Wat goeds kan er uit Rostock komen?


Reflectie

De gedachten van 
een president
Wat de ervaring leert

Joachim Gauck, Laat je niet regeren door angst, maar door moed. Cossee Essay, 2012; pp: 63. Prijs: € 9,90

Gelukkig zijn er nog uitgeverijen die zich ertoe beijveren interessante gedachten het licht te laten zien. Waarom de Vlaamse media de lezing van Joachim Gauck het vermelden niet waard vinden en over de inaugurale rede van de pas ingezworen Bondspresident ook al niets te vertellen heeft, kan men niet wijten aan een vorm van provincialisme, wel aan het onvermogen de inzichten van opvallende figuren onder de aandacht te brengen.

Er is een zekere ironie van de geschiedenis in het spel. Aandacht genoeg voor Stéphane Hessel, geboren in Berlijn in 1917, die mee zou schrijven aan de verklaring van de Rechten van de mens, terwijl Gauck, een generatie jonger en geboren in Mecklenburg, vlakbij de Oostzee, hoogstens voor zijn troebele echtelijke situatie vermeld wordt. De autobiografische aantekeningen die in Duitsland nogal veel aandacht kregen, werden hier nauwelijks besproken. Meer nog, erger nog, de man kreeg bijna een ostracisme te verduren omdat hij bij de val van de muur een arbeider van het laatste uur zou zijn geweest en zich dus veel te laat zou hebben aangesloten bij de oppositie tegen de SED en regering van de DDR. Hoeveel duidelijker kunnen  journalisten en redacteuren hun onvermogen aangeven het denken van sommige figuren naar waarde te schatten.

In zijn lezing “Vrijheid, een pleidooi” brengt Joachim Gauck gedachten aan de orde die ook Alicja Gescinska in haar essay, de verovering van de vrijheid, met haar lezers wilde delen. Men zal zich herinneren dat ik dat boekje met veel interesse voor u besproken heb. Maar Joachim Gauck heeft de hele geschiedenis van de DDR aan den lijve ondervonden. Geboren in 1940 als zoon van een marineofficier was Gauck er getuige van hoe Mecklenburg door de Russen onder de voet werd gelopen…
Maar goed, wat voor goeds kan er komen van een dominee uit Rostock, die dominee zou geworden zijn bij gebrek aan betere mogelijkheden? Of is het omdat hij in zijn stuk over de vrijheid de verantwoordelijkheid van de regeerders én van de burgers centraal staat? Ligt het eraan dat Joachim Gauck de Franse revolutie, de moeder, volgens sommigen, van elke revolutie, in vraag stelt? Misschien is het vooral omdat hij de ervaring onder de aandacht brengt gedurende 49 jaar van zijn leven wel als burger te zijn aangesproken, maar dat hij vooral de taalvervuiling niet aanvaarden kon.

Een burger was hij niet, zo schrijft hij, wel een ingezetene, een ingeslotene, die niet weg kon uit de Republiek van boeren en arbeiders. Hij werd inderdaad dominee omdat hij wegens de arrestatie en de deportatie, gedurende 3 jaar van zijn vader naar Siberië, zonder dat er ooit enige verantwoording voor kwam, maar wat voor hem betekende dat hij niet studeren mocht aan de instellingen van de DDR. Ook aan de jeugdbewegingen van de Partei kon hij niet deelnemen, want het lot van zijn vader wierp ook over hem zijn schaduw.

Vrijheid blijft duidelijk een moeilijk begrip, maar stelt Gauck ons gerust, we kunnen niet zonder die vrijheid als een aanzet om van het leven iets te maken. Waar de revolutionairen aan het eind van het verhaal altijd de vrijheid offeren voor andere, hogere doeleinden, zoals Schiller het beschrijft in het lied van de klok:

Weh, wenn sich in dem Schoß der Städte
Der Feuerzunder still gehäuft,
Das Volk, zerreißend seine Kette,
Zur Eigenhilfe schrecklich greift!
Da zerret an der Glocke Strängen
Der Aufruhr, daß sie heulend schallt,
Und, nur geweiht zu Friedensklängen,
Die Losung anstimmt zur Gewalt.

(Wee, wee, wanneer in de schoot der steden
Het vuur der muitzucht vreselijk smeult
En daar het teugelloos volk ’t ontevreden
Door wraak gedreven, samen heult;
De alarmklok luidt, en doof voor rede
Die klank door d’oproerkreet  ver(ge)zeld
En zo de klok , gewijd aan vrede
Misbruikt ten teken van ’t geweld

Naar vertaling van A. van der Willlighen 1914)   

Hoewel Joachim Gauck de klassieken niet schuwt, stelt hij zonder omhaal van woorden dat hij zijn inzichten niet in een ivoren toren vond, maar dat het leven hem die aandroeg. De ervaringen met een systeem dat mensen burgers noemt en hen tegelijk behandelt als gevangen, rechtelozen, brachten hem er reeds als dominee toe voor 1989 de zaken ernstig te bekijken. Als dominee, we herhalen het hier graag, wist hij in de officieel atheïstische staat in een nieuwbouwstad toch een behoorlijke gemeente – voor de Vlamingen, een parochie – te vormen met mensen die wel degelijk een uitweg zochten voor de beslotenheid van het systeem.

Uit dit essay blijkt dat ons spreken over vrijheid inderdaad vaak theoretisch is. Het alternatief, aldus Gauck in zijn inaugurale rede, dat het kapitalistische systeem terzijde wilde schuiven was niet bij machte tegelijk mensen in hun waardigheid en autonomie te respecteren. Het komt me voor dat we met deze gedachtengang nog altijd niet over de baan kunnen. De vrijheid vergt dus verantwoordelijkheid en de moed het systeem en de machthebbers te tarten. Subversie wordt vandaag – in West-Europa – zelden anders gezien dan als een opstand zonder verdere inzet. Waarom ook want er zijn andere mogelijkheden om zich als burger tot de overheid te verhouden en de overheid kan ook niet zomaar naar willekeur handelen.

Voor Gauck evenwel zijn er redenen om zich bezorgd te tonen, want veel burgers in dat oude Europa vinden die vrijheid niet (meer) zo belangrijk. Net als men het onderhouden van enkele inzichten en verhoudingen, vanwege de overheid ook niet zo belangrijk meer lijkt te vinden. Gaat het om tolerantie, dan lijkt de man zich blauw te ergeren aan een concept van verdraagzaamheid die zich aan niets lijkt te storen. Zolang men zelf niet betrokken is, kan het allemaal. Gauck meent dat men zo afbreuk doet aan een fundamentele voorwaarde van de democratie, namelijk dat men de publieke zaak toegewijd is.

Wat de overheid doet is meer dan enkel een zaak van baten en lasten voor de individuele burger, maar die individuele burger kan en mag geacht worden ook het grotere plaatje te vatten en indien nodig de overheid aan te spreken. Dat men eigen belangen behartigt, individueel en via het middenveld is een, dat men ook oog heeft voor het algemeen welbevinden, zich daarover buigt een tweede. Nu zal men mij voor de voeten werpen dat we de laatste jaren toch gezien hebben dat burgeractivisme wel tot iets leiden kan, zoals het afblazen van grote infrastructuurwerken, maar de vraag is, blijft of men hier niet het individuele, particuliere belang van enkelen verdoezelt onder het mom van het algemeen belang dat men zegt te dienen. De verkeerscongestie rond Antwerpen is een feit, de voorgestelde oplossingen werden eerst aanvaard en vervolgens onder druk van enkele actiecomités van tafel geveegd op grond van soms twijfelachtige argumenten.

Het blijft mij verbazen dat men vandaag sowieso altijd al vooraf weet wie de vijand is. Zoals Gauck laat zien in zijn inaugurale rede, kan men daar best wel eens goed over nadenken.  Het gaat uiteraard niet altijd om conflicten tussen groepen en/of personen. Het komt mij voor dat dit een van de misvattingen is over de wijze waarop in een democratisch bestel besluitvorming tot stand komt. Ervan uitgaan dat elke besluitvorming een kwestie is van antagonisten die elkaar op leven en dood bestrijden maakt het moeilijk de redelijke afweging van argumenten ter hand te nemen en te onderzoeken.

De Duitse president heeft geen feitelijke macht, vertegenwoordigt op een ceremoniële manier de natie en kan hoogstens een ethisch appel doen aan de natie. Joachim Gauck was al een keer kandidaat voor dit ambt maar mevrouw Merckel zag enkele problemen. Toen de kandidaat Christian Wolff blijkbaar niet helemaal voldeed, erger, een veil figuur bleek, kon zij zich wel vinden in Gauck. Ik had kunnen weten dat men hem niet ernstig zou nemen. Iemand die verwijst naar de heer Vaclav Havel? Iemand die de linkse intellectuelen in het Westen verweten heeft dat ze geen oog hadden voor de situatie in het Oosten, in de DDR, Polen, Tsjechië of Hongarije, die moet blijkbaar niet echt op veel interesse rekenen.

Dat deze man niet zegt dat de democratie het minst slechte systeem is, maar dat het ronduit het beste is en dat mensen die ervan verstoken moeten leven, ernaar talen, terwijl wij, verwende Europeanen er om allerlei redenen er vooral de gebreken van zien, moet ons toch wel tot nadenken stemmen. Besluit? Het mag duidelijk zijn, ik denk dat men Gauck en met hem Vaclav Havel en talloze anderen, ook Donald Tusk, de huidige  Poolse premier niet ernstig kan nemen. Met Donald Tusk waag ik het dan ook af te ronden met deze gedachte over het Europa dat wij erfden en hopen door te geven::

Het is werkelijk de beste plek op aarde. Iets beters heeft tot nog toe niemand bedacht.”

Bart Haers 

Reacties

Populaire posts