Wouter en de hoofddoek
Brief
Aan de
mensen die open van geest lijken
Brugge, 26 maart 2013
Geachte heer Wouter van Besien,
Dat u vlot kan praten weten we intussen wel en
dat u mensen niet laat uitspreken evenzeer. U noemt de immigratie een
verrijking, voor mij is het sinds de jaren 1970 een feit waar we niet omheen
kunnen. Het betekent meteen ook dat we er niet zomaar in zullen slagen die
inwijking van mensen met andere achtergronden ongedaan zullen maken, wel integendeel. Moeten we daar blij om
zijn, zoals Bert Anciaux een goed decennium geleden ook al stelde.
Weet u, die mensen zijn daar niet van gediend,
omdat het hun problemen niet oplost. Dat de Socialistische partij in
deze de kar keert, maakt op mij niet veel indruk, omdat ze weten dat hun
problemen niet rond de hoofddoek draaien. Voor mij bestaat het probleem vooral
hierin dat mensen een bepaald geloof aanhangen dat het mijne niet is. Meteen
kan u hieruit niet afleiden dat ik iets tegen religie heb, tegen gebruiken en
opvattingen, want mensen zonder dat alles, dat zal u met mij eens zijn, zwalpen
in het leven.
Het gaat erom dat de redenen waarom mensen
belang hechten aan die gebruiken, tradities en opvattingen. U zal mensen die hechten
aan voedselvoorschriften niet zomaar overtuigen ervan af te wijken, maar dat
hoeft ook niet. Voor mij althans niet. Het gaat erom, denk ik, dat die mensen,
waarvan wij, ik, in 1975 vernam dat het om gastarbeiders ging, hier op zoek
waren naar een beter leven, eerst alleen, eerst zonder vrouw en kinderen, hier
kwamen leven. Daarom was de aandacht voor hen niet zomaar een zaak van
filantropie, charitas of weldadigheid. Het ging erom, denk ik, dat we begrijpen
moesten, twaalfjarigen – men begrijpt dat deze informatie ons werd verstrekt in
het kader van de vorming, juist, het heilig vormsel – dat men die mensen diende
te respecteren. Tijdens onze jaren op college en aan de universiteit in Gent,
later wonende in Brussel ontmoette ik Chinezen, Japanners, Duitsers en god weet
wat, maar heel weinig Marokkanen of Turken. Ik zag hen wel, maar er waren
weinig gelegenheden om hen te ontmoeten in het professionele of sociale leven.
Waar ik hen toch ontmoette? In Sint-Gilis, in Gent en ooit eens, maar dan waren
het Algerijnen die in Lyon de hele Place
Bellecourt, een historisch plein in Lyon hadden ingepalmd. De familie met
wie ik op stap was, mijn vriendin toen in de eerste plaats spraken er schande
van. Ik wilde graag het standbeeld en de gebouwen bekijken, maar zij vonden het
niet zo een goede idee. In het Quartier Saint-Jean voelde men zich beter op het
gemak, maar die invasie was voor hen lastig te verdragen. Wie in een stad
woont, waar hij of zij is opgegroeid, merkt vanzelf dat veranderingen, nieuwe
demografische verhoudingen iets doen, vooral een ander gebruik van de openbare
ruimte. Het is daarom dat ik een probleem heb met uw rationele benadering.
U mag vertellen dat men mensen moet
respecteren, maar ik heb u nooit iets horen zeggen ten faveure van de kerk, wel
integendeel. Hoewel vele Vlamingen niet meer echt praktiserende gelovigen zijn,
hecht men wel aan een zeker belang aan de tradities en, misschien nog het meest
aan wat men zou kunnen noemen, de vruchten van de Verlichting. U ziet het, ik
ben niet a priori een aanhanger van de visie van Jonathan Israel, die meent dat
verlichting alleen in atheïsme tot volle wasdom kon en kan komen. Ik heb de
indruk dat velen die vandaag de dag pleitbezorgers zijn van een grote
tolerantie ten aanzien van immigranten van Islamitischen huize in wezen een
grote onverschilligheid aan de dag leggen voor anderen, die er een ander geloof
op na houden. Men beschuldigt deze mensen zelfs van een zekere achterlijkheid,
neen, niet de moslims, de christenen.
Ik begrijp dat wel, natuurlijk, want hoe een
kan een christen, een katholiek, zoals wijlen… enfin, zoals mensen die in de
loop van twintigste eeuw bijgedragen hebben aan wetenschappelijke vernieuwing,
aan technologische vooruitgang en andere moderniseringen eindelijk wel modern
zijn? Daar zit uw probleem. U wil menslievend zijn en dat kan niemand afkeuren;
u houdt ons voor dat we jonge moslima’s geen ander perspectief te bieden hebben
dan te verwijlen in de religie van hun ouders en grootouders. Weet u, het is,
ondanks wat ik hoger vertelde, minder ver van mijn bed, mijn leefwereld dan u
denkt. Ik leef immers in een familie waar christenen, joden, vrijzinnigen,
mennonieten en ook een moslim hartelijk ontvangen werden en worden. Ik ontmoet
wel eens wel opgevoede jongeren, meisjes en jongens die Allah niet afzweren en
toch, oh wonder, best in onze samenleving hun plaats hebben gevonden. Zij, de
dames, dragen niet altijd of alleen in gezelschap van hun familie een
hoofddoek, andere helemaal niet. Ik spreek de eerste nooit aan op hun
hypocrisie, omdat het begrijpelijk is dat ze bepaalde gevoelens ontzien. Maar
zij vertellen mij dat het hen niet goed afgaat.
U maakt een paar vergissingen, beste Wouter van
Besien, want u denkt dat wat goed is op maatschappelijk gebied die mensen ook
goed uitkomt. Zoals u in Ter Zake mevrouw Heremans van tafel dacht te praten
heeft me voor haar ingenomen. U heeft een vrij rechtlijnig kijk op de zaak,
maar u toetst die bij mensen die uw mening zijn toegedaan. Ik vrees dat u het
ongenoegen van migranten zelf niet goed ziet. Want als men aanneemt dat het
mannen, vaders en broers zijn die de vrouwen vragen, dwingen de hoofddoek
buitenshuis te dragen dan zijn er ook die hun dochters en zusters alle kansen
willen geven. U weet dat de lezing van de Hadith de laatste decennia in sommige
kringen, sallafistische en andere nogal rigoureus heeft uitgepakt. U aanvaardt,
als ik het zo mag uitdrukken, de visie van de meest retrograde moslims ten
koste van anderen die menen dat er in dit huis buiten de Islam ook een leven
mogelijk is.
Dat vormt namelijk een cruciaal probleem in ons
debat, dit debat in Europa: hoe zal men voor mensen die andere roots hebben vrije keuzes
mogelijk maken als we hen niet de veelheid aan mogelijkheden aanbieden die onze
cultuur te bieden heeft. Het eclecticisme of liever, voor wie de weg vindt, was
nooit zo groot. Eclecticisme mijn waarde heer Wouter van Besien, is wat Groen
ook zo past. De ene keer vrachtvervoer van de weg halen en dan in een
dichtbevolkt West- en Oost-Vlaanderen de boeren steunen om geen kanaal te
verbreden en verdiepen om juist vrachtvervoer over het water te verbeteren. Het
klinkt allemaal goed, maar het riekt naar opportunisme.
Dat opportunisme, ondanks uw stellige bewering
deze avond in Ter Zake dat u altijd hetzelfde discours hebt gevolgd, valt moeilijk
te volgen. Want het is toch maar een keertje zo dat er hier mensen rondlopen
uit Bolivia of Equador, waar men katholiek heet te zijn. Zou u die mensen ook
anders behandelen? Zij geloven in dezelfde God, oh god, neen, zij geloven
gewoon en volgen tradities. Maar zij leren gemakkelijker onze taal, accepteren
onze gewoonten, soms verwonderd, vaak met een glimlach. En ben ik eerlijk, dat
merkte ik toen ik de man van mijn nicht zag volgen hoe wij rond de kerstboom Stille Nacht, Heilige Nacht zongen. Verdraagzaamheid
aan de dag leggen, mijn waarde, is iets wat men niet op een eenduidige manier
doet. Wederzijds.
Hartelijke groet,
Bart Haers
Citaat:
BeantwoordenVerwijderen“Meteen kan u hieruit niet afleiden dat ik iets tegen religie heb, tegen gebruiken en opvattingen, want mensen zonder dat alles, dat zal u met mij eens zijn, zwalpen in het leven.”
Wat een onzin, getuigend van een blinde arrogantie !
De negatieve woordkeuze zwalpen alleen al !
Afkeurend , denigrerend, alluderend op een gemis.
Mijn beste, ik behoor tot diegenen die “zonder dat alles” zijn, en ik zwalp allerminst in het leven. Ik vaar mijn eigen koers en religie, gebruiken en opvattingen heb ik niet nodig! Onnozelaar ! Open van geest bent u alvast niet!
Wel, ik laat dit staan. Waarom zou ik alleen maar verwijzen naar religie en niet naar de mogelijkheid dat mensen leven in een gedachtengoed waar God of enig theïsme aan de orde is? Iedereen, mijn waarde anonymus probeert het eigen structuur te geven en het kan dat men dan uitkomt bij een visie in de stijl van Camus of zo. Maar goed, u vindt dat u mag schelden? Mij niet gelaten. Het is alleen maar zielig. U heeft geen opvattingen en scheldt u iemand anders uit. Weet u, openheid van geest, daar merk ik dezer dagen niet veel van.
BeantwoordenVerwijderen