I can't breathe
Reflectie
Orde, veiligheid en
menselijk overheidsoptreden
Het
organiseren van het goede samenleven, waar de veldwachter door het dorp wandelt
of fietst en jongeren al eens op de vingers tikt en vooral gerespecteerd wordt
als iemand die namens ons allen zorgt voor de goede orde, blijft een prangende
kwestie die altijd weer opnieuw overdacht hoort te worden. Vandaag moeten we
vaststellen dat in de VSA, maar niet alleen daar de vraag om veiligheid ten
koste van alles gevrijwaard moet worden, soms ten koste van onschuldige mensen.
De gebeurtenissen in Fergusson wierpen een schel licht op de politionele codes,
een documentaire over de SWAT-eenheden lieten er geen twijfel over bestaan, dat
we over veiligheid niet eenduidig kunnen denken: ook de politie kan de
veiligheid in gevaar brengen. Ook hier weer speelt niet zozeer een overdadige dan
wel een niet aangepaste regelgeving een rol van betekenis. Het doel is orde te
bewaren, geen wanorde te scheppen.
Ooit
stond ik voor een politierechter over een simpel betalingsbewijs dat was
weggewaaid in een storm op de Vindictivekaai in Oostende. De man vond dat er
ruimte voor twijfel bestond over de verbalisant maar ik vond dat het onredelijk
was iemand te beboeten die in eer en geweten kon aantonen dat hij een ticket
had gekocht aan de automaat, maar de wind had het bericht doen wegwaaien binnen
de auto bij het deponeren. 20 jaar later lijkt het me dat de politierechter de
redelijke twijfel terecht hanteerde, maar het was dan ook geen zaak van leven
en dood. Toch zien we dat we op dat terrein vandaag ver zijn geëvolueerd in de
richting van een politiestaat. Hoe veel meer schokkend kan het worden? De
affaire Jonathan Jacobs? Maar ook de volkswoede rond een misdadigster die haar
straf heeft uitgezeten blijft nazinderen. Wij groeiden op met de bond zonder
naam, die ons leerde dat gevangenen, veroordeelden een tweede kans verdienden.
Want als recht is gesproken, dan moeten we ons niet meer moeien met het
vervolg. Maar "pedofilie" werd een misdaad die we niet kunnen
aanvaarden, zodat rechters steeds zwaarder gingen tillen aan dit vergrijp. Ik
begrijp het wel in menselijk opzicht, maar ben niet zeker of hier niet een
zekere neurasthenie speelt. Hoeveel mensen hebben sinds 1992 kinderen die
mishandeld zijn geworden buiten de familie? Binnen de familie is het ook erg en
onvergeeflijk, maar komt het niet zo snel uit.
Kinderen,
aldus Freud, zijn onze ongekroonde koningen. Zelfs wie Freud een aansteller en
charlatan vindt, zal die uitspraak toch niet zomaar naast zich neerleggen,
terwijl vriendschappen tussen volwassenen en jongeren voor beide partijen
heilzaam kunnen zijn. Meer nog, men moet vrezen dat de verdachtmakingen afbreuk
kunnen doen aan de heilzame werking ervan. Maar de onaantastbaarheid van
jongeren maakt tabula rasa met andere facetten. Of vriendschappen vanzelf tot
seksuele verhoudingen leiden valt nog altijd aan te tonen. En of die
verhoudingen echt nefast zijn voor een van de partijen? Wie zal het als een
universele wet presenteren. In de roman "Der Vorleser", die ik eerst
als film, "The Reader" leerde kennen, blijkt hoe complex de
waarheidsvinding kan worden als iedereen de waarheid nu juist niet wil vinden.
De auteur Bernhard Schlink vertelt het verhaal van een vrouw, Hannah Schmitz,
die haar analfabetisme ten koste van alles wil verbergen. Zij had jaren voor
het proces een relatie met een jonge jongen, van 15, maar zij verdwijnt
onverwacht. Hij wordt student rechten en gaat met een professor en
medestudenten naar een proces tegen vrouwelijke nazimisdadigers, dat er kwam
omdat een overlevende van de kampen een boek schreef en de betrokken daders,
alle vrouwen, kon thuiswijzen. Hij ziet
haar dus terug en maakt mee hoe zij, juist door haar eerlijkheid alle schuld
krijgt toegeschoven. De voorzitter van de rechtbank slaagt er niet in of doet
onvoldoende moeite de werkelijke toedracht te reconstrueren en laat zo gebeuren
dat zij door haar medebeklaagden zelfs als auteur van een uitgebreid verslag
van de gebeurtenissen in een kerk ergens in het Oosten van Duitsland, tijdens
een zogenaamde dodenmars wordt gepresenteerd. Alleen de student weet, beseft
dan dat zij kan lezen noch schrijven en dus ook dat verslag niet geschreven kan
hebben.
Wanneer
zij tot levenslang veroordeeld is, zal hij haar niet echt loslaten maar ook
niets kunnen ondernemen, zelf toch jurist in opleiding zijnde. Het voorlezen?
Hij, de ik-figuur zal op een dag beginnen verhalen in te lezen, onder meer de
Illias, maar ook de dame met het hondje. Zij begint dan toch te lezen, door de
boeken die hij voorleest te lenen in de bib en luisterend naar de cassettes die
hij haar toestuurt, krijgt zij woordherkenning onder de knie en ook leert zij
schrijven. Maar het neemt niet weg dat ze weliswaar niet onschuldig was, maar
toch niet alle verantwoordelijkheid voor die en andere wreedheden had mogen
toegeschoven krijgen. Rechtspreken blijft een heikele zaak en een vergissing
voorkomen is belangrijk. Formalisme kan evengoed leiden tot meer dwalingen als
de rechters niet voldoende de zaak zelf voorop stellen, terwijl advocaten ook
wel eens terwille van hun cliënt of eigen prestige de waarheidsvinding
onmogelijk maken.
Dit
verhaal gaat er niet om of Hanna Schmitz onschuldig is, maar of zij iets gedaan
kan hebben dat men haar aanwrijft, maar naderhand is iedereen tevreden, behalve
de hoofdfiguur. Maar het is ook een reflectie op het onvermogen van het
rechtssysteem om in bepaalde gevallen recht te laten geschieden. In de
Verenigde Staten kennen we de gevallen van mensen die jarenlang opgesloten
zaten en plots komt men tot nieuwe inzichten, waardoor de onschuld vast te komt
te staan. Recht geschiedt dan vaak nog niet, omdat men de ware schuldigen niet
meer kan of wil vinden, mag vinden, wegens verjaring. Is het rechtssysteem
daarom kaduuk? Ik dacht het niet, maar het is wel duidelijk dat het feilen vaak
voortkomt uit onzekerheid over nieuwe technologische mogelijkheden of het
zwijgen van de getuigen.
Een
discussie die mij in hoge mate heeft geraakt, betreft de werking van het Amerikaanse
politionele bestel, waarbij enerzijds de gelijkheid voor de wit, het vermoeden
van onschuld en de omzichtige omgang met het geweldmonopolie met voeten worden
getreden. Men kan een documentaire zien over dat politieoptreden, waarbij dus
recent verschillende burgers met een Afro-Amerikaanse achtergrond gedood werden
door de politie, zonder duidelijk aanwijsbare redenen. Bovendien doet men er
alles aan om wapendracht door burgers niet in te perken, hanteert men het
tweede amendement op de grondwet zo dat God en klein Pierke zware wapens bij de
hand hebben en vervolgens is de politie bevreesd overklast te worden... Een
wapenwedloop binnen de staat, die perverse gevolgen blijkt te hebben.
Gelijk
behandeld worden voor de wet vormt een probleem want het kan dat de wet niet
voor iedereen gelijk is. De complexiteit van de regelgeving en de toegang tot
de ontcijfering dragen ertoe bij dat niet iedereen door de wet op dezelfde
manier behandeld wordt, want het is de advocaat die men zich veroorloven kan
die de uitkomst lijkt te bepalen. Toch is dit vreemd want men zou menen,
denkende aan Abraham Lincoln of John Adams dat men als kleine garnaal in het
beroep juist zijn stinkende best doet om onmogelijke gevallen bij te staan. Tenzij
het erom gaat dat zo een groot advocatenkantoor investeert in mensen die halve
zinsneden uit vroegere zaken bij elkaar kunnen zoeken en zo een argument voor
hun cliënten vinden kunnen om twijfel te zaaien en de jury tot vrijspaak te
bewegen. In dat zoekwerk gaat natuurlijk veel dure tijd zitten.
Een
belangrijke idee in de (moderne) rechtspraak betreft het vermoeden van
onschuld, waarbij niemand, tot het moment van een vonnis van de rechter/jury
aldus bepaalt, schuldig mag geacht worden. Het gegeven speelt op twee niveaus:
1°) de verdachte geldt als vrij burger en kan door de politie en de magistraten
alleen met respect bejegend worden. Pas na het vonnis zal men de beschuldigde
ook schuldig achten maar of dat gepaard moet gaan met gebrek aan respect, valt
nog te bezien; 2°) John Adams moet zich afgevraagd hebben hoe men in de Nieuwe
Wereld het "habeas corpus" diende te begrijpen en ging daarbij verder
dan men in de oude metropool dacht te moeten gaan. Ik bedoel dat men toen in de
18de en 19de eeuw kruimeldieven en beurzensnijders gemakkelijk bij de kladden
nam en vervolgens naar kolonies stuurde voor een aantal jaren slavenarbeid.
Adams vond dit niet kunnen en vond dat de overheid, c.q. de politie over
overtuigende stukken dient te beschikken om iemand aan te spreken. Men kan zien
dezer dagen dat in de VS dat aanspreken met veel vertoon van wapens gebeurt. En
de schade die men aanricht aan derden is van geen tel, terwijl dat bijna
onherstelbare maatschappelijke schade moet heten.
Het
geweldmonopolie bestaat in de VS d'office niet, al was dat wel de bedoeling van
de Founding Fathers, omdat ze beseften dat men mensen diende te beschermen,
maar het Tweede Amendement bij de Grondwet diende een ander doel dan de
wapenlobby vandaag voorhoudt, namelijk patriotten die niet naar het leger
geroepen konden worden de kans te geven hun grond en hun county te verdedigen
tegen de Engelsen. Het feit nu dat de politie dezer dagen met legermateriaal
wordt uitgerust, dat politiediensten zelf menen dat ze hun wapenarsenaal zo ver
mogelijk dienen uit te breiden om op alles voorzien te zijn doorkruist het
logische principe van proportioneel optreden: men schiet niet op een muis met
granaatwerper. Maar men dringt ook geen huizen binnen zonder voldoende aanwijzingen.
En men schiet niet voor men weet, zeker weet dat de betrokkene is wie men denkt
dat hij/zij is en gedaan heeft wat men hem of haar toedicht. Er scheelt iets
met de politie in de VSA.
Duidelijk
is evenwel, gezien de storm van waanzinnige paniek die opstak toen een
ebola-patiënt ingevlogen werd vanuit het rampgebied om de persoon te behandelen
en toen vervolgens ook nog eens een verpleegzuster besmet raakte, dat er een
onvoorstelbaar grote aandacht voor veiligheid leeft, wellicht overdreven. Hoe
zal men in de VSA met werkelijke tragedies omgaan? Misschien zal men dan,
omwille van de ernst net beschroomd zijn te zeuren. Want de angst voor risico's
die men overigens tallenkante bespeurt, bereikt bij momenten - ik durf het
woord om de reden dat ik vrees voor seksist gehouden zou kunnen worden
nauwelijks te gebruiken - een niveau van hysterie die nergens zelfs emotioneel
ingevoeld kan worden. Men mismeestert kinderen om ze niet bloot te stellen aan
fout voedsel, fout drinken, foute gedachten en beelden ook, zodat kinderen al
eens zeer wereldvreemd kunnen lijken. En tegelijk, merkt men bij diezelfde
Amerikanen in kwesties als de duurzaamheid van de economie, de leefbaarheid van
de aarde en de zuiverheid van lucht en water een grote laksheid en onverschilligheid.
Wat de eigen body kan raken moet absoluut vermeden, maar collectieve schade,
daar heeft men geen oog voor.
Ook
bij ons zien we deze evolutie, al denk ik dat het nog net niet de spuigaten
uitspuit. Natuurlijk leef ik mee met de familie Leus die een dochter verloren
door toedoen van een dronken chauffeur.
Maar men moet wel er wel over waken dat in het algemeen ook hier de wet voor
iedereen dezelfde is. De politie en wij, dat hoeven geen beste vrienden te zijn,
maar zij zijn pas onze "vijand" als we iets mispeuteren en ons ervan
bewust blijven dat we schuldig zouden moeten pleiten. Maar de politie dient ook
haar plaats te kennen, bescheiden, prudent en doelgericht. Dat laatste betekent
dat de openbare orde niet verstoord wordt,
In
de VSA blijkt het vertrouwen in de politie, zeker bij Afro-Amerikanen
ondermaats. In Ferguson en elders blijken de politie-agenten die iemand doden,
zoals de man die hoorbaar "I can't breathe" kreunde en die werd op
Staten Island gewoon gewurgd, vrijgesproken te worden door de Grant Jury.
Hebben de VSA geen nieuwe John Adams van node? Iemand die het wetboek tegen het
licht houdt van de principes die toen golden? Natuurlijk vergen de
omstandigheden inhoudelijke en formele herzieningen maar het doel is de
openbare orde te verzekeren; bij ons wordt geweld op een lid van het openbaar
gezag zwaarder bestraft, maar de politie moet elke burger herkennen als een
superieur, tenzij de feiten anders uitwijzen. Maar het blijft een dunne lijn,
die men niet altijd herkent en dan zijn er onderzoeken mogelijk, desnoods
tuchtsancties, maar grove overtredingen, die moet noch kan men negeren en daar
zit het fout in de situatie in de VS Bij ons? Het valt wel mee voor autochtone
mannen van rond de 45 jaar oud, terwijl jonge allochtonen wel degelijk een
groter risico lopen op een confrontatie.
Het
geweldmonopolie aan de politie verleend moet met grote zorg uitgeoefend worden
en waarbij burgers geen vijanden zijn,
die men moet verslaan. Helaas zal het nog wel even duren voor de politie, de
politiek en voldoende burgers begrijpen dat het probleem van zware bewapening,
van disproportionele inzet van middelen en respect voor anderen, echt onder ogen en in overweging genomen moeten worden.
Moet men vrezen dat wij dezelfde weg opgaan? Advocaten menen van wel, maar doen
er alles aan om de profetie ook handen en voeten te geven. De samenleving eist
veiligheid, dat anderen geen veiligheidsrisico worden en boet daarom volgaarne
in aan vrijheid en autonomie. Het ergste is het natuurlijk wel als de politie
zelf notoir onbetrouwbaar wordt, door nalatigheid en fouten inzake inschatting
van omstandigheden.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten