Zelfbeschikking? Ja. Maar hoe?
Reflectie
Pers over Catalonië
Gebrek aan toetsing
De
afgelopen jaren kon ik soms mijn oren of mijn ogen niet geloven toen men over
het streven naar onafhankelijkheid sprak of schreef, want het leek erop dat van
links tot rechts de Vlaamse media dat streven steunden. Ook de Vlaamse
politiek, de nationalisten van N-VA op kop vonden en vinden dat men dat streven
moet steunen, zoals men het Schotse streven moet toejuichen. Het recht op
zelfbeschikking der volkeren is een goed argument, waarbij men wel moet kijken
of het wel allemaal ook nog op een respectabele wijze gebeurt.
Het
begint in 1978 toen na het instellen van de democratie in Spanje uit vrees voor
een separatistische verbrokkeling gekozen werd voor vergaande federalisering,
devolutie, waarbij 17 autonome gemeenschappen werden gevormd. Baskenland en Catalonië
kregen daarbij verregaande bevoegdheden en hoeft weinig bij te dragen aan de
centrale schatkist. Klopt het dat Catalonië sinds de 19de eeuw een economische
groei kende dankzij een stevige industriële bloei, waarbij textielindustrie
vooraan stond en de dynamiek aan de gang kon houden. We weten allemaal de oude
Europese industrieën, zoals de textiel de afgelopen dertig jaar andere oorden
hebben opgezocht. Zo kan ook Vlaanderen niet meer bogen op een grote
textielindustrie maar toch zijn er bedrijven die de grote crisis in de sector
hebben overleefd door nieuwe producten te zoeken.
Hoe
staat het land Catalonië ervoor? Volgens sommige kranten zou een duizendtal
bedrijven Catalonië verlaten hebben ten voordele van Madrid - of zou dat
plannen -, sinds Arthur Mas beloofde de onafhankelijk uit te roepen. Andere
berichten melden dat er een omgekeerd evenredige verhouding is tussen het
streven naar onafhankelijkheid en het economische welvaren van Catalonië, zodat
men zich moet afvragen of de aanpak van Arthur Mas wel het volk van Catalonië
ten goede komt.
Er
is evenwel meer, want moet een natie er niet naar streven goed onderwijs aan te
bieden en betekent goed onderwijs niet ook goed taalonderwijs en dito
geschiedenisonderwijs? Het is duidelijk dat de politieke leiders van Catalonië
ernaar streven het Catalaans te versterken in Catalonië, maar moet men zich
daarom afsluiten van de rest van de wereld? Engels krijgt drie uur per week,
Spaans ook. Is dat niet wat weinig? Ook de geschiedenis, of het onderwijs van
geschiedenis lijdt onder de aanpak, want men maakt de leerlingen wijs dat
Catalonië vanouds zou bestaan, dat onder meer Cervantes een Catalaan zou
geweest en ook de Genuees Christoffel Columbus. Men moet de eigen geschiedenis niet groter
maken dan die is, maar ook niet kleiner. In Vlaanderen maken we het al jaren
mee dat de geschiedenis zo gepresenteerd wordt alsof de hoogtijdagen van de
late middeleeuwen slechts een kwestie van schilders, muzikanten en tapijtwevers
geweest zou zijn. De achttiende eeuw valt al helemaal buiten beeld en de geschiedenis
van de twintigste eeuw wordt gepresenteerd als een amechtig streven van de
Vlamingen naar respect, terwijl ze fout waren tijdens WO I en tijdens WO II.
Moet het echt gezegd dat het activisme in Gent en in hoofde van de heer Borms
die in 1946 na een veroordeling wegens zijn tweede collaboratie tot de dood
door het krijgshof werd gefusilleerd, maar tijdens WO I reeds bereid om naar
Berlijn te gaan. Zoals er ook Zeemeeuwe was, Cyriel Verschaeve, de pastoor die
tijdens WO I in Alveringem mensen als Joris Van Severen en ook wel Joris
Lannoo. Maar het optreden van de pastoor tijdens het Interbellum en voor
tijdens de bezetting ging andere paden op, die Van Severen niet meer kon volgen
en Joris Lannoo niet wilde volgen. We kunnen niet om de zwarte pagina's heen,
maar we moeten daarom de geschiedenis niet tot die gebeurtenissen beperken en
vooral, bewerend dat ze in hun historische context gezien moeten worden, stel
ik het niet zo voor dat dit alles zou vergoelijken. Vlaanderen begrijpen is een
bewerkelijke bezigheid en tegelijk moet men begrijpen dat politici soms
afkeurenswaardige vergissingen begaan. Maar als men zegt dat Vlaanderen rond
1960 een prominente economische rol opnam in België en Europa, dan liggen de
verklaringen in het onderwijs, in de bereidheid te wrochten en de mogelijkheden
die er toen inderdaad waren. Waar Catalonië een wel zeer goed beeld van zichzelf
wil tonen aan de wereld en daarbij het niet schroomt zich superieur te tonen
aan de rest van Spanje, dan zien we in Vlaanderen eerder de neiging af te zien
van de minste neiging een gunstig beeld van zichzelf op te hangen.
Catalonië
zit dan ook met een groot probleem, wat begrijpelijk maakt dat een flink deel
van de bevolking liever de kat uit de boom kijkt. Meer dan de helft van de
kiezers stemden niet voor de partijen die onafhankelijkheid nastreven. Maar men
lijkt ook hier - in Vlaanderen - niet te vatten dat de grondwet van 1978 twee
elementen vervat zaten die nu van belang blijken en toch de stabiliteit lijken
te doorbreken: bepaalde deelgebieden hebben meer autonomie dan andere en zo moet
Catalonië niet bijdragen aan de federale middelen, maar vraagt ze voortdurend
steun. Ze beweren de Duitsers van Spanje te zijn, maar zegt men mij, ze blijken
nu wel de Grieken.
Waarom
ik mij zo druk maak over de Catalaanse politieke gebeurtenissen? Geloof ik wel
degelijk in het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, dan moet men
er wel voor zorgen dat men de belangen van dat volk dat men zegt te
vertegenwoordigen ook werkelijk behartigt. In Spanje is corruptie een groot
probleem en geen enkele partij kan er zich immuun voor verklaren. Zo is de PSOE
in Andalusia betrokken bij een schandaal dat de uitkeringen van werklozen niet
in handen van de uitkeringstrekkers terecht kwam, maar bij de bedienden - en
hun chefs - van de instanties die de uitkeringen uitbetalen. Maar ook Catalonië
heeft op dat vlak een probleem want zowel de familie Pujol als die van Artur
Mas boeren goed. Hem hangen een paar processen boven het hoofd en op de lijsten
betreffende meest corrupte regio's prijkt Catalonië onaangenaam hoog. Nu blijkt
het nog altijd moeilijk te zijn precies te omschrijven wat corruptie is en
wanneer publieke middelen voor andere doeleinden worden aangewend dan waarvoor
ze bedoeld waren.
Men
zou het moeten hebben over rent seeking behavior, want dat blijkt de meest
stabiele vorm omdat men voor de overheid dingen doet die de overheid zelf niet
zou kunnen realiseren. Is er corruptie in het geding? Wellicht niet, maar vaak
zien we dat PPS duur uitvalt voor de overheid en op termijn zelfs onnodig duur
blijkt. Eenvoudig is het niet, want vaak blijkt het nuttig zelf niet alle
kosten voor een project te moeten aanwenden. Ook procedures als Sale &
lease back is zo een vorm die voor beide partijen goed uit kan komen. Het blijft
dus altijd nog zaak goed de voordelen én de nadelen in overweging te nemen.
Met
dat alles moet duidelijk zijn dat ik niet zo heel veel tegen Artur Mas wens in
te brengen op politieke gronden, want dat is een zaak van de Spaanse samenleving.
Over het aperte gebrek aan integriteit, mag wel iets gezegd, maar ook dat is
vooral aan zijn kiezers, al weet ik niet zeker of ze er wel echt van op de
hoogte zijn. Wel denk ik, als Vlaming dat de heer Mas en met hem zijn kring die
het politieke leven beheersen vergeet dat een zo verheven doel als
zelfbeschikking nastreven door de ontwikkeling van Europa wel degelijk van aard
veranderd is. Bovendien blijft het eigenaardig dat de partij voor
onafhankelijkheid vooral met de PSOE goede zaken heeft kunnen doen, terwijl de
Partido Popular op de constitionele evenwichten blijft staan. Want een tweede
element van het akkoord van 1978 hebben we nog niet genoemd: de rol van de
verschillende partijen tijdens de burgeroorlog en nadien zal niet juridisch
onderzocht worden. Slachtoffers van de oorlog van 1936 - 1939 konden wel
verhaal halen bij de staat, maar wie gedurende de veertig jaar waar stond, daar
zou men geen juridische conclusies uit te trekken. Het heeft de Spaanse
samenleving wel getekend en niet alleen ten goede. Was het de best mogelijke oplossing? Andere,
diep verscheurde samenlevingen hebben geprobeerd via het zoeken naar waarheid
te faciliteren, zoals Duitsland na het opdoeken van de Stasi of Zuid-Afrika,
nadat de Apartheid werd opgegeven. Het lijkt erop dat Spanje in 1978 niet
zoveel voorbeelden had en dat de situatie zorgwekkend was. Men kan nu niet,
zegt men mij, eisen dat de daders van toen, die namens Franco zouden gehandeld
hebben wel vervolgd worden en andere daders van geweldmisdrijven binnen de
burgeroorlog niet zouden gevolgd worden.
We
moeten durven begrijpen dat politiek dan wel doelen te dienen heeft maar ook
dat enige kieskeurigheid inzake de middelen die men hanteren zal aangewezen is.
In de discussies tussen Rechts en Links dezer dagen over de opvang van vluchtelingen,
ziet men dat links rechts verwijt engdenkend te zijn en te handelen als bange
wezels, maar dat links niet zeggen kan hoe mensen hun plaats zullen vinden en
daarbij vooral op de overheid rekenen. Links spreekt graag over
superdiversiteit en lijkt daar een bijzondere kwaliteit weer te geven, terwijl
mensen het ervaren als een bijna onleefbare situatie, net omdat die diversiteit
zich het sterkst uitdrukt in wijken waar armen wonen. Wie welstellende Turkse
mensen ontmoet, die een goede opleiding genoten, zal weinig problemen ervaren
omdat de taal noch de inzichten een barrière vormen. Maar wie in Brussel wel
eens met mensen van vreemde origine te maken krijgt, zal algauw de indruk
krijgen dat het allemaal moeilijker ligt. De neiging tot veralgemenen kan men
dan moeilijk onderdrukken. Links wil dat niet geweten hebben.
Links
bij ons kant zich tegen identiteitsdenken in Vlaanderen, maar is wel geneigd de
Caledonische strijdbeweging voor onafhankelijkheid te steunen en de Catalaanse
onafhankelijkheidsbeweging evenzeer en in beide gevallen ontmoeten ze dan mensen
van de N-VA die al even enthousiast zijn. Gegeven de politieke verhoudingen in
Spanje en binnen Catalonië, gegeven ook het feit dat men bereid is de
geschiedenis te herschrijven om de eigen aard superieur te laten uitkomen tegen
de rest van Spanje, moet men toch wel afstand houden van de Catalanen. En hun
bestuurscultuur - of moeten we zeggen, bedrijfscultuur - kan men ook niet
helemaal als een blijk van integriteit voorstellen. Ik zie tot slot niet in hoe
of de onafhankelijkheid de Catalaanse bevolking ten goede zou komen. Ik zie
evenmin in waarom men het muilkorven van de pers zou moeten gedogen. Er zijn
argumenten te over om te begrijpen dat men zich niet met de Catalaans-Castiliaanse
conflicten moet inlaten. Voor Vlaanderen kan Catalonië, dit huidige Catalonië
geen voorbeeld zijn.
De berichten in Vlaanderen over Catalonië geven bijna altijd een lezing die gunstig is voor de Catalaanse elite en miskent de problematiek van de geschiedschrijving en het zelfbeeld. We hoeven toch niet te kiezen voor Catalaanse helden tegen Madrileense onderdrukkers? Na 1978, 1981 lijkt dat me een moeilijk vol te houden discours. Toch ontbreekt het de vlaamse journalisten aan zin tot onderzoek en de neiging een complexe situatie weer te geven.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten