Ergens deel aan hebben Ja
Kleinbeeld
Wie we zijn, wat we doen
Gesprekken over de toekomst
Laatst had ik een aangenaam en
boeiend gesprek over wat ik van het leven vond. De dame vroeg het me met enige
verstoordheid omdat ze vond dat ik soms te optimistisch tegen de dingen
aankijk, terwijl ik het vooral over mensen heb. Dat legde ik dan ook uit, maar
of het is blijven hangen, bleek pas gisteren, in een sms: "Je hebt gelijk
het vooral over de mensen te hebben, of beter over mensen". Ik dacht even
na een stuurde een berichtje terug "wat we (niet) maken doet er ook
toe". Deze morgen kwam dan het antwoord: "hoe we het doen, speelt ook
mee". Toen kon ik niet meer volstaan met een tekstje. Maar het is ook geen
brief, wel een kleinbeeld, hoezeer ik ook dacht een reflectie te pennen. Maar
het blijft bij beelden.
Kan men zichzelf zien en doen
alsof het ik een ander is? Daarover hadden we gesproken, want zij meende dat
dit de opperste vorm van zelfkritiek moest heten. Dat lijkt alleen maar zo,
want kunnen we naar onszelf als een ander kijken zonder daarbij subjectief uit
de hoek te komen? Misschien, zegde ik haar, moet je ook voor jezelf een beetje
mysterie blijven, weten dat je op een dag onverwacht uit de hoek komen zal. Wel
heb je een punt, want als je naar anderen kijken kan, zoals je naar jezelf kan
kijken, dan komt er iets bovendrijven dat we best koesteren. Het gaat om het
erkennen en herkennen van een band met die anderen, die deel heeft aan de eigen
wereld.
Maar ook is er de vraag of ons
handelen er nog toe doet, want met Hannah Arendt hecht ik er wel aan, alleen
blijkt het maatschappelijke leven meer dan voordien verrafeld is geraakt, wat
voordelen heeft en toch blijken er ook nadelen aantoonbaar aanwezig. Nu ben ik
van nature geen royalist of monarchist, maar symbolen voor het uitdrukken van
een eenheid kan ik wel hebben. Dat men het koor uit de negende symphonie als Europese
hymne koos, kan ik onderschrijven wel beseffend dat ook Stalin deze hymne over
universele broederschap gebruikt en misbruikt heeft, is me bekend. Ook de vlag
zal ik altijd wel even groeten, als ik die zie, net als de Vlaamse leeuw. De tricolore
Belgische vlag? Zij is er en ik zal ze niet verscheuren.
Waarom ik het daarover heb?
Omdat ik denk dat we individualiteit en lid zijn van een gemeenschap niet als
tegenstelling mogen zien. Natuurlijk is het ontwikkelen van een individuele
persoonlijkheid van belang, want het gaat niet op dat mensen verantwoordelijk
zouden zijn en tegelijk zou men stellen dat autonomie niet hoeft. Ik weet wel
dat men de afgelopen jaren het deterministische mensbeeld - ondermeer via
neurologisch onderzoek - wijd verspreid heeft en tegelijk over maakbaarheid sprak.
Het mag niet verbazen dat velen dat wel enigszins verbazend vonden en vinden.
Wie zijn we nog als persoon, als mens? Kunnen we ons op onze uniciteit laten
voorstaan nu allerlei wetenschappers ons - anderhalve eeuw na Darwin - laten
verstaan dat we minder zijn dan stof.
We praatten erover en je keek
verrast toen ik zegde dat dit beeld me verdacht veel deed denken aan wat de
kerk ons geleerd had, dat we stof zijn en tot stof zullen wederkeren. Via de
genenpoel die we zijn, door ons te beschrijven als door ons brein gestuurde
automaat, robot, verliezen we heel wat van onze uniciteit, maar men zegt mij
dat het onvermijdelijk is en dat we de visies van Swaab en co moeten
aanvaarden. Gelukkig zijn er mensen als Bert Keizer die zag dat het brein niet
werkt als er niets van buiten op inwerkt. Zintuiglijke waarnemingen zijn van
belang, maar ook het vermogen iets met
die waarnemingen aan te vangen. In de visies die breinspecialisten aanhangen is
er voor het verwerken van zintuiglijke indrukken weinig plaats, dat wil zeggen,
dat het brein het autonoom afhandelt. Of dit werkelijk zo is en of de relatie
tussen het bewuste ik en de zintuiglijke ervaring alleen maar een zaak van het
brein zou zijn, valt volgens Swaab en co niet te betwijfelen, maar hoe komt een
brein ertoe vormen te herkennen en taal te begrijpen. Dat gaat ten koste van
andere inzichten, zoals het vermogen tot leren (van anderen). Kan men buiten de
leraar om, de als voorbeeld geldende voorganger die een jongere weet mee te
nemen in een verhaal? Joke Hermsen besteedt heel wat aandacht aan de rol van de
docent die ook niet zomaar data doorgeeft, zoals men kan lezen, maar juist een
bevlogen verhaal brengt, ook van het leven.
Opvallend is het dat we - ik
incluis - graag over de gewone mensen spreken, al heb ik er al een aantal keren
blijk van gegeven om die mensen te geven, net omdat ik hun wijsheid wel kon
waarderen en hun menslievendheid. Het gaat om concrete mensen, dat is zo, maar
die ook wel laten zien dat het allemaal niet zo gewoon is. Natuurlijk is er banaliteit,
maar evengoed in een serviceclub als in café de Reisduif en men kan zowel in
het hotel waar de serviceclub samenkomt als in de Reisduif boeiende gesprekken voeren, maar evengoed
ontgoocheld zijn. Het gaat om wat een persoon wenst te delen met anderen. Niet
enkel geld, maar eventueel ook een originele idee, al zijn we daar doorgaans
bang van, dat anderen zouden ontdekken dat we een originele idee zouden hebben.
Er zijn er genoeg die er zich
op laten voorstaan juist wel origineel uit de hoek te kunnen komen, maar dan
spreken ze over hoe Thomas Mann omgaat met het begrip tijd, maar in die roman
krijgen we net de toverwereld te zien, waarin mensen om de gewone, meetbare
tijd niet meer geven. Dat de roman de gevolgen van de vernieuwing en
moderniteit op mensen beschrijft, hoort men minder, want moderniteit staat niet
ter discussie. Wellicht is het een gevaarlijke illusie dat we alles moeten
vernieuwen, maar nog gevaarlijker is het te geloven dat alleen vooruitgang ons
kan redden en ons niet beroeren zou.
Die discussie hebben we al
vaak gevoerd, denk ik, want ik denk niet dat we de moderniteit moeten afwijzen,
maar tegelijk moeten we er ook ernstig over nadenken en kijken hoe het ons goed
kan uitkomen. Hoe kunnen we ons beter voelen met een app om onze gezondheid op
niveau te houden? Misschien moeten we inderdaad niet elke oprisping als een
begin van slokdarmkanker zien en naar de dokter rennen. Of geldt: lang leve de
stilte van de organen.
Maar de vraag is of we met
onze omgeving iets kunnen opbouwen dat een leven mag heten. Die vraag stelde
zij nog eens in een sms-bericht, want ze vond dat ik af en toe van de kern van
de zaak afweek. Niet geheel ten onrechte, maar toch, het voorgaande dient om
aan te geven dat we onszelf kunnen zijn en toch innig verbonden wezen met onze
omgeving. Autonomie, zelfstandig denken is van belang, maar het kan geen denken
zijn in het ijle of het lege, kan niet uitgaan van hoe de dingen horen te zijn,
wel van hoe mensen zijn en dingen.
Men klaagt graag over
(doorgeslagen) individualisme, maar misschien is dat een foute inschatting.
Misschien moeten we met Philipp Blom onderkennen dat we vergeten zijn burgers
te wezen en dus te behoren tot een gemeenschap. Maar zijn we echt alleen
consumenten, prosumenten, zoals Blom én Sloterdijk stellen? Behoren tot een
samenleving impliceert niet dat we alles
altijd horen te accepteren, want soms moet men de strijd aangaan tegen foute
inzichten. Burgers kunnen denken over de samenleving zonder de eigen belangen
voorop te stellen. Dat deden burgers 700 jaar geleden in de steden van
Vlaanderen, Brabant en Holland, dat deden ook soms koningen en andere vorsten.
En soms was hun machtsstreven zo groot, dat ze alles in functie daarvan bezagen
en zo nodeloos mensen opofferden, al zagen zij hen nauwelijks als mensen.
Wie ik ben, wie u bent, dank
ik, dankt u ook aan eigen inspanningen, maar de voorzieningen en vooral de
eigen omgeving hebben veel mogelijk gemaakt. Het kan lijken dat we
"hen", de familie niet nodig hebben, maar het is wel zo belangrijk te
ervaren hoeveel we kunnen bereiken in een bestel van samenwerking en
vertrouwen. Hoe zou men overigens ouders kunnen steunen in hun opvoedende taak,
als we hen dat vertrouwen niet gaven en ook nog eens de ondersteuning
ontzegden.
Ons gesprek kwam ook op de
onzinnige vormen van geweld dezer dagen, hoewel we dat niet echt nieuw mogen
noemen. Toch kan men de opstoot van militant islamitisch geweld in Syrië en
Irak niet zomaar in oude schema's onderbrengen. Ook de aanslagen in Parijs
geven blijk van het verheviging van de afkeer en haat, al weten we niet of dit
opgefokt is dan wel in die jongeren is ingezonken. Het is wel van belang te
begrijpen dat de propagandisten weten hoe ze die kerels moeten aanspreken.
Evenzeer blijkt dat het onze onderwijsinstellingen noch andere instituties lang
niet altijd lukt.
Philipp Blom ziet twee dromen
tegenover elkaar staan, de autoritaire en de liberale. Hij meent dat we te vaak
gesjacherd hebben met dat ideaal van vrijheid, lees: we hebben slavernij maar
laat aangepakt - maar toch, aangepakt is het probleem - en we hebben te vaak de
verkeerde regimes gedoogd. Dat ook wij al te vaak bang zijn voor de vrijheid
mag duidelijk zijn, de benadering van Blom laat zien dat mensen voor het
autoritaire kiezen uit angst zelf te moeten beslissen over het eigen lot. De
toenemende mogelijkheden laten de overheid ook toe, ook hier, steeds meer
paternalistisch, autoritair op te treden en de burgers te wantrouwen.
Wie we zijn? Hoe zou het geen
complex verhaal zijn, dat proces dat het worden van een baby tot een volwassen
mens, dat het vormen van een persoon als leidraad heeft. Soms loopt het mis,
maar hoeveel vaker loopt het niet naar wens of beter dan verwacht. Onze band
met onze omgeving is ongemeen belangrijk en toch letten we er vaker niet op dan
wel. Of we willen slim zijn, zeggen dat Hollande niet mag stellen dat Frankrijk
in oorlog is. Pathetisch klonk het wel en het deed denken aan Mitterand toen
hij na de inval van Irak in Koeweit sprak dat hij in een oorlogslogica was
gekomen. Dat het hoe dan ook deels een burgeroorlog zal zijn, heeft hij
wijselijk niet uitgesproken. Toch zal men in Europa opnieuw de dynamiek van het
vreedzame samenleven moeten te berde brengen, van het geweldmonopolie dat bij
de overheid berust en van het feit dat niemand geacht wordt een wapen te dragen
in de publieke ruimte.
Maar we zullen dus ook moeten
durven vertellen dat het goed is geregeld in Europa - moeten we nog aannemen
dat de ellende in Congo sinds 1995 alleen maar aan de kolonisatie te wijten zou
zijn? - en dat we graag zouden zien dat dit ook elders mogelijk zou zijn.
Zelfbeschikking van landen was wel vaker een alibi voor burgeroorlog en
autoritair bestuur.
Wie we zijn en wat we doen in
de publieke ruimte heeft belang. Het gaat er niet enkel om moedig te zijn in de
publieke ruimte en te zeggen dat we ons niet laten afschrikken door terreur,
maar ook dat we de terreur zelf ook aanklagen. Hier helpt het niet te zeggen
dat wij goed zijn en zij terroristen - zonder onderscheid des persoons dus, wat
een dwaze veralgemening is - maar ook helpt het niet de jongeren die in de
terreur stappen te vergoelijken. Hen duidelijk maken dat er mogelijkheden zijn
en ervoor zorgen dat die er ook komen is van belang. Dat is niet een taak van
de overheid alleen. Daarom is het van belang te weten wie we zijn en dat we in
het publieke leven iets kunnen betekenen, al is het maar met een blog. Hoe het
morgen wezen zal, hangt ook van ons af, al moeten we vooral niet vergeten dat
het vooral om "samen sterk" gaat. En tegelijk mogen we onze kritiek
niet voor onze houden, maar liefst op een geciviliseerde toon.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten