De spiegel van een voorbije wereld: Clem Schouwenaars


Recensie

Een doorwaakte nacht

Clem Schouwenaars. Een nacht op Elba. Houtekiet, Vlaamse bibliotheek 31. 2004. Met nawoord van Elke Brems. Prijs: 15 €

Clem Schouwenaars heeft mij in een ver verleden jaren veel genoegen verschaft, met “de Seizoenen”, Cresus of hoe ik rijk en volksgeliefd werd (1976) en pas onlangs vond ik het boekje, Een nacht op Elba, alweer tot mijn genoegen en ik heb dan ook met veel plezier gelezen.

Voor we over het leesplezier iets melden, moeten we ons toch wel buigen over de vraag waarom deze auteur – naast anderen – van de literaire radar is verdwenen. Ik vind het niet enkel spijtig voor de auteur zelf, die helaas vroeg overleed, maar vooral voor de lezers want zij missen met dit en andere boeken een bijzondere benadering van de dingen en dus ook heel wat leesplezier. Maar misschien is het belangrijkste aspect nog dat met het vergeten van Clem Schouwenaars, diens schrijverschap en vooral diens boeken een referentie verdwijnt van schrijven. Niet dat een auteur de referentie kan wezen, wel dat men niet zomaar elke nieuwe schrijver op eigen verdienste kan beoordelen, maar ook dat men het kan en zelfs moet afwegen naast andere werken. Ik vind niet dat men zich een unieke catalogus van uitverkoren werken kan aanleggen zonder er zich rekenschap van te geven dat er wel eens boeken, romans, theater uit het oog verloren raken of gewoon niet in beeld komen. De literaire winter die we nu beleven, althans, voor zover we de recensies in de brede media volgen, komt onder andere voort uit het feit dat men voortdurend iconen ten tonele voert en auteurs die buiten de bekende kring vallen weinig aandacht krijgen en dan hoef ik de naam van Joris Note zelfs niet te noemen. Maar met dat alles is wel duidelijk dat de brede media een wel erg enge blik op literatuur hebben en zich niet geroepen voelen om de brede horizon te onderkennen, te verkennen en kenbaar te maken.

Het blijft frustrerend op te merken dat in Nederland, Frankrijk en Duitsland de openheid naar nieuwe auteurs, maar ook auteurs met een staat van dienst zonder daarom voor een coryfee door te gaan wel degelijk aandacht krijgen. Hier verkiest men literaire en andere artistieke pausen en soms verdwijnen waardevolle realisaties dan uit beeld. Gelukkig hebben we vooralsnog goede boekhandels en uitgevers die van tijd risico’s durven te nemen.  Anders zou het landschap eerder op een steppe dan op een rijke landouw rekenen.  

Daarom geven we graag aan dat dit boek van Schouwenaars dat een beetje een prelude lijkt tot de Seizoenen, waarin de auteur een jaar eenzaamheid evoceert. De nacht op Elba is zo een doorleefde nacht, als men van alles afstand heeft gedaan en de wereld de hel lijkt die men hiermaals denkt te moeten vrezen. De mensen deugen niet, vooral de naasten niet en al de anderen, die rond ons krioelen blijken onwetend van het ware leven. Het leven waarin men aan alles schijt zegt te hebben, omdat men er eindelijk zo ongelofelijk om geeft.

In een doorwaakte nacht onderzoekt men het eigen verleden en in het geval van de hoofdpersoon lijkt die zich niet helemaal wel te voelen bij dat verleden. Autobiografisch is het wel, maar we krijgen het succulent opgediend. Met krachttermen en onverbloemde verwensingen. Maar tegelijk blinkt er telkens weer een sterretje aan het duistere firmament van de Antwerpse nacht.

De liefde voor zijn dochters en de omgekeerd evenredige afkeer voor zijn ex zorgen ervoor dat hij telkens zijn woede moet intomen omdat hij niet bij zijn dochters niet kan zijn, maar de onomkeerbare breuk maakt het onmogelijk. Geschreven in 1969 is het wel een vrij gedurfde openbaarmaking van persoonlijke en vooral echtelijke problemen.  En tegelijk is er de onmogelijke liefde voor een andere vrouw, Lucretia, die elders de slaap slaapt die ze verdient, maar waar hij niet bij kan zijn. De tweespalt omtrent haar en het weigeren zomaar haar in zijn leven in te voeren, want dat lijkt voor Elke Brems die een interessant nawoord bij dit boek schreef, niet zo belangrijk. Ik denk dat het wel opvallend is dat de hoofdfiguur zich inderdaad uit ontgoocheling afkeert van de wereld.

Een mannenboek is het wel,  al hebben mannelijke auteurs mooie portretten van opvallende dames geschreven, maar men kan van een man geen vrouwenboek   verwachten. Het tegenwicht werd door auteurs als Hella Haasse, Anna Blaman,
Annelies Verbeke e.a. gebracht, waarbij de thema’s op een eigen en vaak boeiende wijze behandeld werden en worden, soms gedurfd, vaak op het scherp van de snee. Eenzaamheid en het verbijten van de pijn van het zijn is literair een vaak onderzocht thema, net als de confrontatie met anderen. Soms ontbeert het debat over het literaire beleid, dus niet over het Fonds der Letteren maar ook de onmogelijkheid van de VRT om een behoorlijk boekenprogramma, dat men gewoon kan maken, zonder gezeur over het feit of het saai zou zijn… maar vooral het klimaat in de samenleving waar men lezen als een achterhaalde bezigheid beschouwt de echte betrokkenheid met literatuur. Lezen – binnensmonds lezen – kan men een belangrijke verworvenheid noemen. Hieraan de nodige aandacht besteden zou  de roman en andere literaire vormen opnieuw de waarde geven die ze hebben. Spannende boeken? Okay, maar dat andere mag er niet door verstikt worden. 

In deze novelle behandelt Schouwenaars wel een moment van crisis, een persoonlijke crisis in het leven van een man die een aantal illusies onderweg kwijt is geraakt, maar ook een aantal doelen ontdekte die hem voorheen onbekend waren. Schouwenaars brengt hier een  existentieel verhaal en tegelijk is er een ongemeen scherpe schets van  de Vlaamse samenleving en vooral Antwerpen, want de overwegingen laten zien waarom de verteller, die tijdens de nacht op Elba nog eens zelf gaat schrijven of  beter zijn verhaal vertelt, zich in de knel bevindt en hoe hij worstelt  met de tegengestelde verwachtingen en mogelijkheden een eigen leven te leiden, een gegeven dat net toen in de jaren 1960 volop uitgesproken kon worden. Het geplande leven, dat blijkt voor hem niets terwijl de personen in zijn omgeving net wel veel ophebben dat als mooi gepland, studie, loopbaan, vrouwtje, huisje, kindjes en zo meer. Maar er doet zich een veel intensere confrontatie voor, want de jonge man weet dat hij een leven kan leiden dat anders is, niet volgens de geijkte paden. Zoals in Cresus werkt de auteur hier de botsing uit tussen conformisme en tegendraadsheid, gecultiveerd als succesvol resultaat van een eigen Bildung. Daarover spreekt men niet zo gauw, maar het gaat om de kern van kennis en openheid voor de dingen.

Het is dan ook vreemd dat hij zich afsluiten wil van de wereld en de mensen die hem het meest nabij staan. Als Elba het eiland is waar Napoleon zijn frustratie verbeet na de Volkerenslag bij Leipzig maar in staat bleek nieuwe plannen te maken, dan is de novelle van Clem Schouwenaars de uitdrukking van die depressie en van het opnieuw opstaan van de persoon. In de discussie over het geluk in het leven vindt men dat het niet kan dat mensen in een depressie verkeren, een volkomen onder de last bezwijken, maar bijvoorbeeld Herman Kolk laat zien dat dit niet klopt, want het is vaak onvermijdelijk dat men een periode in een vorm van richtingloosheid kan verkeren waarin het nieuwe zich aandient. Het valt op dat Schouwenaars die ervaring ook nog eens in “de Seizoenen” heeft uitgewerkt, waarin die opeenvolging van daadkracht en verzinken in zelfbeklag en vooral eenzaamheid. De mogelijkheid om met moeilijke momenten om te gaan en er energie te vinden om iets op poten te zetten, een nieuw project te realiseren bepaalt mee de menselijke conditie. Het is geen voorwaarde om in de rats te zitten, wel kan na een intense periode met vele impressies decompressie volgen waarin iemand niet zozeer onderuit gaat als wel zich terugplooit om beter uit de startblokken te schieten.

Deze ervaring bepaalt  de mogelijkheden die iemand tot iets van belang weet uit te werken en dat gaat behoorlijk in tegen de sfeer die we heden kennen: verliezers zijn verliezers en de rest is klaar. We merken vandaag een verlies in geloof dat mensen het moeilijkste kunnen bereiken – behalve in de sport -, terwijl deze novelle, zonder een bijzondere nadruk te leggen op het collectieve, precies aan de individuele invulling bijzondere aandacht schenkt. Een betere illustratie van de omslag in het mensbeeld in de eigen samenleving, we hebben het niet over migratie, is moeilijk denkbaar. In die zin kan men om het belang van Clem Schouwenaars moeilijk heen.

Of het een goede novelle is? De elementen die we voorgeschoteld krijgen, de stadsjungle, het nachtlawaai en de nachtstilte, maar ook zijn liefde voor de klassieke muziek zijn prominent aanwezig. Het is wel opmerkelijk in een tijd waar de Beatles, Rolling Stones en Jimmy Hendrickx halfgoden zijn, dat Schouwenaars ons laat zien dat een mens nog van Tsjaikovski houden kan.

De afwezigheid van de geliefden en de onmogelijkheid nog met hen om te gaan is niet enkel een gang van zaken maar verandert de bestaansvorm van de hoofdpersoon. Het gaat erom te begrijpen, als lezer dat de wereld niet is wat we ervan denken te mogen verwachten en toch kunnen we niet zonder. De verwachtingen mogen zich dan wel helder presenteren, de ontgoochelingen zijn er niet minder groot om. Het is van belang te begrijpen dat we vandaag net aan die catch 22 willen ontkomen. Of de auteur de Franse existentialistische literatuur kende? Of moeten we het terrein uitbreiden en moeten we begrijpen dat de novelle refereert aan de nouveau roman en zonder in het existentialisme vast te lopen er toch veel kenmerken van weet te verwerken? In die zin is de roman een teken van de tijd en een expressie ervan in Vlaanderen in 1969, waardoor het bijna onkies is er verder geen aandacht aan te besteden. Onkies omdat we niet begrijpen, willen begrijpen dat men belangwekkende auteurs niet meer de moeite acht onder de aandacht te brengen. Een roman die contemporain van belang was en toch de erosie van de tijd doorstaat, moet men wel opnieuw onder de aandacht brengen. Dat we dus bedenken dat men niet zomaar om Clem Schouwenaars heen kan en ook eens een keertje dat deze novelle ervan een fraai voorbeeld vormt, vinden we dus voldoende aanleiding om dit boek alsnog onder de aandacht te brengen (met dank aan uitgeverij Houtekiet).

Bart Haers  

Reacties

Populaire posts