Een laatste teken van leven in Kaaskerke?


Politieke gedachten

“Ausserparlamentarische Opposition”
En een drager van (persoonlijke) ontvoogding

De boog van de Paxpoort in Kaaskerke, Diksmuide.  
Zelf ben ik maar goed tien keer op de IJzerweide gekomen. Als lid van de KSA Waarschoot ben ik hoogstens een keer mee op fietstocht naar Diksmuide gegaan. Later ben ik met een klasgenoot en diens vader, helaas te vroeg gestorven, naar die weide gegaan onder de toren. Toen was het filerijden, kilometers voor we de toren zagen opdoemen. Later, toen ik via Vlaanderen Morgen en de VU dichter bij de Vlaamse Beweging kwam, ben ik er een aantal keren heen gegaan en heb het publiek zien afhaken. De trieste demonstratie van de tweespalt – die tweespalt kan men nauwelijks triest noemen – had plaats in 1996, toen VB een plan uitrolde en uitvoerde om de regalia van de Vlaamse beweging over te nemen, de IJzerweide, de toren en ook wel de erfenis van het IJzertestament. Hoe men het ook wil bekijken, die geschiedenis is na 80 jaar afgerond. Er zal geen zomerse grootschalige reünie meer zijn. De toren werd een monument en memoriaal waaraan de Vlaamse regering de nodige middelen wenst te besteden om het allemaal te onderhouden. Het Testament, dat aan de grondslag ligt van de IJzerbedevaarten is al minstens 25 jaar splijtstof en vooral de interpretatie werd een splijtzwam.

Voor ons vormt de belangrijkste reden voor die evolutie niets meer en niets minder de gerealiseerde autonomie van Vlaanderen en de ontwikkeling van een eigen politieke gemeenschap binnen het Europese geheel. De noodzaak buiten het parlement de zweep te kunnen leggen over de lamme ruggen van de gekozen politici mag dan voor sommigen nog steeds boven alle twijfel verheven zijn, in wezen is er binnen het politieke bestel voldoende ruimte voor politici om met resultaat de belangen, zoals zij dat zien, van de Vlamingen te verdedigen.

We zullen hier dan ook niet het akkoord dat Di Rupo schraagt analyseren, wel het feit dat de mensen die vandaag in OVV en andere organisaties nog steeds proberen de buitenparlementaire waakhond van de politieke vertegenwoordigers van het Vlaamse volk te spelen. Men zou kunnen veronderstellen dat de partij(en) die het Vlaamse gedachtegoed als core business uitdragen zich van de steun van die buitenparlementaire oppositie hebben bediend. Tot op zekere hoogte was dat ook zo, maar men kan alleen maar vaststellen dat op het ogenblik dat de grote sprong voorwaarts gemaakt werd, met het Egmont Pact (1977) de zaken hopeloos in de soep gedraaid zijn. De cultuurfondsen zijn hun rol van opposant trouw gebleven, klinkt dan de ene analyse, maar de andere is tragischer, want als we vaststellen dat elke staatshervorming die men definitief noemde – aan Franstalige en Vlaams-unitaristische zijde – uiteindelijk weer de kiemen legde voor nieuw wederzijds ongenoegen, dan mag duidelijk zijn dat hoe onvolmaakt het Egmontpakt ook was, op vele domeinen was na uitvoering dan toch de kiem gelegd voor verdere Vlaamse Staatsvorming, die we uiteindelijk pas bereikt hebben, min of meer in de hervormingen die de Regering Dehaene 1 erdoor heeft gekregen.

Een ander element in de analyse mag men evenmin uit het oog verliezen en dat is de ontwikkeling van een eigen Vlaamse administratie. Want met Maurits van Haegendoren kan men vaststellen dat de ontwikkeling van een eigen administratie en eigen (hoge) ambtenaren, zou men ook een verschuiving krijgen in de loyauteit. De oprichting van de FIT maakt duidelijk dat die mensen in de onderscheiden missies inderdaad een grotere aandacht hebben voor de belangen van Vlaamse ondernemers.

Kortom, er werd doorheen de jaren een lang en kronkelig pad bewandeld en de instellingen werden hervormd, zodat op verschillende domeinen een eigen bewustzijn en loyauteit ontstond, waardoor er van een nieuwe politieke ruimte en cultuur sprake is. Opvallend is wel dat naarmate die evolutie zich sterker doorzette, anderen de Vlaamse politieke entiteit steeds meer als een probleem gingen zien, de indruk kregen dat er in Vlaanderen een eenheidscultuur zou kunnen heersen waarbij men de tegenstelling tot de zogenaamde rechtse en vermeend fascistoïde stromingen ging cultiveren. Let wel, er zijn in Vlaanderen wel degelijk nog groepjes of opnieuw groepjes die menen dat via utopisch rechts een en ander te realiseren valt. Er zijn, ik zag ze ook, groepen die zich zonder meer tegen alles keren wat vreemd is, donker en niet van eigen bodem. Maar men kan zich afvragen of die stroming politiek zo sterk is.

Wel vormt de polarisatie in de Vlaamse samenleving tussen rechts en links een cruciaal element in het verhaal van de afgelopen 20 jaar, dus grosso modo na de electorale successen van het Vlaams Blok, later Vlaams Belang. Tegelijk ontstond een discours dat oude tegenstellingen verhevigde, waarbij publicisten als Marc Reynebeau maar ook Geert van Istendael en anderen die zich er geen vragen over durfden te stellen in het geweer deed gaan, eerst over het thema identiteit, 5 à 10 jaar voor de spanningen in Nederland zo heftig opdoken. Was Identiteit het centrale begrip, de inhoudelijke behandeling besloeg al gauw het bredere kader van de historiografie, waarbij men zich tegen alle mogelijke mythes ging verzetten. Let wel, het ging dan net om de Belgische mythologie, waaraan Henri Conscience zoveel had bijgedragen, precies wat de Vlaamse beweging van die Belgische mythen had overgenomen en daarin staat centraal de Guldensporenslag. Een andere mythe die men er gemakshalve mee verbindt met name de eeuwenlange situatie van en afwezig bestuur, meer bepaald vanaf 1559 tot de oprichting… van de Belgische staat, moet dan duidelijk maken dat er over de Vlaamse (politieke) geschiedenis niet veel te vertellen valt. Voor mij is dat een vreemde opvatting, omdat waar er mensen zijn die handelen, is er geschiedenis. Maar men lijkt een bepaalde lezing voor te willen houden, zoals Rolf Falter deed met zijn boek, België, geschiedenis zonder land, waarbij Vlaanderen geen greep meer had op het eigen lot. De vraag is of dit niet een al te gemakkelijk uitpakt, want ondanks de oorlogen die Louis XIV na de  vrede van Westfalen (1648) zou het geleidelijk beter gaan met deze gewesten. Ontkennen dat er problemen waren met het feit dat de regering eerst in Madrid zat en later in Wenen heeft geen zin. Stellen dat dit gegeven elke eigen ontwikkeling in deze contreien zou hebben tegen gehouden, moet men toch ook onderzoeken.

Het resultaat is wel dat we vandaag als Vlaming in een Europese context een nogal zwakke uitstraling hebben. Op zich vind ik dat nog niet erg, want intussen is er die Vlaamse regering die heel wat beleid op de sporen zet en mee bijdraagt aan een nieuwe dynamiek. Toch kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat men zich geen houding weet te geven als het bijvoorbeeld over toerisme of erfgoed gaat, want omdat het algemene plaatje eerder negatief werd ingekleurd, zien we dat het moeilijk is de eigen kunststeden echt in de vitrine te zetten. Ook het ontwikkelen van programma’s rond erfgoed roept problemen op, omdat men dit vaak niet kan zien als iets dat ons is nagelaten en waar we met zorg kunnen mee omspringen en er tegelijk eigen bijdragen aan te leveren. Het probleem van de stedelijkheid vormt hierin wellicht de meest aperte vorm van onbeslistheid, omdat men juist die steden wil promoten, maar tegelijk wil aandragen dat stedelijkheid voor de Vlamingen zeer moeilijk zou liggen. In dit verband blijft de plotse opstoot van interesse voor Richard Florida voor mij een teken aan de wand: stedelijkheid is alles, bron van creativiteit en welvaart. Maar Vlaanderen houdt niet van steden, de Vlaming leeft liever diep in de provincie. Alsof er in Vlaanderen echt sprake kan zijn van ver van de beschaving liggende dorpen en gehuchten. Eens gaan kijken in Spanje, ten noordwesten van Valladolid, richting Ourense in Gallicia en men zal merken wat afstand is en waar men diep in de provincie kan wonen. Maar we kunnen het ook over de Cévennes hebben in Frankrijk of de streek tussen Limoges en Tulle, de Corrèze dus.

Aan de ene kant, kan men stellen heb je dus mensen en groepen die al te zeer met hun identiteit zouden bezig zijn, aan de andere kant blijkt dan weer dat het bijna een onmogelijke aangelegenheid is om daarover in ernst te spreken, over identiteit, maar ook datgene wat die identiteit vorm kan geven, de geschiedenis, maar ook opvattingen, over stedelijkheid, om maar iets te zeggen.

De Vlaamse Beweging is in die kolk terecht gekomen en heeft er geen zinnig of evenwichtig antwoord op gevonden. Politiek werd de strijd tegen Uiterst Rechts gedurende bijna twee decennia een prioriteit voor veel mensen van goede wil, zonder dat men inzag dat Vlaamse jongens hun bruid in Afrika zochten en jonge meiden al evenmin thuis bleven. Zou men onderzoek kunnen presenteren waaruit blijken zou dat Vlamingen bovenmatig veel naar dezelfde regio, Llorett del Mar bijvoorbeeld trekken? Of zou men kunnen aantonen dat Vlamingen zich bovenmatig aangetrokken voelen door Baden-Wurtemberg, Tirol en andere Duitstalige gebieden? Kortom, men tovert wel eens uitspraken te voorschijn, waarvoor niet altijd een begin van bewijs voor is. En overigens, wat is er mis met een bezoek aan Berlijn, Dresden of Weimar? Aan Köln of Trier? Wenen?

Kortom, we zitten in Vlaanderen niet enkel met een politiek probleem dat men bepaalde uitingen van Vlaams burgerschap verbindt met demonen uit een niet meer zo recent verleden, heel vaak ook blijkt men blind voor nuances. Het activisme stelt men vandaag voor als de voorloper van het autoritarisme. Die benadering kan men met gemak weerleggen, omdat het nationalisme in Frankrijk of Engeland minstens zo  indrukwekkend en mobiliserend was als in Duitsland. Maar het was, zo kan en hoort men te weten ook alles behalve een rechts gegeven. En vooral, omdat nogal wat van die jongeren in het Activisme niet bang waren voor een snuifje anarchisme en futurisme.

Toch blijkt het spuien van mist en het verengen van het beeld in het politieke debat van vandaag niet zonder gevolgen te blijven. Maar het roept tegelijk weer nieuwe problemen op, want de loyauteit aan die eigen Vlaamse instellingen, uiteraard moeten we het hebben over kritische loyauteit, laat anderen dan weer toe omwille van de beeldvorming daar niet voor te porren te wezen. Afkeer van de politiek? Afwijzen van beleidsintenties en wat al niet meer? Het gaat dus niet om kritische loyauteit, maar om het weigeren te begrijpen dat men niet kan besturen zonder dat de burgers dragers zijn van dat bestuur.

Is het dan in mijn optiek niet zo erg dat de traditie van de Bedevaarten naar de graven van de IJzer die we zovele decennia hebben gekend en waar we ook een aantal keer aan hebben deelgenomen. De rol van buitenparlementaire drukkingsgroep is uitgespeeld en daar kan ik alvast vrede mee hebben.

Want een andere afweging weegt wel zwaarder: de emanciperende rol, die door de cultuurfondsen gedragen werd, lijkt ook te zijn uitgespeeld en dat, moet ik zeggen, weegt zwaarder en verdient extra aandacht. Men lijkt vandaag ook in Vlaanderen de ontvoogding, ook van het individu en zeker van het individu met wortels in andere delen van de wereld niet meer ernstig te nemen. De idee van Bildung is al helemaal een curiosum geworden. Toch is het dat, denk ik dat doorheen de geschiedenis van de Vlaamse beweging en dus ook van de Frontbeweging en later de IJzerbedevaarten zo het karakter van die bedevaarten naar de graven van de IJzer heeft gekleurd. Het ligt er ook aan dat men de idee koestert dat men ook over zichzelf de nodige objectiviteit moet aan de dag leggen. Er zijn meerdere redenen aan te geven, maar de idee dat men die eigen geschiedenis zonder partij te kiezen moet bekijken, dat men mythes moet afwijzen, geeft er aanleiding toe dat die geschiedenis zelf smaak en kraak verliest. Het volstaat het boek van Herman Pleij over Anna Beyns te lezen om te beseffen dat er echt wel meer te vertellen valt, dan we ons zo graag voorhouden. Of we kunnen verwijzen naar bijvoorbeeld de muziekcultuur in Vlaanderen, van Peter Benoît, François-Auguste Gevaert en Edgard Tinel… maar dan zijn er nog de schrijvers, de beeldhouwers en schilders… En ook vandaag blijft het verbazen hoeveel kunstenaars, wetenschappers en filosofen hun bijdrage internationaal konden leveren. Allemaal dankzij de Vlaamse Beweging? Dat te beweren zou wat al te gek zijn, maar dat Benoït, Gevaert en Tinel  niet uit de elites van de Vlaamse samenleving kwamen, mag ook vermeld. En tja, Benoît stichtte in Antwerpen mee, als eerste directeur het Koninklijk Vlaams Conservatorium. Het zijn van die historische weetjes, die toch wel enige betekenis hebben.  

Toch, zo valt het op, weet men geen goede synthese te brengen. Zelfs de geschiedenis van de Europese eenmaking en de betekenis van de Vlamingen en de betekenis voor de Vlamingen, onder meer 67 jaar vrede, het blijft alles op het oog onbespreekbaar.

Dat de IJzerbedevaarten in de oude vorm verdwijnen, zal men als een feit moeten aanvaarden en er de bevestiging in zien dat zij die ermee begonnen waren, vandaag met ons zouden vaststellen dat hun verwachtingen en strijdpunten ruimschoots overtroffen zijn. Maar het betekent niet, dat we niet hoeven na te denken over wat in de EU betekent met 500 miljoen anderen een politieke entiteit te worden. Die gedachten blijven zowel links als rechts achterwege maar ook aan de IJzertoren.

Bart Haers  

Reacties

  1. Een anoniem bericht gezien die vindt dat we niet zo ver zijn opgeschoten als ik zou beweren. Inzake Vrede, Pax? Volgens bepaalde onderzoekers zijn er minder langdurige en gevaarlijke oorlogen als een kwart eeuw geleden. Daarover ging mijn bewering niet specifiek, wel over de eisen van de Frontsoldaten. Nooit meer oorlog. Wel, na 1945 is er in Europa, West-Europa geen oorlog meer geweest. Juist, dank zij de EGKS, de EEG, de EG, de EU, de opeenvolgende namen. En verder, eerlijk is eerlijk, zal men vrede niet zomaar bereiken. Overigens, sommige filosfen menen dat oorlog de vader van alle dingen is.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit zou ik dus moeten publiceren?

    Wat een bijzonder zielige reactie. En die anoniem mag uiteraard niet in extenso gepubliceerd worden uiteraard want dan verliest Bart blijkbaar de controle. Alleen Bart heeft ideeën, is de boodschap. De rest zijn sukkels.
    En zouden we dan die vader aller dingen, zoals jij dat zegt, niet beter castreren?
    Bijzonder flauw, geachte heer Haers. Bijzonder flauw.

    Laat maar. En inderdaad, wie een ernstig gesprek wil aangaan, doet dat niet anoniem, maar met open vizier. Dus, voor alle duidelijkheid, het gaat er niet omdat ik alleen ideetjes zou hebben. Daarvoor ben ik een te gretig lezer. En voor het overige heb ik inderdaad een groot vertrouwen in de mogelijkheden van de EU, waar ik mij als burger betrokken bij weet, wat ik ook van u allen verwacht en hoop.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ivo.van.geldere@hotmail.com27 augustus 2012 om 13:01

    “dat zij die ermee begonnen waren, vandaag met ons zouden vaststellen dat hun verwachtingen en strijdpunten ruimschoots overtroffen zijn.”
    Je moet het als historicus maar durven schrijven hé !.
    Nooit meer oorlog. Daarover ging het toch? Of droom ik? In gans het artikel van Bartje geen woord over de hedendaagse oorlogen. Geen woord !
    “Strijdpunten ruimschoots overtroffen” schrijft ie !!!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. ACh, ach ach, ik heb het inderdaad niet centraal gesteld, om de eenvoudige reden dat het pacifisme noch door de Flaminganten noch door de belgicisten zelf centraal stond. De IJzerbedevaart en het Testemant gingen ook over Vrede, wat na het desaster van deze eerste fase van de dertigjarige oorlog - zoals Judt de periode 1914 -1945 beschrijft - best begrijpelijk is. Maar het valt op dat de Vlaamse soldaten weigerig waren om het geheim militair met Frankrijk te onderschrijven, maar dat in 1941 nogal wat Vlamingen klaar waren en bereid om mee op te trekken tegen het goddeloze communisme. ALs historicus kan ik er dus enige scepsis op na houden wat dat pacifisme aangaat. Overigens kan men er zich best voor hoeden leedvermaak aan de dag te leggen. In Duitsland stemde de fractie van de SPD de oorlogskredieten in juli 1914 en nadat Jaurès vermoord was, gingen ook de Fransen over stag. Kortom, deze historicus kijkt niet alleen naar wat er staat, Pax, maar ook hoe men er mee is omgesprongen. De strijdpunten zijn wel degelijk overtroffen als het erom gaat de Vernederlandsing van de samenleving in Vlaanderen gaat, over de deelname aan het hoger en universitair onderwijs of over de welvaart van de Vlamingen. Alleen qua eigendunk en misplaatst familiair gedrag loopt het de spuigaten uit, maar goed, schelden is zo gemakkelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. ivo.van.gelder@hotmail.com27 augustus 2012 om 13:23

    Enig "ongelijk" toegeven is inderdaad minder gemakkelijk, blijkbaar. Over eigendunk heb ik het dan nog niet eens. Maar ach. Het is uw zandbankje.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Gaat het daarom? Dan heeft u deze tekst echt wel verkeerd gelezen en vooral niet begrepen. Het pacifisme inteereerde me voor geen meter en ik denk wie de IJzerbedevaart gevolgd heeft of er een en ander over gelezen heeft zal beseffen dat het pacifisme van de jaren 1920 inderdaad gemeend was, maar dat bijvoorbeeld zoiets als Godsvrede in de Vlaamse beweging al vlug problematisch is geworden. Voor het overige meen ik in gemoede wel iets van die zaken af te weten en mijn inzichten zullen niet per se gedeeld worden door anderen. Mocht u over het falen van de SPD en de opkomst van het Nazisme iets willen begrijpen, dan kan u bij het werk van Jacques A.A. Van Doorn terecht. Zo zijn er ook werken van John Lucacks over de plaats van Hitler in de geschiedenis, die wel eens interessanter zijn dan wat men gemeenlijk te lezen krijgt. Maar goed, gesteld dat ik het over de Vredesgedachte zou willen hebben, dan zou ik mij buigen over de vraag hoe men vandaag de soldaat als slachtoffer bekijkt. Kom ik vanzelf bij Von Kriege terecht, bij Ernst Junger en de Pacicisten waartoe overigens ook activisten uit het Antwerpse behoorden, zoals Herman Van den Reeck.
    Werkelijk, ik voel mij best in mijn tuin, die ik met plezier cultiveer.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. ivo.van.gelder@hotmail.com27 augustus 2012 om 14:54

    Ach het pacifisme interesseert hen voor geen meter; nooit meer oorlog en de actualiteit ervan interesseert hen voor geen meter; hun zandbak is hun tuin, die ze graag cultiveren (sic). Dank je wel !

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Mijnheer van Gelder, "il faut cultiver son jardin" zoals mijnheer Voltaire niet zonder reden opmerkte. Dat vind ik een mooie bezigheid en het is nog eens boeiend ook, want dan leest men van die opmerkingen, waar het borreltafelgehalte van afspat. Ik heb de "vredesgedachte" in de jaren 1980 gevolgd en er het dwingende van gezien en dat zinde me niet. Vrede nastreven is een prachtige gedachte maar een staat moet zich ook kunnen en willen verdedigen. Vrede nastreven vergt dus meer dan alleen "vrede" roepen of een vredesteken meedragen, u weet wel die ijzeren ringen met Y in.
    Het was evenwel vooral mijn opzet te laten zien dat Guy Tegenbosch niet aan de orde stelde dat de niet-politieke Vlaamse Beweging gedurende decennia van groot belang is geweest, maar dat het de vertegenwoordigers van die beweging niet meer lukte de zaak relevant te houden. Meer is het niet. En goed, hoe zal u de strijd om grondstoffen in de regio van de Grote meren stoppen?

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts