Vergetelheid als medicijn
Dezer
Dagen
De mantel der liefde
Emoties en het menselijke avontuur:
de moderniteit
Jan Terlouw zegt dat deze
samenleving zo verschrikkelijk rechts is geworden, wat mij altijd een raadsel
is. Rik Torfs schrijft over de levenden die hij vergeet en de doden die
langzaam vervagen, op enkele bijzondere mensen na, niet omdat ze bijzonder waren,
wel van belang voor hem. Verder hoor je voortdurend waaien dat we met de
geestelijke gezondheidszorg niet echt succes boeken. Tot slot, slachtoffers van
seksueel misbruik in de kerk worden aangemaand hun klacht uit de kast te halen
en alsnog stappen te ondernemen. Umberto Eco zou er wellicht wel iets over te
zeggen hebben.
Laten we het maar toegeven, we
leven in een wereld waarvan de tekenen vaak moeilijk te lezen blijken. Of
beter, we hebben met een overvloed van tekenen te maken en het valt niet mee het
belangrijke en het bijkomstige van elkaar haarfijn te onderscheiden. Bovendien,
dat hoeft ook niet, want soms blijken bijzaken in een andere context van groter
belang, want het perspectief bepaalt veel. De vaststelling dat wetenschappers,
met heel erg goed overdachte en zeer nauwkeurig uitwerkte instrumenten de
gravitatiegolven konden registreren, laat zien dat we als mensheid tot veel in
staat zijn, maar dat we daar als personen niet altijd even gemakkelijk bij
kunnen. Niet iedereen heeft de Algemene noch de bijzondere Relativiteitstheorie
onder de knie, niet iedereen heeft kennis van de Kopenhagen Interpretatie omtrent
de quantumfysica en alles wat daar omheen hangt, zoals het feit dat bij
waarnemingen de observator niet buiten het waargenomene staat, wat Einstein
maar niets vond. De Kat van Schrödinger komt dus op de koord. Toch blijf men
ons wat al te graag voorhouden dat de wetenschappelijke benaderingen, zoals
Newton die gerealiseerd en geformuleerd heeft, zoals Descartes die voordacht
had, de enige werkzame zou zijn.
Merkwaardig is dat ondanks
juist dat soort vaststellingen mensen graag de idee hebben dat ze door te weten
dat er gravitatiegolven bestaan, dat er zoiets als de Kopenhagen Interpretatie opgesteld
werd, vat krijgen op realiteiten die in wezen ons voorstellingsvermogen verre
overtreffen. Wat opvalt is dat het bekomen van onderzoeksresultaten in het
geval van de gravitatiegolven wel werd uitgelegd, maar dat dit evengoed nog
altijd niet duidelijk maakt hoe in dat proces klassieke wetenschappelijke
aannames van actie en reactie nog te bespeuren vallen. Voor zover ik begrepen
heb, komt in het begrijpen van de gravitatiegolven niet zozeer het verhaal van
de kei in de poel aan de orde, hoewel men het wel zo uitlegt, maar dat bij een
incident, de collusie van in dit geval twee zwarte gaten die met elkaar
samensmelten, gegeven de relativiteitstheorie betekent dat in de ruimtetijd een
gebied als een trampoline lijkt te functioneren en dat dus de beweging die dat
veroorzaakt in de ruimtetijd verspreid wordt door een even uittrekken en weer krimpen
van volumes. Gebeurt dat nu in vlak, vraag ik mij af, om drie of meer
dimensies.
Zo wijsneuzig als dat mag
lijken, zo belangwekkend kan het zijn om ons denken over wat er in het
dagelijkse leven voorvalt. We weten al langer dat niet iedereen ermee opgezet
lijkt dat onze belevenissen en ervaringen in de aardse leven een begin kent en
als dat er eenmaal is, ook een einde moet krijgen; tussen begin en einde veel gebeuren, waarvan we ons heel wat kunnen
vooronderstellen en zelfs voorspellen, maar dat evengoed van alles aan onze
controle beheersing ontsnapt. Toch blijkt men het lastig te hebben met het feit
dat ons bestaan onbestendig is. De gekende reactie is dan ook het onzekere
uitsluiten en mensen, de soort, zijn er behoorlijk in geslaagd, terwijl we toch
telkens weer op evoluties en gebeurtenissen botsen die we niet hadden zien
aankomen, of niet willen zien aankomen.
De vaststelling dat onze
samenleving verschrikkelijk rechts is geworden, spoort dan toch niet met het
succes van Bernie Sanders in de VS, dat wil zeggen, er zijn mensen die uit dat
rechtse denken weg willen, als het al geen illusie zou zijn. Pablo Iglesias, de
leider van Podemos, scoort niet kwaad, maar hij stelde voor dat hij de
machtsdepartementen als vice-premier toegespeeld zou krijgen: justitie,
binnenlandse zaken en defensie, maar ook economie... Intussen blijkt hoe in
Venezuela een exodus op gang is gekomen, waar men niet over spreekt vanuit
Vlaanderen. maar wat Hugo Chavez en co hebben uitgericht, een zeer rijk land
naar de verdoemenis helpen, mensen in die diepe nooddruft brengen, omdat zij de
samenleving naar hun idee wilden hervormen, vormt geen thema. Controle van
mensen, geesten, het apparaat dat de
samenleving zou zijn, inspireert velen, de vraag waar de vrijheid blijft om zelf het geluk na te streven?
Zou Terlouw dat echt willen. Idem voor Podemos, voor Tsipras die beide
sympathie voor het model hebben van Chavez.
Toegegeven moet worden dat een
partij als Recht en Rechtvaardigheid in Polen ook de staatsmedia in handen wil
krijgen, de scheiding der machten tussen wetgevende en juridische macht wist te
doorbreken en zo nog wat speeltjes meer van de totalitaire machtuitoefening
najaagt. Maar er komen wel mensen in verzet tegen en begrijpt dat Polen om
wellicht niet de goede redenen het liberale bewind van Donald Tusk heeft
afgezworen. Idem voor Tsjechië, waar je ook tendensen merkt die te maken hebben
met homogenisme, zoals in Catalonië en Hongarije het geval is. Dat streven naar
een homogene natiestaat kan men inderdaad ontwaren maar men mag het allerminst
rechts noemen. Wat het dan wel is? De speling van de geschiedenis die het vaak
moeilijk maakt te vermijden dat er in landen minderheden wonen, omdat er soms
bijzonder arbitrair met grenzen is omgesprongen, zoals de Versailles,
Saint-Germain, Sèvres, Trianon in 1919 en in Potsdam in 1944.
De tegenstelling tussen rechts
en links komt ook tot uiting als het over rechtvaardigheid gaat, waarbij rechts
harteloos bepaalde regels wil opleggen, links vooral mensen zou toelaten in een
rechtvaardige samenleving te wonen, waar er geen uitbuiting zou zijn en
gelijkheid onder de mensen zou bestaan. Wat gebeurt er dan met persoonlijke
vrijheid? Om die gelijkheid te realiseren moet men overigens de weg van
Robespierre en Lenin op, of men wil of niet en men kan zich vragen of de
klassenstrijd, het klassenbewustzijn wel werkzame categorieën zijn om onze samenleving
te begrijpen. Meer nog, als men accepteert dat er maar twee klassen zouden zijn
en daarbuiten nog een klasse die niet betrokken is bij de eeuwige strijd tussen
de arbeiders en de patroons, de bourgeoisie, dan zou onze samenleving
onleesbaar zijn, maar ook die van het Ancien Régime. Het kapitalisme brengt
overigens haar eigen samenleving voort, waarin de middenklasse vanzelf
ontstaat, terwijl ook de technologische ontwikkelingen van de afgelopen 600
jaar daartoe hebben bijgedragen.
Verwijzen naar Marx, Lenin en
Rousseau, het houdt niet op, maar ik ben er ooit op gewezen, met studiegenoten,
dat onze samenleving rechtser werd, vanwege een hoogleraar. Het was bedoeld als
provocatie en pas enige tijd later kwam ik er in een gesprek op terug en vond
dat in Tijden van Rakettenbetogingen en van harde strijd van de vakbonden tegen
de regering het niet zo kon zijn dat de samenleving rechtser werd, wat beaamd
werd. Maar we waren het er wel over eens dat zowel links en rechts het
ongewisse verder wilden temmen en elkaar precies daarin vinden. Ook had ik
bedacht dat men de verrechtsing wel kon zien als een poging van bestuurders en
een wens van burgers in een meer geordende samenleving te leven. Het probleem
was dat Links het niet over macht, staatsmacht wilde hebben, hoogstens als
middel om de samenleving te hervormen. Het avontuur van de moderniteit, zegde
en zegt men, gaat over vrijheid, Verlichting, autonomie, maar het lijkt er
sterk op dat het om beheersing van de natuur gaat.
Vandaag hanteert men vaak
andere termen, heeft men het apparaat aan metaforen uitgebreid, maar de
discussie over macht vindt men te evident om het er ernstig over te hebben,
over macht spreekt men nog steeds niet en over de voordelen te leven in een
samenleving waar niet alles a priori vast ligt en waar mensen zelf hun leven
tot op zekere hoogte vorm kunnen geven, gaat het gesprek alles behalve, al zou
het helpen burn out te voorkomen. Het heeft te maken met de vaststelling dat
het wetenschappelijke benaderen van de werkelijkheid wilde ontsnappen aan de
waan van de dag en de onzekerheid van onze directe waarnemingen,
godsdiensttwisten en burgeroorlogen. Een waarnemingspunt dat buiten onze
werkelijkheid staat lijkt dan aangewezen en het komt me voor dat Stephen
Toulmin, naast anderen die kritiek ten aanzien van de moderniteit terecht heeft
voorop gesteld. Herman de Dijn vond de essays van Toulmin net iets te
voorbarig, net iets te optimistisch en irenisch, maar de kritiek op een
bejegening van rationalisme als een bezweren van de ongewisheid komt hem wel plausibel
voor. De Dijn schreef zijn recensie van "Back to reason" na Dutroux
en de Dioxinecrisis, vandaag zitten we in een ander tijdgewricht, waarin de
grenzeloosheid en mobiliteit die zich nergens door laat tegenhouden, nieuwe angsten en onzekerheid hebben gebracht.
Het Klimaatdebat blijkt ook een domein waar men zich van angst graag bedienen
wil.
Dezer dagen beleven we het
opnieuw, dat men de kwestie van de slachtoffers van misbruik in de kerk wil
aanzetten klacht in te dienen, tegen de daders en tegen de hiërarchie die de
zaak niet zo goed zou hebben benaderd. Er is misbruik geweest, er is in de
samenleving altijd de mogelijkheid dat mensen hun machtspositie misbruiken Maar
men heeft de indruk gewekt dat elk slachtoffer op dezelfde en voorspelbare
manier getraumatiseerd zou zijn en die trauma's de rest van het leven zou
meedragen. Zoals niet iedereen zomaar bewonderend opkijkt van het ontdekken van
de gravitatiegolven, zo zal niet iedereen vergelijkbare ervaringen op dezelfde
manier verwerken. Bovendien kan er sprake zijn, volgens de heersende inzichten
dat als een met prestige, autoriteit en macht omkleed persoon met een
ondergeschikte, een jongere tot seksuele handelingen komt, zich aan misbruik
schuldig zou hebben gemaakt. Het lijkt een objectieve benadering en vaak leidde
dat wellicht tot trauma's, maar kan het zijn dat zo een ongelijkmatige en
intrinsiek ongeregelde relatie - omdat een priester nu eenmaal geen seksuele
intimiteit mag zoeken en beleven - voor beiden (enige tijd) wel gunstig heeft
uitgewerkt, als de buitenwereld het ongeregelde niet zou hebben uitgebuit voor
andere doeleinden of bijvoorbeeld het slachtoffer is gaan pesten.
Toulmin en De Dijn blijken
aanhangers van een eerder op casuïstiek gerichte benadering, omdat een
objectieve blik van nowhere in wezen
geen betere inzichten biedt. In menselijke relaties speelt macht evengoed een
rol als in het maatschappelijke leven en op beide niveaus liggen via
instituties de verhoudingen min of meer vast, dus ook fatsoensregels. Maar een
van de gevolgen van het moderniteitproject is dat men regels gaan zoeken is om
willekeur te vermijden, wat in menselijke aangelegenheden niet altijd
vanzelfsprekend is. Uiteraard kan men veel opsteken van sociologie, psychologie
en economie, maar blijken de benaderingen en methodes niet altijd adequaat om
op het terrein het wenselijke te doen.
Herman De Dijn en Stephen
Toulmin verschillen van mening over wat er nu bereikt is, de vraag of we in het
dagelijkse leven niet zouden kunnen leven met het ongewisse, zonder
onmiddellijk in een kramp van paniek te vervallen, lijkt me interessant genoeg.
De een gaat fluiten in het donker en beweert dat het leven een avontuur is,
maar schuwt intussen el alle risico's, de ander legt een zeker fatalisme aan de
dag, maar houdt zich staande.
Men stelt dezer dagen, enfin,
al enkele jaren vast dat men graag ziet dat mensen er een gelijke smaak op na
houden, dat mensen graag naar pretparken gaan of graag gaan fietsen in de
fruitbomenstreek of de Westhoek. De omroep die het hoogste aantal kijkers kan
bereiken, het boek dat het meeste verkoopt, veronderstelt altijd een andere
kant, van mensen die ook wel hetzelfde willen doen, maar zeggen we niet
allemaal wars te zijn conformisme? Blijkbaar geldt dat niet als de smaak van
ice-cream of het kiezen voor bijzondere koffiebereidingen in het geding zijn. De
markt maar ook de media brengen ons ertoe onszelf in vraag te stellen als de
trilogie "Fifty shades of..." lezen en een film missen plaatst mensen
buiten de communitas. Kapitalisme en het klassieke marxisme-leninisme, maar ook
het nazisme zijn kinderen van de moderniteit en altijd zit er een sterke aandrang
in naar eenvormingheid en eenvoud te streven. Politieke systemen, zoals het
Britse en het Amerikaanse, die het meerderheidstelsel voorstaan negeren het
feit dat de meerderheid de minderheid niet kan of mag monddood maken. Alleen in
debat kunnen beide strekkingen, die overigens zelden homogeen blijken, het met
de andere tot een getemperde, onvolkomen maar leefbare oplossing komen. Maar
angst voor onzekerheid brengt mensen ertoe de luidste en duidelijkste stem te
aanhoren en zogenaamde slappe figuren te hekelen.
Het lijkt met dit alles weinig
uitstaans te hebben maar de gedachte die Rik Torfs deze week de wereld
instuurde en er kort gezegd op neer komt dat veel onthouden best handig kan
zijn, levendige herinneringen aan mensen en ontmoetingen koesteren en
onderhouden best aangewezen lijkt, vooral omdat we denken niemand te mogen
veronachtzamen maar tegelijk kan het vergeten met zich meebrengen dat mensen
die eens ons pad kruisten, ten goede of anderszins maar uit wier zicht we later
verdwenen en die we zelf ook niet in beeld hielden, het oordeel over die mensen
niet nodeloos hard maakt. We reizen door het leven en soms komen we op een kruispunt,
waar we omkijken en we zien mensen die verder meegingen en anderen die eerder
andere paden zijn ingeslagen. Vergetelheid, aldus Torfs kan genadig zijn. Nu we
via allerlei fora op internet sporen nalaten en iedereen ons ten allen tijde
zou kunnen vinden, is pleiten voor vergetelheid als blijk van liefde wel heel
navrant. Bovendien strookt vergetelheid niet
met onze levenseindecultuur, waar we ons van de afgestorvene alles
willen herinneren, ook wat niet strookt met het beeld dat we het liefst zouden
overhouden.
In wezen gaat het er mij om,
eens te meer, dat we ons best eens afvragen kunnen hoe we met deze wereld
omgaan. Dag na dag, dag na dag bereiken
ons berichten dat wetenschappelijk onderzoek zou aantonen dat mensen alleen
maar handelen uit eigenbelang, ook als ze iets voor een ander doen. Men baseert
zich op evolutionaire psychologie, maar we hebben er maar nauwelijks zicht op
hoe mensen in zeer precaire familiegroepen over de savanne trokken of hoe ze ergens
in het zuiden van wat nu Frankrijk is, met elkaar omgingen. Wie was de baas, of
bazin en hoe verging het minder sterke mensen? Meer nog, de evolutie van de
mens betekende altijd weer dat met ups en downs mensen afstand namen van hun
natuurlijke conditie en de omgeving beter leerden te beheersen. De cultuur laat
zien dat de menselijke natuur tot meer in staat is gebleken, mensen die zich
voor hun stad opofferden of het recht een nieuw vorm gaven, om mensen tegen
willekeur te beschermen. Maar het lijkt me niet van grond gespeend te bedenken
dat op het individuele niveau de gedachte mogelijk is dat we iets doen voor
elkaar zonder dat we elkaar daarom maar meteen voor Gutmenschen te moeten
houden. Tussen hen die menen dat ze gewoon mensen voor hun eigen doeleinden
menen te mogen manipuleren of zelfs kwaad berokkenen en zij die alles
onbaatzuchtig zouden doen, ligt een breed scala van mogelijkheden. Alleen, als
men vertelt dat zelfs de liefde in wezen en alleen, essentieel eigenbelang
dient, moet dan nog wel omschrijven over welke liefde het kan gaan. Het gaat
over meer dan alleen maar, tja, lichamelijke betrekkingen om de lieve lust.
Zelfs is daar weinig mis mee, maar het gaat dan niet om iets anders dan
lustbevrediging en soms duikt er toch een emotionele relatie op, ook als men
het niet voorop had gesteld.
Wat ben ik het moe, dat
voortdurende duiden van gebeurtenissen, gedrag, instituties in een eenduidige
zin. Onze ervaringen in het leven kunnen traumatisch zijn, maar zijn we
daardoor geheel bepaald? Als rechts zou staan voor harteloosheid en een strikt
vasthouden aan de eigen belangen en aan regels en normen, waar staat links dan
voor? Rechtvaardigheid? Dank u, maar ook dat kan men niet objectief
vaststellen. We worden overspoeld van data, van informatie, we worden aangepord
onze verlangens en verwachtingen te realiseren, maar moeten dat doen zonder geraakt te worden, zonder er ons in te
verliezen en dienen in alles beheerst te blijven. De eisen zijn vaak veeleisend
en sluiten elkaar meer dan eens uit, maar tegelijk zien we dat mensen in hun
dagelijkse gejakker er vrij goed mee omkunnen, tot er iets op hun weg komt dat
hen uit het lood slaat. Bij dat alles vergeten we dan dat we niet enkel hoeven
te hopen dat onze haring braden zal, misschien kunnen we iets opbouwen, waar we
deel aan hebben, zonder ons te conformeren of wat we van belang achten op te
geven.
Jan Terlouw heb ik als jonge
lezer zeer kunnen waarderen en zijn politieke optreden had vaak iets dat kon
inspireren, maar de klacht dat deze samenleving te rechts wordt, heb ik al te
vaak en sinds te lang gehoord om er mee uit de voeten te kunnen. Het verklaart
niets, velt een moreel oordeel, zonder te specificeren waar het kalf gebonden
ligt. Ook de amor mundi, liefde voor de wereld van Hannah Arendt legt weinig
uit, maar het biedt wel soelaas als men weer begint te zeuren over de
verschrikkingen die op ons af komen. Oh ja, die amor mundi is niet irenisch,
afstandelijk of louter een woord, wel verplicht ze ons, als een categorische
imperatief na te gaan hoe we ons in die wereld kunnen bewegen en wat we eraan
kunnen bijdragen.
Mensen zouden vandaag meer dan
vroeger lijden aan psychische aandoeningen, die de geestelijke gezondheidszorg
maar niet weet op te lossen. Stress, burn out, depressie, maar ook psychoses en
wat er nog aan diagnoses voorradig is. Maar in het kader van het moderne
avontuur hebben we nog niet geleerd hoe we met onze ervaringen en de emoties
die ze veroorzaken, die eraan ten grondslag liggen, hebben we nog geen passende
benaderingen gevonden. Emoties leiden tot irrationeel gedrag. Zou het werkelijk
zo zijn, dan zou deze wereld minder leefbaar zijn. Maar toch, het spreken
erover, zoals Martha Nussbaum en Susan Neiman dezer dagen beproeven, blijft
vakkundig buiten het publieke debat. Onze kijk op de wereld, de samenleving,
onze omgeving kan uiteindelijk niet zonder de mantel der liefde en ook wel die
vergetelheid.
Bart Haers
* over "Terug naar de
Redelijkheid" van Stephen Toulmin schreef Herman De Dijn een interessante
reflectie:
http://www.hermandedijn.be/viewpic.php?LAN=E&TABLE=PUB&ID=1289
** onze speurtocht naar wat het goede samenleven kan zijn, merkik wel eens dat we onszelf hopeloos vast blijken te zetten, waarbij we niet goed weten of we nu het zekere voor het onzekere mogen kiezen of het ongewisse een kans moeten geven. Een zwaarmoedige gok als die van Blaise Pascal spreekt me ook niet direct aan, maar een gokje op het leven, moet toch kunnen.
Reacties
Een reactie posten