Een beetje decamarone in Almeria
Kleinbeeld
Kent u dat oasegevoel?
Het
zijn er de tijden wel naar, te denken aan een oase, te verlangen naar een
oasegevoel, maar je vindt het niet direct in Knokke-le Zoute, denk ik, of
overal waar toerisme een verlengstuk is van de dagelijkse agenda. Tijd om echt
even van de wereld te zijn is er nauwelijks en je moet er ten allen tijde
uitzien als om door een ringetje te halen, wat ook weer stress met zich brengt.
Een kort verblijf ver van de grote steden, waar de beschaving wel aanwezig is
in de vorm van water en elektriciteit en goede voorzieningen, wat voedsel en
drank aangaat, het heeft wel iets. Of ik echt nog zou gaan kamperen, weet ik
niet, tenzij in een goed toegeruste camper, maar goed, dat is een ander verhaal.
Zelfs
al heb je al eens wat gezien, dit oude continent kan nog wel eens verbazen,
waarbij de natuur ons wel eens parten speelt, of beter, de idee dat het kennen
van enkele parameters zou kunnen volstaan, om te weten wat en vooral hoe het is,
houdt zelden stand als men gaat reizen. De ervaring, onmiddellijk, zoveel is
duidelijk, kan veel vertellen. Natuurlijk, denken gaat vaak aan de ervaring
vooraf, maar is dat niet meer tobben? En het denken na de ervaring? Het kan
alle kanten op, misschien ook een kwestie van mentale hygiëne. Je stapt op een
vliegtuig en weet je goed 2:40 later op een vliegveld weer zal uitstappen, je
hebt een boek en wat bladen mee om te lezen, maar in wezen ben je in gedachten
even nergens. Het gevoel van het opstijgen blijft altijd iets bijzonders,
vooral omdat ik niet echt van rollercoasters hou - dat heeft te maken met ogen
en andere dingetjes - omdat er het hele menselijke vermogen de beperkingen van
natuurlijke aard mee te overstijgen in vervat blijkt en toelaat zich sneller
dan we eigener beweging zouden kunnen van a naar b begeven, voor zaken of voor
het plezier, voor zielenroerselen en andere. De wereld werd klein, opvallend
klein de afgelopen eeuw, waarbij we beseffen dat we ook schade hebben aangericht,
om nog te zwijgen van Enola Gay. 100 jaar geleden vochten von Richthofen,
Hermann Göring de eerste luchtduels uit, vandaag haalt men vijandige
vliegtuigen met warmtezoekende raketten uit de lucht of werkt men drones,
onbemande vliegende tuigen, die ons ook kunnen helpen op allerlei nuttige terreinen.
De
vlucht lang wisselde ik lezen met mijmeren en door het raampje kijken, om te
zien of ik van grote hoogte landschappen kon ontdekken en het werd een mooi
verhaal, vond ik na afloop, al valt veel ervan niet na te vertellen. Wat er wel
te zeggen valt is dat het hele dilemma van het (massa-)toerisme ons niet mag
weerhouden van verplaatsingen, maar dat we het er best bij houden dat we zinvol
- voor onszelf - gebruik van maken, van de mogelijkheden. Het heeft te maken
met de grondrechten, zoals mobiliteit, maar ook met de gedachte dat ondoordacht
plaatsen bezoeken ook schadelijk kan zijn; zoals een prof ooit zegde: wie een
kostbaar handschrift wil raadplegen, draagt bij tot de verdere vernietiging ervan.
Ook het vliegen laat zien hoe we als mensen onze omgeving van onze handtekening
hebben voorzien, zeker als je boven het noorden van Frankrijk en België vliegt.
Eenmaal boven Spanje, centraal vliegend merk je dat er landstreken zijn waar
die handtekening minder helder is.
Omdat
er op het vliegtuig niet ergens een scherm te vinden is waar men de positie van
het vliegtuig toont en omdat een leek de gevlogen route niet kent, blijft het
altijd wat gissen waar we ons bevinden. Toch vroeg ik me op een gegeven
ogenblik af of we de plaats zouden overvliegen waar Walter Benjamin zelfmoord
pleegde, toen hij dacht dat hij terug naar de Franse kant van de Pyreneeën
gebracht zou worden. Over zijn geschiedtheoretische inzichten zou men dezer
dagen wel eens een boompje kunnen opzetten, maar op weg naar een
huwelijksfeest, had ik het beter kunnen laten, zou men denken. Maar omdat
ikzelf ook wel eens de dialectiek van de moderniteit en de technologie in
overweging durf te nemen, kan ik het zelden laten die sporen te volgen die
gebeurtenissen voor me uitstrooien. Want al ligt Portbou dicht bij de
zuidelijke Pyreneeën en het vliegtuig zo te zien eerder boven Toulouse zou
vliegen dan over Mompelier, bracht de gedachte aan de tragische vlucht van
onder meer Walter Benjamin, maar ook Hannah Arendt me toch bij de gedachte dat
de vrede die we beleefd hebben en die nu even blijkt te sputteren het
overdenken waard is.
Want
net nu blijken we onder vijandig vuur te liggen vanwege mensen die uit een
andere, in meerdere opzichten achtergestelde samenlevingen komen en menen dat
wij de vrede op aarde stelselmatig bedreigen. Wie hierover niet wil nadenken,
zal nooit een argument kunnen opbouwen tegen de terreur die nu op de meest
onooglijke plaatsen toeslaat, maar zal ook moeten beseffen dat we niet altijd
de schuld voor de fouten van anderen op ons hoeven te nemen. Helder staat me
voor dat de Arabische wereld niet enkel in 2010 maar na de val van het
Ottomaanse rijk kansen had gehad een moderne levenswandel te verkiezen; de
leiders evenwel, zowel zij die religieus geinspireerd waren als zij die de weg
naar de moderniteit wilden bewandelen hebben op grond van machtsargumenten hun
regio niet uit de achterstand willen opheffen. Kennis heet macht te zijn, maar
de leiders van Irak of Egypte, ook Nasser, waren niet echt bezig met het
organiseren van goed onderwijs, bibliotheken voor hun snel groeiende bevolking.
Toch
zal ik niet beweren dat er slechts dat ene element was: de bevolking groeide
snel aan omdat men allerlei medische en hygiënische parameters kon bijstellen,
waardoor er minder kindersterfte was en mensen ook beter opgroeiden. Het gevolg
is wel dat demografische groei dan wel een middel in conflicten kon zijn, het
werd ook aangevoeld als een fataliteit en, zoals de heer Erdogan nog onlangs
bevestigde, als een noodzaak, om sterk te zijn. Geen anticonceptie, maar zelfs
van verantwoord ouderschap is er zo te zien geen sprake, wat vooral de elites
in Turkije, die wel al meedachten met het Westen dat overdreven veel kinderen
die kinderen niet per se ten goede komen zal, zuur kan opbreken. De toestand nu
is dus dat we aan de ene kant nog steeds weet zouden moeten hebben van mensen
die de vrijheden, grondrechten claimen en gewoon naar eigen inzicht hun
vreedzame dromen willen verwezenlijken en aan de andere kan ontstond een
Islamisme dat precies die grondrechten en het hele discours over vrijheid en
mensenrechten afwijst. Men heeft ten onzent niet zozeer overdreven
verwachtingen gekoesterd ten aanzien van de Arabische Lente, men heeft die
willen recupereren voor eigen (politieke) doeleinden en zo mee, alles behalve
wel doordacht, de gemoederen mee opgehitst zonder leiders de kans te geven mee
die revolutie vorm te geven. Beweren dat de Arabische Lente voorbij is, ligt
voor de hand, maar doet niets af aan de hooggespannen verwachtingen die op
desastreuze wijze gefnuikt werden. Wellicht volgt er nog iets, ten goede, maar
hoe en wanneer valt niet te voorspellen.
Verder
vliegend bedacht ik ook dat we misschien over Guernica konden vliegen, waar
Franco door de Nazi's geholpen werd de strijd tegen de liberale en linkse
strijders te beslechten. Franco mag dan met de zijnen voor een zeer
conservatief, reactionair mensbeeld hebben gekozen, voor een staatsopvatting
waarin mensen aan het bestel ondergeschikt werden, of het nu alleen maar
antimodern moet heten, blijft de vraag, onproductief was het wel. Spanje ook
bleef lange tijd achter bij het oude Europa. Aha, bedacht ik me, ziedaar het
probleem van het oude Europa: we beseffen niet (meer) hoezeer we boften, mijn
generatie zeer zeker, want alles wat nieuw was, kreeg vanzelf een plaats, van
auto's en wegen over huishoudapparaten - ook mannen deden en doen er hun
voordeel mee - tot radio en televisie, betere scholing en uitstekende
geneeskunde, die nu uiteraard anders en beter functioneert dan 40, 50 jaar geleden.
Volgehouden vooruitgang, aangedreven door ambities van onderzoekers en artsen,
door humane overwegingen ook om patiënten niet enkel op te lappen, maar ook
betere levenskwaliteit te bezorgen. Goedkope vliegreizen kwamen er ook
Natuurlijk
mag u dat alles voor lief nemen, voor verzekerd en onbetwistbaar, maar het
blijft zo dat we de houding ten aanzien van die halve eeuw van vooruitgang niet
goed weten te bepalen, want nu eens vinden we die evident, dan weer zeggen we
tegen te zijn. De organisatie van het eigen dagelijkse leven en het vorm geven
van ons leven als een kunstwerk - voor velen is dat laatste ongetwijfeld onzin
- hangt samen met die mogelijkheden en de grote politieke strijd weet er zich
al lang geen weg meer mee. Terwijl ik nadacht over hoe ik mijn overwegingen op
papier zou zetten, kwam het bericht dat men inzake abortus twee, drie dingen
wil wijzigen aan de abortuswet: de termijn uitbreiden tot 20 weken, de bedenktijd
herleiden van 6 dagen tot 48 en ook elke toepassing van abortus uit het
strafrecht te halen, omdat vrouwen anders met een schuldgevoel zouden
opgezadeld worden. Vrouwen moeten over hun lijf en vruchtbaarheid kunnen
beschikken, maar ze hoeven er niet alleen voor te staan, niet voor de
verantwoordelijkheid, ook niet voor de gevolgen, geheel zonder paternalisme wel
te verstaan.
Als
man en vrijgezel heb ik er tot nog toe niet zo heel veel mee te maken gehad,
maar ik vond wel al sinds mijn eerste intieme contacten dat het de vrouw is die
over haar vruchtbaarheid kan beschikken. Seks heb je samen, een kind is waar
een vrouw achteraf mee kan te maken, terwijl je er als man niet veel meer mee
te maken hebt, wil hebben, mag hebben, zou moeten hebben volgens sommigen. Het
is geen gebrek aan verantwoordelijkheidszin, maar het hangt van zovele
omstandigheden af, die een leven ook vorm geven, of zo een gebeurtenis, een
zwangerschap goed loopt of anders. Maar het leven speelt zich doorgaans niet af
volgens voorgeprogrammeerde precepten, maar dwingt ons vaak keuzes te maken en
het is kenmerkend dat mensen zich daarbij graag al eens verlaten op wat anderen
in de aanbieding hebben, hetzij een religieuze leider, de gewoonten en
tradities of de nieuwste wetenschappelijke inzichten, maar zelden bereid
blijken de eigen keuzes te dragen en er vervolgens ook de andere zijde van te
erkennen en aanvaarden.
Op
weg naar het feest wist ik me gelukkig van al die zorgen vrij te maken, eens we
geland waren en de huurauto opgepikt hadden en naar Carboneras gereden waren. Inchecken
in het hotel en dan nog even op het terras een eerste tonic drinken - zonder
gin, later met. Om 22:00 uur werden we verwacht op de dijk in een aangename
slijterij, maar we hadden de weg nog niet goed overzien, al was er wel een
kaartje beschikbaar.
Spaanse
uren, maar het was best prettig, mijn neef de bruidegom en zijn bruid te zien,
ook anderen die ik al mocht ontmoeten en nog meer mensen die ik niet kende,
maar de Vlamingen herkende ik aan hun tongval, natuurlijk. Mensen uit Gent,
zoals mijn neef, die hetzelfde college volgden of dezelfde universiteit
bezochten, het maakt de boel wat overzichtelijker en het gesprek gemakkelijker.
In
de ochtend raakte ik in gesprek met ene Joachim, met wie ik de avond voordien
al even had gepraat en die me op het terras van het hotel vond waar we konden
ontbijten. Zo een broodje met tomatenconfituur en olijfolie, het smaakt wel,
met een americano en nog wat jusdorange. Ik had mijn boek bij de hand van Mary
Beard, SPQR, wat meteen een goede aanleiding vormde voor een gesprek. Deze
Joachim die mijn neef en nicht, diens zus, kende sinds zijn tijd in Madrid,
bleek een spraakwaterval, een die alle keizers van het Habsburgse rijk kon
opsommen, maar evengoed over het Frankfurter Parlement en de Kleinduitse
oplossing kon meepraten. Een jonge dame kwam er bij zitten, Spaanse, een beeld
van een meisje, die me allerlei gedachten door het hoofd deed tollen, van een
Carmen tot een van de dames bij Miguel de Unanumo. Een furie bleek ze niet, die
ochtend en sprekend over Europa bleek ze best mee te willen spreken, wat het
des te aangenamer was. Nadien kwam er volk bij en werd het gesprek weer
luchtiger maar ergens in de namiddag, voor we ons zouden opkleden voor het
avondfeest, liep ze me tegemoet op het strand.
Dat
het lang duurde, dat feest, heeft nagenoeg niemand opgemerkt, het praten voor
de ceremonie van het trouwen liep wat uit door een autocar die fout had gereden
of een afspraak niet had doorgekregen, een beetje zenuwachtigheid bij de naaste
magen en vrienden van bruid en bruidegom en dan het mooi gekaderde gebeuren van
speeches en getuigenissen over de bruid en de bruidegom. Ook receptie en feest
verliepen zoals dat gaat en op zich valt er weinig over te melden, want de
aanwezigen waren wel zeer aanwezig en genoten met volle teugen, maar hoe breng
je dat over?. De exquise toiletten, de omgeving, een oase, maakten het
bijzonder, maar ik moest even slikken, denken aan beelden uit de renaissance,
uit de school van de impressionisten om het een beetje helder te krijgen. Men
weet wat een feest vieren betekent, maar elke keer kan de ervaring zo bijzonder
zijn, zonder dat het saai wordt. Tja, echte trouwfeesten volgens een vast
stramien zijn er wellicht nog wel, maar het zijn het bruidspaar, de gasten die het
feest maken en soms is er een orkestje, soms is er enkel de sterrenhemel.
Dansen
is plezant, weet iedereen wel, enfin, de liefhebbers, maar het bleek ook, zeker
achteraf overdenkend best fijn om met zo een dame nog eens een keertje rock 'n
roll te dansen, of gewoon wat de dollen op de dansvloer naast het zwembad.
Dansen geeft zuurstof en genoegen, al was het dan geen slow die ik danste met
die jongedame die ik des ochtends had ontmoet, maar zoiets dat tussen een wals
en een tango in bewoog - ritmiek is altijd delicaat - maar wel een beetje deed
zweven, zegde zij en ik wilde het graag beamen.
Op
zondag was het tijd voor uitslapen en verder wat rondlummelen, want alles kon,
niets hoefde. Een lange wandeling langs strandboulevard, een koffietje hier,
kijken daar en indrukken laten binnenkomen. Zoals al vaker ontwaarde ik weer de
charme van zo een kleine communauteit, waar men tussen vele anderen elkaar toch
weer ontmoet en waar het gesprek niet onmiddellijk weer stil hoeft te vallen na
het uitwisselen van de gebruikelijke banaliteiten. Een echte openingszin?
Gewoon "Olla, qué tal" en we raakten over van alles aan de praat. 's
Middags was er nog een lunch met musici uit Granada, die ik al wel vaker bij
mijn zus had ontmoet, wat dan weer eens zien laat hoezeer Europa echt vorm
krijgt... Opnieuw die gedachte aan Arendt en ook wel aan Hans Scholl, maar dan
zonder de dreiging van vervolging, strijden voor iets dat democratie heet, want
we menen dat die gevestigd is, voor eeuwig en drie dagen.
Hoewel
niemand echt over de rampspoed in München een vermaledijd woord reppen wilde,
kwam het wel aan bod. Leven we in oorlog? Die jongedame vroeg het me op een
fraai terrasje op de strandboulevard in Agua Amara en keek zorgelijk naar de
paisibele zee? Herakleitos was er best trots op geweest toen ik zegde dat de
oorlog niet per se negatief hoeft uit te draaien, al moeten we ze niet zoeken.
Maar wij, in Europa hebben veel te verdedigen, vrijheden en een cultureel
patrimonium, een levenswijze vooral. Europa, vroeg ze zich af, vermag toch niet
zo heel veel, maar ik denk dat we ons daarin vergissen. Ad primum, kwam ik in
mijn Vlaamse vuur, heeft Europa maar zin als wij, burgers dat Europa ter harte
nemen; ad secundum, Europese bewindvoerders mogen het zich niet zo gemakkelijk
maken in Brussel mee te spreken en thuis tegen te spreken en ten derde, als we
niets doen, de valbijl afwachten, zal dat ook wel gebeuren.
Al
gauw waren we het er wel over eens, denk ik, dat Europa, wij dus onze inzichten
en waarden, ons geloof in rechtsstaat en parlementaire democratie sterker staat
dan men denkt. Alleen is er nog geen duidelijk doel gesteld, is de
"vijand" niet echt zichtbaar en zijn de doelstellingen van die vijand
nog vaag en niet op macht, wel op afwijzen en vernielen gericht. Zij vond het
moeilijk, als Spaanse, de evidentie van het Europese samenleven te vatten, niet
enkel op geografische gronden, maar ook omdat de geschiedenis sinds Napoleon
toch wel laat zien hoe verschillend het met landen en volkeren kan gaan. Valt
er niet zo heel veel tegenin te brengen, dan blijkt ook, denk ik, dan toch dat
we - zeker Vlaanderen, Spanje, Oostenrijk-Hongarije wel een en ander delen,
maar ook de relaties tussen Frankrijk en Spanje, Duitsland en Frankrijk ligt
toch genuanceerder dan we denken. Ze vroeg me daar honderduit over uit, want
vertelde met enige schroom dat ze veel clichés heeft meegekregen en weinig dat
echt haar inzichten kan versterken. Iemand die universiteit heeft gelopen,
Erasmus heeft gevolgd en verder wel eens in Brussel komt, kan zo iemand voor
zichzelf verantwoorden... ja, dat kan, omdat we ons laven aan clichés en elkaar
oude vooroordelen kritiekloos en voetstoots voorhouden. Ik begon over Paus
Adrianus VI en Granvelle, de raad van beroerten en de conflicten van Carlos en
Felipe met de juntas, over de raad van beroerten en de vorming van de
Nederlanden.
Het
is niet prettig op de vingers getikt te worden, maar mijn enthousiasme, ik
sprak Frans met haar, beviel haar wel en met vragen en zijsprongen kwamen we
tot een min of meer bevredigende conclusie dat Europa hoe dan ook bestaat en
dat het nuttig ware dat we er echt om gingen geven.
Dan
volgde nog een drink met een heerlijke paella, praten over wat geweest was en
wat komen zou, maar de volgende ochtend zou het vroeg dag zijn, want het
vliegtuig wacht niet. En ook daar bleek weer dat zo een kleine kring vlot
gevormd werd, want ik mocht naast twee andere gasten zitten, waarbij zich na
enige tijd en wat bijslapen - hunnerzijds - een aangenaam gesprek ontspon over
recht en rechtsbedeling. Hou het me ten goede, maar ook dat gaf dan weer
aanleiding tot nieuwe inzichten en gedachten.
Thuis
gekomen bleef er wel wat hangen van die aangename sfeer en dat mag dan een
zegening heten. De gewone zorgen komen terug, maar ook de verwachting dat er
wel weer eens iets nieuws komt, een andere hoogtijd. Het tijdelijke
reisgenootschap was ontbonden, maar oude banden bleven en nieuwe beklijven
natuurlijk.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten