Vlaams provincialisme vs. literaire ambities
Reflectie
De uitgever houdt
niet van boeken
Productkennis op de helling
Ik vernam het dus ook dat De
Bezige Bij Antwerpen als autonoom fonds wordt opgedoekt. WPG zit met een probleem
en niemand in het bedrijf, niemand die ertoe doet, lijkt nog te weten waarom
WPG er gekomen is, want al die acquisities waren gewoon een schande voor het
uitgeversvak. Nu ja, men zegt dat alleen de grote spelers zullen standhouden,
want de ontlezing, dat spookwoord, beheerst te markt. Toch blijkt dat wel mee
te vallen, maar men zoekt steeds dat ene boek dat iedereen wil kopen, maar
vergeet daardoor te kijken hoe men op een bedrijfseconomisch acceptabele manier
boeken op de markt kan brengen die inderdaad lezers vinden. Maar in het debat
dat ontstaat na het downsizing van De Bezige Bij Antwerpen gaat het alweer alleen
over het literaire boek. Misschien moeten we daar toch ernstig over nadenken,
want het was niet zo dat DBBA alleen maar literatuur uitgaf.
De kwestie is dat de uitgeverij
inderdaad, zoals iemand schreef, een ambachtelijke bezigheid blijft waarbij het
van belang kan zijn niet teveel boeken uit te geven, maar wel datgene waar men
zelf in geloofd. Als ik het Fonds zie dat Karl Drabbe bij Pelckmans aan het
uitgeven is, dan denk ik dat het een grote meerwaarde vormt. Toch zal men in de
bladen maar zelden een begin van aandacht zien voor dit fonds. De Nederlandse
dag- en weekbladen hebben er wel oog voor. En ja, Filofosie Magazine geeft ook
wel weerklank aan dat fonds. Ook andere fondsen proberen zichzelf opnieuw uit
te vinden, zoals Bert Bakker en Prometheus.
Want als Groot-Nederlander, of
beter, als Nederlandstalige doet het er wat mij betreft niet toe of de auteur
uit het Noorden komt of uit het Zuiden. Geschiedenis van Nederland? Vlaanderen?
België? Het kan mij boeien, zoals de studie van Gita Deneckere, Leopold I,
uitgegeven door DBBA, een mooi werk is dat naar mijn gevoel in de media niet
echt de weerklank kreeg die het verdiende. Nu kan het natuurlijk niet dat elk
boek op de voorpagina komt, maar ik heb wel de stellige indruk, als men de
literaire bladzijden van kranten en bladen bekijkt, dat de invloed van de
uitgevers op de presentatie van een boek zeer groot is. Nu woon ik wel vaker
boekpresentaties bij, voorstellingen die soms wat genant zijn, maar als het goed
is, kan het zeer boeiend en aangenaam zijn.
Het centrale punt in het
boekenvak is dat de lezer en de auteurs nogal eens buiten beeld blijven. Als
Radio 1 (VRT) boeken presenteert, lijkt de recensent belangrijker dan de auteur
en het boek. Overdrijf ik? In eindejaarslijstjes zie je zoveel conformisme bij
het beantwoorden van de vraag wat de belangrijkste boeken van het jaar zouden
geweest zijn dat een mens zich afvraagt of men het allemaal wel gelezen heeft.
En toch hebben de media hun betekenis en net daarom blijft het te betreuren dat
Ruth Joos haar programma niet mocht voortzetten en dat de openbare omroep ervan
afziet op de buis een behoorlijk boekenprogramma te maken. Het is niet omdat
Marc Reynebeau er niet in gelukt is dat iemand als Kurt van Eeghem daar ook zou
falen, wel integendeel. Sommige mensen staan nu eenmaal zichzelf en vooral hun
programma in de weg.
Nog zoiets infantiels is het
onderscheid tussen fictie en non-fictie, waarbij men er dan vanuit gaat dat
literatuur vanzelf alleen in het domein van de fictie zou liggen en dat non-fictie
niet zeer divers zou zijn. Wetenschappelijke boeken, die nu vaak gewoon als
non-existent beschouwd worden in een tijd van permanent leren nota bene,
verdienen dus ook in de brede media echt wel meer aandacht. Zou ik dan een boek
over kernfusie aanschaffen? Dat kan ik niet beweren, maar een economisch boek
of werken in verband met rechtsbedeling kunnen wel mijn aandacht trekken. Maar
toch blijven uitgeverijen worstelen met de notie populair wetenschappelijk, waarbij men de lat soms zeer laag laat
liggen, waardoor de lezer die best wat meer kan verstouwen het boek algauw
terzijde legt.
Maar zelfs in de fictie kan
men zich er toch niet vanaf maken met dat ene label. Nu ben ik wel een
pleitbezorger van het werk van J.R.R. Tolkien, vooral dan van "The Lords
of the rings", het boek dat in zijn uitgelezen omvang veel meer is dan
fantasie, omdat de verbeelding een aantal kwesties aan de orde stelt die Tolkien
als geleerde en als burger bezig hebben gehouden. De moderniteit blijkt voor
hem niet het probleem, maar de destructieve aspecten van de moderniteit en de
ontmenselijking vormen een cruciaal aspect in de trilogie. Ik weet dat men dan
deze boeken met de andere fantasy op een hoop kan gooien en daar schuilt het
probleem voor de boekensector, meer nog dan voor film of muziek: genres
onderscheiden kan een boek helemaal in het verdomhoekje duwen, terwijl het om
pareltjes gaat.
De boekenmarkt wordt te zeer
vanuit marketing bekeken, de laatste tijd, terwijl een boek altijd uniek is,
behalve natuurlijk de polars, politie-
en speurdersboeken. Maar daar zie je ook grote verschillen... zodat het echt een
verhaal is van appreciatie en dan kan het zijn dat mensen juist een zeer
voorspelbaar verhaal willen lezen.
Maar er zijn vele werken die
niet zomaar in een hokje passen, zoals de reflecterende autobiografische werken
van Boris Cyrulnik of filosofische essays van Ad Verbrugge of Alicja Gescinska
en dan wordt het moeilijk voor de hoofdredacteuren van de bladen. Zeker, over
Boris Cyrulnik zal men niet zoveel gehoord hebben en voor zover ik kan zien
blijkt de interesse voor die psychiater, die nochtans een bijzonder verhaal als
slachtoffer van de Holocaust te vertellen heeft, maar vooral over de wijze
waarop hij uit de oorlog is gekomen en vervolgens via allerlei omwegen arts en
psychiater is geworden en dat lijkt ons dan weer niet echt te interesseren. Althans,
men neemt aan dat dit zo is. Evengoed blijkt dat de Vlaamse media geen
interesse hebben voor een boek als "De Vergelding" van Jan Brokken,
want de Vlamingen hebben niets op met de "Ollanders" en dat stoort
mij dus, bijna mateloos.
Want dat is natuurlijk het
probleem vandaag: veel Vlamingen die zich doorgaans ruim- en breeddenkend
noemen, hebben geen greintje interesse voor wat zich heden ten dage afspeelt
boven de Moerdijkbruggen. Erger nog, De Franse en Duitse culturele actualiteit
ontbreekt op uitzonderingen na ook in literaire bladzijden, behalve als een
Vlaming gaat kwelen in de taal van Brel of van Maxime le Forestier, want dat
heeft iets als amechtigs. Het is van belang te begrijpen dat men niet zomaar
internationaal georiënteerd kan beweren te zijn en tegelijk de naaste buren straal
durft te negeren. Bovendien ontzegt zo een krant dan heel waardevolle zaken.
Ten overvloede, als je naar de Duitse televisie kijkt, Naar de Franse krijg je
ook wel praatshows en gedoe, maar tegelijk komt er ook wel eens een goed
gesprek voor, waar een erudiete persoon in gesprek gaat met een auteur en dan
krijg je veel waar voor je geld.
Het punt is dus dat in
Vlaanderen de houding tegenover de buitenwereld zich gewijzigd heeft, mede als
gevolg van een toegenomen zelfbewustzijn, waar we niet om hoeven te treuren.
Maar de andere kant van de medaille oogt minder fraai, want, zoals Bert Anciaux
ooit zegde: "ik val niet achterover van die Hollanders". Meer nog, de
samenwerking binnen Europa loopt ook wel eens spaak omdat we niet graag met die
Nederlanders aan de praat gaan. De herdenking van 200 jaar Koninkrijk der
Nederlanden krijgt in Vlaanderen nauwelijks aandacht, want zelfs het boek van
Els Witte "Het verloren Koninkrijk", waarin zij ook die eerste
vijftien jaar van dat koninkrijk en het verzet in het Nieuwe België onderzocht,
kreeg in de media niet echt grote weerklank, terwijl het toch wel voldoende
stof biedt voor een goed gesprek. Ik hoop het dan ook eerlang te lezen.
Tot besluit: De Vlaamse
literaire wereld lijdt aan een nauwelijks verborgen rancune tegenover
Nederland, terwijl lezers, zoals uw dienaar in principe geen probleem heeft met
werken die in de Grachtengordel geschreven zijn. Hoe zou ik geen interesse
kunnen hebben voor een biografie over Henriëtte Roland Holst, evengoed als die
over dr. Alette Jacobs, maar ook het werk van Enquist, Joke Hermsen.. u ziet
het, als we een keertje beginnen te rond te neuzen in het eigen geheugen, dan
is de Nederlandse uitgeverij, zijn Nederlandse schrijver v/m zeer aanwezig en
hoeven we dus niet de indruk te wekken dat het buitenlandse literatuur zou
zijn. Bovendien, wars als we zijn van het onderscheid tussen fictie en
non-fictie, hebben we het liever over literaire werken, dat kunnen ook essays
zijn of toneel, poëtica, maar daarbuiten is er nog heel veel dat het lezen
waard is, dat uitgevers op de markt kunnen brengen. Natuurlijk is de bestseller
van het jaar uitgeven altijd weer een geschenk uit de hemel, maar waar is de
tijd dat er een hype ontstond rond Umberto Eco en zijn roman "De naam van
de Roos", al zullen velen dat nu niet per se het voorbeeld bij uitstek
vinden? Je kan natuurlijk altijd proberen Henri Miller of Jan Wolkers opnieuw
uit te vinden...
Met dat alles blijkt het toch
wel moeilijk houdbaar te zijn dat de boekenwereld geen grenzen zou kennen, want
het provincialisme bij de commentaren over het opdoeken van De Bezige Bij
Antwerpen kan men moeilijk negeren. Tegelijk, een goede uitgeverij als
Pelckmans, die zich toelegt op essays en filosofie, krijgt dan weer niet direct
veel aandacht in de media en dat geeft aan hoe de engdenkende blik op het
boekenvak de lezer veel kansen ontneemt tot verwondering. Er is meer dan
literatuur alleen, maar zelfs literaire teksten vinden we in vele maten en
gewichten, maar dat lijkt men graag te vergeten.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten