Het politieke debat onderzocht
Dezer
Dagen
Tomas Sedlacek en de septemberverklaring
Het
land, de gestelde lichamen, staan in rep en roer omdat de regering het mes zet
in allerlei subsidiekanalen. Met gestelde lichamen bedoel ik voor de goede orde
het middenveld. Maar ik weet niet of wat er nu wordt gekort niet het resultaat
zou kunnen zijn van de vrijgevigheid van vroegere regeringen, toen Vlaanderen
meer kon putten uit de federale schatkist dan het nodig had, zonder zelf de
geldstromen te kunnen sturen, door fiscale maatregelen.
Het
was woensdag dan ook opvallend dat het debat in het Vlaams Parlement zo scherp
op de snee gevoerd werd, maar ook dat de nieuwe fractieleider van de SP-a en de
voorzitter waren best op dreef, als we de pers mogen geloven, maar vielen wel
tegen want in de verschillende tussenkomsten in de namiddagzitting kwam er veel
zurigheid naar boven. Het is nu eenmaal de plicht van de oppositie weerwerk te
bieden en de regering te behoeden voor onder meer wanbeheer, machtsmisbruik en
onrechtmatig aanwenden van de overheidsmiddelen. Maar het debat, zoals het
gevoerd werd, laat zien dat de oppositie in feite bezig is met een eigen
agenda, wat nog begrijpelijk is, maar daarmee ook het algemeen belang op de
helling zet.
Het
is evident dat de meerderheid gesteund wordt door een redelijk groot deel van
het parlement, maar heeft daarom de waarheid niet in pacht. Ook de oppositie
heeft wel eens iets in te brengen: met groot enthousiasme stak Björn Rzoska van
wal met de vaststelling dat de regering begint met nul op het rapport, omdat er
niets over de klimaatproblematiek in de septemberverklaring is opgenomen. Kan
best zijn, maar er zijn indicaties dat Vlaanderen recurrent op dat terrein al
veel doet, maar ook dat het afwijzen van enkele grote infrastructuurwerken voor
onheil zorgt. Rzoska wist goed uit te leggen waar hij met Vlaanderen heen
wilde, maar het blijft natuurlijk wat het is, het geloof in een door de
overheid aangestuurde overheid. En hier wil de nieuwe regering verandering,
mensen zelf de ruimte wil geven om zich te vergissen, dus om te ondernemen en
eventueel succes te boeken. Toch heeft de oppositie het lastig met die
benadering, want als mensen het zelf zouden moeten uitzoeken, dan loopt het
mis, natuurlijk. Björn Rzoska vroeg zich af waarom we zouden moeten besparen en
weet dat er een alternatief is, namelijk de besparingen uitsmeren over 5 jaar
en hopen dat we zo het ergste vermijden.
Maar
men kon Bert Anciaux horen vertellen dat zijn verdubbeling van de middelen
broodnodig was, omdat de kunstensector er zo beroerd aan toe was in 1999, om
bij te huilen. Hij kon dat ook doen omdat het manna van de 5de staatshervorming
de kassen spekte, maar sinds 2009 bleek het niet over te houden en zag de
regering dat matiging nodig was, vandaag is er sprake van soberheidsbeleid, al
hoort men dat nergens. Het kan kloppen dat Geert Bourgeois met neologismen aan
de slag diende te gaan, maar laat ons eerlijk wezen, als er geen geld is... Dat
wil zeggen, de overheid heeft in de praktijk altijd weinig vrije beleidsruimte,
tenzij er onverwachte meevallers zijn. Dus als er een nieuwe periode aanbreekt
waarvan we niet weten wat die brengen zal, dan dient men omzichtig om te
springen met de middelen.
Genoten
heb ik niet van het spektakel, omdat het me duidelijk werd dat politici binnen
een wel omschreven arena alleen kunnen doen wat van hen verwacht wordt en het
zijn de media die ertoe bijdragen wat op de agenda komt. Toch heb ik de indruk
dat deze regering meer dan Groen en Rood lief is een verhaal heeft weten te
vertellen, waarin ze de samenleving niet meer zo nodig moet sturen. Men noemt
dat neoliberalisme, maar ik denk dat het iets anders moet zijn, het besef dat
de politiek dezer dagen wel mag dromen aan de knoppen te zitten, het zijn
anderen die het echte werk doen. Overigens, zoeken mensen niet vanzelf uit met
wat ze met de voorhanden zijnde middelen doen? Onlangs was er nog een beetje
heisa omdat volgens onderzoek 1 op 8 leraren m/v onderpresteerders zouden zijn.
Robin Williams, die deze zomer overleed bracht ooit het beeld van een leraar
die wellicht door zijn directeur als onderpresteerder zou zijn gebrandmerkt,
maar iets bracht dat een al te ambtelijke vervulling nooit kon doen. Wat is
poëzie? Er zijn een pak definities, maar geen enkele gaat over de lees- of
vooral luisterervaring. In het onderwijs is de neiging alles van bovenaf te
willen sturen zo hardnekkig, dat leerkrachten zich afvragen wat hun rol nog mag
zijn. Mevrouw Crevits denkt dan ook - allicht met herinneringen aan
inspirerende leraren - dat men die planlast wil verminderen, ook minder
rapportages, maar te vrezen valt dat de neiging de rechter discussies over
examens te laten beslechten hier een stokje voor zal steken en dat directies op
zeker zullen spelen. Het laat voor leerkrachten ook minder tijd om zelf nog te
studeren. Na het lezen van "Slaapwandelaars" van Christopher Clark
zou ik allicht ook nog meer de problemen van een al te eenzijdige lezing van de
gebeurtenissen en wreedheden van juni 1914 tot de ondertekening van de vrede
van Versailles op de tafel leggen, alsook de bezetting van de Ruhr en andere
aspecten van het interbellum. Vooral zou het goed zijn als de oorlog meer
gezien werd in de continuïteit die mensen en samenlevingen wel kenmerken.
Het
blijft problematisch als overheden van de medewerkers, zeker in het onderwijs,
zoveel onderdanigheid verwachten, want kinderen vormen en opvoeden, het blijft
een hele zaak en als men alles vooraf geregeld wil hebben, dan ontkent men vaak
ook de waarde van zowel de leerlingen, de studenten als van de leraren en
docenten en dat, denk ik, is een vergaande vorm van instrumentalisering van
mensen die men niet moet willen, maar waar Groen en Rood voor gaan.
De
moeilijkheid van deze regering bestaat erin aan te geven wat het verhaal is dat
ze kunnen brengen, zoals Tomas Sedlacek dat voorstelt. Ik weet dat "verhaal"
als term ooit de geliefde vorm was van eerder linkse politici, maar als het
juist dat ook een macro-economische benadering van de dingen een verhaal is,
zoals Tomas Sedlacek het op grond van goede argumenten voorop stelt, dan is het
zo dat men de vele facetten van een goed verhaal werkelijk in de vingers moet
hebben. Natuurlijk zal het pijn doen als de overheid bespaart op de VRT, maar
misschien minder aan de ogen. Waarom men "Volt" onvolprezen noemt,
weet ik niet, maar dat er op de openbare omroep geen mogelijkheid bestaat om
grondig over boeken te spreken, over de onmacht van de loges bijvoorbeeld, of
over het orangisme na 1830 bij onze (Franstalige) elites. Neen, over boeken
gaat het niet, maar goed, een pittige discussie binnen de familie Schoenaerts kan
er altijd wel bij.
De
verwachtingen over deze regering zijn groot, maar bij een deel van de bevolking
heel erg negatief, want alles wat zij niet willen zijn. Maar toch zien we dat
bijvoorbeeld gemeentebesturen waar Groen en Rood meebesturen evenzeer voor de
uitdaging staan met minder minstens evenveel te doen. De Openbare Omroep zal
besparen en nog geen klein beetje en in een aantal opzichten denk ik dat die
omroep ook een creatieve industrie ondersteunt, die men best kan ondersteunen.
Het valt op dat de grote omroephuizen, niet enkel de openbare omroep de
afgelopen decennia enkele mooie dingen mogelijk gemaakt hebben, maar toegeven
dat het niet allemaal zo een schitterende producties waren, moet ook kunnen.
Maar net in die creatieve sfeer mag men aanvaarden dat niet alles van hetzelfde
niveau is, al zal dat nog altijd een kwestie van smaak zijn.
We
komen wel bij de vraag of de overheid ons deze besparingen in de strot duwt,
zoals Björn Rzoska ons wilde doen geloven. Ik denk dat hij zich daar verkijkt
op wat mensen zelf wensen en weten. Niet dat ze die besparingen graag zien
komen, maar ze kunnen hun persoonlijke berekeningen ook wel even terzijde
schuiven. Maar het is zoals de industrieel Willy Naessens, die zegde dat hij
best wel delen van zijn rijkdom, vooral dat hij meent dat als hij het goed
heeft, anderen het ook goed mogen hebben. Ik denk dat men dit niet kan negeren
of zelfs minimaliseren. Alleen is de vraag hoe dit het beste gebeurt, want
zomaar geld geven, dat lijkt op het geven van genadebrood. Het moet over iets
substantieels gaan en dan is tewerkstelling nodig. Hij stelde ook dat men
ondernemers de ruimte moet geven om hier te ondernemen, dat het belangrijker is
dat investeringen niet door loodzware procedures en voorschriften onmogelijk
gemaakt worden; een mooi stadspaleis in Brugge dat door een paar ondernemende
mensen aangekocht was om er een nieuw leven aan te geven, werd door een buur
tegen gehouden. Ik denk dat de regering zal moeten kijken naar aanbevelingen
die onder andere de Commissie Sauwens heeft uitgewerkt, want evenzeer als de
fiscale behandeling van het ondernemen is er het probleem van administratieve
doolhoven, die het ondernemen bemoeilijkt. Maar de linkse oppositie was niet
geneigd hierover de regering aan te spreken.
Men
klaagt er vaak over dat burgers geen vertrouwen hebben in de politiek, in
bestuurders van het algemeen belang, maar als men de discussie over het
inschrijvingsgeld aan de universiteiten en hogescholen bekijkt, waarbij men
enkele argumenten wel ernstig kan nemen en uitspraken over fuifzieke jongeren
niet te zwaar moet laten wegen, blijft het de vraag of wij, zeker de alumni van
onze universiteiten aan jongeren uitleggen moeten dat wat zij nu zeggen in 1979
al aan de orde was en dat men de kostprijs van een jaar universiteit voor de
ouders zwaar kan zijn, maar als zij, de studenten, dames en heren studenten er
ook iets mee doen, met die kansen te studeren, dat die ouders dat wel willen
opbrengen. Of soms ligt dat moeilijk, inderdaad, maar dan ziet men dat juist
die studenten die financieel moeten harken echt wel niet achterblijven op
studiegebied. Mensen kunnen ook boven zichzelf uitstijgen en ik er wel enkele
die zonder veel steun van thuis wel degelijk slaagden.
Komt
Willem Elsschot hier niet om de hoek kijken, de zakenman die tegelijk als
schrijver zijn eigen handelen haarfijn en met grote distantie wist te
behandelen, zoals in "het Pensioen", al gaat dat net niet over een
evenknie, maar over een oud vrouwtje dat erin slaagde ten onrechte het pensioen
van een gesneuvelde soldaat wist in te pikken, ten koste van haar schoondochter.
Ook in Tjilp - De leeuwentemmer komt er van het menselijke in ons veel naar
voor. Maar Kaas laat vooral zien dat een zakenman die wacht tot alles perfect
in orde is, weinig zal presteren. Frans Laarmans wil alles op orde hebben, maar
komt niet tot zaken, enfin tot verkopen van zijn kazen en dat breekt hem
natuurlijk zuur op. In de politiek zijn er die geloven dat de samenleving eerst
helemaal moet geordend en naar wens functioneren, voor men tot zaken kan komen.
De regering moet evenwel roeien met die riemen die men heeft en dat omvat meer
dan de financiële hefbomen alleen: de regelgeving, ambtelijke procedures zijn
evenzeer van gewicht en hier verschillen de meningen tussen N-VA en de
oppositie nog veel meer dan de pecuniaire besognes. Tegelijk zien we in het
debat dat als men die maatregelen wil terugschroeven die het ondernemen
belemmeren, dat de oppositie niet thuis geeft: de overheid moet de antwoorden
geven. De regering denkt: burgers kunnen beter oplossingen vinden.
Er
was ook sprake van duidelijkheid/helderheid waarbij men moet vaststellen dat
een discours helder vinden een kwestie is
van appreciatie, maar wat wil men voorstellen dat over drie of vier jaar zal
gebeuren, moeilijk blijft. Björn Rzoska vroeg wat voor Vlaanderen we willen,
over tien, twintig jaar, zoals Geert Bourgeois, de regeringsleider ook al had
voorgesteld met zijn terugblik. Niet als historicus, maar om aan te geven dat
hij de verantwoordelijkheid die hij op zijn schouders wil, wel onderkent en
begrijpt dat de verwachtingen hooggespannen zijn. De kracht van verandering,
weet u wel. Piketty blijft actueel, men moet begrijpen dat patrimoniumaangroei
zonder dat dit de samenleving ten goede komt, zoals Willy Naessens zegde,
misschien niet zo goed is. De kwestie is dat vooral KMO's met een tergend zware
belasting op de schouders wrochten. De kwestie is dat de econoom John Crombez
wel begreep hoe de oude industrieel zich met een lening van 500.000 op gang kon
trekken en met zijn vrouw een bedrijf op de rails zetten, maar wat Crombez niet
begrijpt, niet lijkt te begrijpen is dat men niet zomaar zal investeren, als
men geen zicht heeft op een gunstige uitkomst, maar ook op erkenning.
Ik
denk dat we moeten toegeven dat het parlementaire debat over de
septemberverklaring moeten zien als een ritueel, maar dat de meerderheid die
gevormd werd na een grondig debat over wat men wil als beleid en hoe dat
uitgerold zal worden, niet zomaar van de afspraken kan afwijken. Als de
oppositie komt met alternatieven die de
premissen van de regering onderuit halen, dan doet ze dat, wetens en willens
voor de tribune. Zoals iemand opmerkte: waarom zwijgt de oppositie dan niet?
Men ziet de krantenkoppen al, mocht dit gebeuren: de oppositie ziet af van
kritiek aan het adres van de regering. Door evenwel op een aantal voorstellen
te schieten, die eventueel anders zouden kunnen en waarvan we nog niet weten
hoe ze uitgerold zullen worden, kan de oppositie die discussie niet winnen,
niet enkel getalsmatig, maar ook inhoudelijk niet.
Het
is geen beperking van de democratie, wel van de wijze waarop men zoekt naar
middelen om de zaak van de andere partij negatief te belichten. Kritiek evenwel
behelst meer dan afwijzen en dat dan rationaliseren. Toch is oppositie van
node, om te verhinderen dat de regering en de zittende meerderheid aan
arrogantie gaat toegeven. Allereerst kan de volgende meerderheid anders in
elkaar zitten, maar dat hangt dan af van de vraag of deze regering een aantal
verwachtingen die leven bij burgers - die niet allemaal met een 4x4 rijden -
kan inlossen.
Cultuur
is belangrijk voor iedereen, helemaal geen linkse hobby, maar de stennis die
sommige cultuurbeleidsmakers maken, valt bij het publiek op een koude steen.
Neem het theater? Op uitzonderingen na ziet men zelden iets dat echt beklijven
kan, soms omdat het onze eigen inzichten onderuit haalt, soms omdat het iets
toont van het menselijke dat onze eigen verwachtingen overtreft. Het is nodig
dat deze discussie ook gevoerd wordt, dat, zoals Tinneke Beeckman voor 25 mei
schreef, teveel over centen en centen tellen gaat en hier ontlopen meerderheid
en oppositie elkaar niet. Net op dit punt kan Tomas Sedlacek wel degelijk
inzichten bieden, die bijvoorbeeld laten zien dat cultuur, dat kunsten
essentieel deel uitmaken van het menselijke en dat niet altijd via door de overheid
gesteunde,gefinancierde instellingen moet verlopen. Er gebeurt meer dan de
cultuursector situeert in de gesubsidieerde sectoren. Die subsidies mag men
best als investeringen beschouwen, zoals in het debat aan de orde kwam, maar
tegelijk is het nodig in te zien dat men op die manier vaak vooral zwakkere
instellingen uit de wind zet. Ik vind ook dat soms goedkoop entertainment als
cultuur wordt gepresenteerd, maar ik heb daar minder moeite mee, omdat er soms
wel degelijk iets bijzonders uit kan voortkomen.
Dat
is wat Sedlacek aandraagt: het leven gaat door, de regering heeft een rol de
vele balansen in het oog te houden, maar de Vlaamse regering gaat niet over
vennootschapsbelastingen, al is er al meer dat de Vlaamse overheid meer kan
doen dan vijf jaar geleden. Alleen moeten we hier de media wel een forse steen
naar de koppen gooien: hoe de zesde staatshervorming en Europees beleid invloed
hebben op de Vlaamse bevoegdheden en de uitoefening ervan, daarover gaat het
niet. Het gaat erom wat er in onze portefeuille gebeurt en dat is terecht, maar
zoals het nu gaat, moet men dat populistisch noemen, zoals men ook het afbreken
van de staat door de Tea Party voorgesteld als populisme weg gezet moet worden.
Het komt er daarom op aan dat de Openbare omroep eens gaat kijken bij de
Nederlandse makers van "de slag om Nederland" of "de slag om
Europa", want daar krijgt men meer op de boterham dan de vraag wat de
overheidsmaatregelen voor mij zouden
betekenen. Dat is wat Sedlacek te berde bracht en wat men in de eigen brede
media niet echt heeft weten te waarderen, zo dat men erover spreken zou.
Een
uitsmijtertje nog: na mijn bezoek aan het Vlaams Parlement, ontmoette ik een
goede vriendin en spraken we over de gang van zaken. Persoonlijke zaken zal ik niet
aan uw neus hangen, maar we vonden beide dat mevrouw Cools in Reyers laat niet
zo een beste beeld van de vrouw heeft opgehangen, maar precies een gebrek aan
bereidheid een gesprek mogelijk te maken. De dames Vice-Minister-presidenten
mochten giechelen, maar hun verhaal bleef oppervlakkig en dat vond mijn
vriendin als vrouw een disgrace. Het
mag duidelijk zijn, men wilde niet echt doen geloven dat deze regering plannen
heeft, maar ook inzichten deelt die ons als burgers misschien wel aanstaan.
Niet omdat we blij zijn met de hogere kosten en lagere premies, maar omdat we
begrijpen dat we morgen ook nog moeten zaaien en oogsten. Goed bestuur? Wie een
definitie kan aandragen, mag het proberen, maar goed bestuur bestaat er wel in
dat de overheid de samenleving laat groeien door niet alles a priori vast te
leggen. En dat, bedacht ik bij het lezen van "Augustus" van John
Wiliams, is net de moeilijkste act in de arena van de politiek: Aansturen,
besturen zonder in jacobijns centralisme te vervallen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten