloersheid kan komen tot zware misdaden, tot zelfdoding ook,  wat mij ertoe brengt de vraag te stellen hoe de huidige neurobiologen en aanhangers van een deterministisch mensbeeld de cultuur inpassen in hun verhaal. Een quintet voor piano en strijkkwartet schrijven of spelen is niet nuttig, maar als er een publiek is dat de muziekcultuur kent en kan waarderen wat vijf mensen op een podium kunnen en het werk van de componist waarderen kunnen, dan zal dat genoegen toch maar bezwaarlijk via een fRMI-scan kunnen waarnemen. Maar ook het spelen, piano of strijkinstrument vergt heel wat aandacht, veel bewegingen die niet natuurlijk zijn en dus denk ik dan, waarom zou een mens dat doen? Het domein van de cultuur, van het vertellen van verhalen, zoals Antoine de Kom in dit boek doet, waarbij hij zijn kennis van onderzochte gevallen verwerkt in een soort analyse van historische figuren en zelfs romanfiguren, zou niet wetenschappelijk zijn. Hoezo?
Binnen die verhalen komt ook de interviewer tussen onderaan de bladzijde en we krijgen ook wel meer informatie over de figuur, maar die is niet uitputtend, slechts duidend. Het verhaal over Adolf Eichmann verwijst niet naar Mulisch, de zaak 40/61 of Hannah Arendt. Toch blijft het verhaal van het onderzoek wel duidelijk genoeg, maar legt de auteur ons de vraag voor of niet iedereen zich ethisch kan afsluiten voor de gevolgen van zijn of haar job. Eichmann organiseerde het transport naar de Treblinka en Sobibor, Auschwitz natuurlijk en vond daarin een groot genoegen. Hij gaat er prat op dat hij voor zijn grote opdracht zelf hebreeuws heeft geleerd en naar Palestina is gereisd. Het meewerken aan de grootse zaak, zo ziet hij zelf, was voor hem een levensvervulling. Dat Himmler op zeker ogenblik het transport van Hongaarse Joden tegenhield en hem bijna dwong tot insubordinatie, toch een zwaar vergrijp in de SS, roept hij haast in als een verschoning voor zijn daden. Hij kan de slachtoffers niet zien als mensen en toch, sprake van een stoornis in pathologische zin is er blijkbaar niet, maar dat de man ernstig gestoord is, zoveel is wel duidelijk. Leest men over hoe Antoine de Kom tot de conclusie komt dat de man zijn permissieve onderworpenheid weet op het heffen, dat hij zijn gevoelens van angst en agressie weet te verdringen, dat tenslotte Eichmann zegt, zoals op het proces geloof ik, dat hij van zijn land en volk houdt en dat hij gekozen heeft wat gekozen moest worden, dan is duidelijk, denk ik, we wel met afschuw naar Eichmann moeten kijken, maar dat dit niet volstaat. De afschuw leidt namelijk af van de vraag of wijzelf ons bewust zijn van het vermogen plichtsgetrouw het kwade te voltrekken. Men heeft het kwaad als een metafysisch gegeven weggezet en meent nu dat het dus ook niet meer bestaat. Hoezeer men tegelijk de slachtoffercultuur koestert, men ontkomt er niet aan naar de daders van misdaden te kijken, naar mensen ook die in hun functie en/of in hun omgang met anderen niet bepaald ethisch handelen want als er leed is in deze wereld, dan komt het niet  enkel van het verschuiven van tektonische platen of een veranderend klimaat. Maar van de daders, zo lezen we in dit boek, maken we een robotfoto en we kijken hoe hij of zij ergens in pas, of ze nu, zoals Magda Goebbels, hun kinderen doden, of zoals Reinaert de Vos iedereen met plezier oplichten en beroven. Over Magda Goebels schrijft de auteur niet, maar het zou eindelijk wel een mooie casus geweest zijn. Een moeder die haar kinderen dood/laat doden omdat ze vreest voor hun leven als het Derde rijk ophoudt te bestaan. Hoeveel gezinsdrama’s zijn er niet waar onbeschrijfelijke angst voor de toekomst een rol speelt, maar het kan ook geschonden eergevoel zijn… kortom, dit boekje laat zien, denk ik, dat we inderdaad kwaad bedrijven en hoe gestoord ook, de mensen die het kwaad bedrijven, zijn niet gestoord. Maar ja, het is gemakkelijker op hen een stempel van een pathologie te drukken, ook als dat in wezen niets verklaard en bovendien de dader zelf tot slachtoffer weet om te toveren, soms zozeer dat de werkelijke slachtoffers buiten beeld vallen. Of, zoals in dit boekje ook aan de orde komt, sommige daders worden helden.

Bart Haers




Reacties

Een reactie posten

Populaire posts