Ode aan een werkmens
Ars Poëtica minor
Afscheid van Herman,
een
oude werkman
Ik zie hem nog zitten in onze keuken,
een
bord pap gekregen van de inwonende hulp
bijna
vijftig jaar geleden
kwam
hij vaak het straatje overgestoken,
want
daar stond zijn huisje,
stonden
arbeidershuisjes
ze
verdwenen bijna alle uit dit dorp
Hij
kwam voor de tuin, hielp vader met de vogels
in de
grote volière tegen de tuinmuur
waar
we parkieten en kanaries hadden
hij
deed de klussen
er werd
tijdig gesnoeid
en 't
gras afgereden
de
auto in de wax
Wij
het jonge grut, liepen ertussen
maar
nooit, herinner ik mij
was
hij anders dan gedienstig
en
toch ook wel fier
Hij
was voor mij een werkman
al
deed hij vooral klusjes na zijn uren
hij
was echter ook bezig
met
van alles
Laat
nu eens en voor altijd
helder
worden als eerbetoon
dat zo
een werkman
geen
slaaf is
noch
van zijn baas
niet
van zijn droge lever
en al
helemaal niet
van de
verveling
want
altijd was hij bezig
hij
kent de weg
Beste
Herman, wij leerden
u
kennen, wij kinderen
toen
men ons later sprak van arbeidersstrijd
van
gewoel en van rechten
zagen
wij dat die strijd
niet
altijd persoonlijk was
altijd
was u welgezind
maar
ging het u niet, dan hoorden we het niet
Je
hoorde nog altijd wel eens iets
van
ons en vroeg me naar
de
anderen.
Je was
niet de werkman, wel Herman
b
Art
Reacties
Een reactie posten