Normaal doen of brave zijn 't en is geen gave
Dezer Dagen
Wat is het, normaal doen?
Geinterioriseerde normen en waarden
Ik
vond dat ik van politici mag verwachten dat ze zich normaal gedragen zullen,
maar ik moet dat toch nog wel even uitleggen, want niet iedereen lijkt goed te
weten wat normaal gedrag is. Maar ik denk dat we allemaal wel eens willen uit
de band springen en dat anderen ons dan vriendelijk doch dringend verzoeken:
"doe eens normaal". Waarom?
Normaal
gedrag is gedrag dat we van een persoon verwachten en dat niet stoort. Zou
aantrekkelijk of behagend gedrag dan niet normaal uitpakken? Soms wel, dan weer
niet, omdat we bijvoorbeeld overdreven vriendelijkheid net zo storend plegen te
vinden als botheid. Het gaat erom dat we graag in onze waardigheid erkend
worden, maar ook menen we dat afstand houden passend moet heten. Het is ook
nooit goed, denkt u dan, maar ga het maar eens na bij uzelf, mensen met wie u
niet intiem omgaat, mogen wel voorkomend zijn, teveel vriendelijkheid of
ronduit bot gedrag aanvaard u niet. Zo is de discussie of men altijd iedereen
een hand moet geven, enigszins misplaatst, omdat er omstandigheden zijn, waar
men inderdaad beter niet de hand kan uitsteken, terwijl het ook zo kan zijn dat
de andere persoon nogal misplaatst de hand reikt. Beleefdheid is het een hand
te geven, maar er zijn omstandigheden waar het ondoenlijk is iedereen die men
op die plaats ontmoet de hand te geven. Maar als een vrouw liever geen hand
geeft, omdat zij zich volgens haar geloof niet als rein kan beschouwen, dan zal
ik dat aanvaarden. Men moet zo een dingen wel weten. Omgekeerd, als een
jongeman een vrouw geen hand wil geven, omdat ze een vrouw is, in een officiële
context, dan ontstaat er wel enige verwarring. Sommige mensen vinden dat zo een
mensen hier niet thuis horen en dus maar beter kunnen oppleuren.
Daar
wordt het verhaal wat bizar, want voor zo een vergrijp iemand verbannen uit
zijn of haar vertrouwde kring, lijkt mij vreemd. Kan men, zoals Martha Nussbaum
stelt proberen in transitie te gaan, dan is het nog de vraag wat een goed
antwoord zal zijn. Zij ontkent niet het nut of de goede grond van woede en
zeker in het middendomein, waar men voortdurend de indruk zou kunnen hebben,
dat men miskend wordt, past net enige afstand en een stoïcijns geduld, al
zondig ik daar wel eens tegen. Maar goed, het dispuut met de suppoost is door het
museum en mezelf goed aangepakt, al was mijn middag wel verknald.
Normaal
doen? We verlangen en verwachten het niet alleen van anderen, we vergeten vaak
wel eens aan die eis te voldoen. Hoe Heurt
het eigenlijk? Wie zal het zeggen, maar etiquette in acht nemen kan voor
vervelende situaties zorgen maar het tegendeel zorgt doorgaans voor chaos.
Etiquette inroepen om zich te onderscheiden, om zich superieur te tonen komt
wel belachelijk over, maar een beetje vriendelijkheid en oplettendheid kan
nooit kwaad, want waar het op aan komt, zou men denken, is dat mensen zich wel
bevinden als ze met elkaar in contact komen. Dat wil zeggen dat we respect aan
de dag weten te leggen en met een compliment iemand op zijn of haar gemak stellen
en naderhand vernemen dat die persoon het aangenaam heeft gevonden.
Hoe
vaak evenwel gebeurt het niet dat men bij het opstappen op de bus bijna van de
sokken wordt gelopen door iemand die zich nog net wil voorwringen. Als je dan
niet reageert, met een lakonieke opmerking, dan denkt zo iemand dat het altijd
mag. Doch, ook op de weg komt men wel eens nare omstandigheden tegen, van
mensen die niet uit onoplettendheid, maar botweg uit minachting voor andere
weggebruikers voor een slakkegangetje kiezen op een gewestweg of een rondpunt
oprijden, net voor je neus en je haast niet kan remmen, wegens gladheid. Dat is
onbetamelijk gedrag dat doorgaans voor meer ongerief zorgt dan een paar km te
snel te rijden als de omstandigheden er zich toe lenen.
Omdat
we evenwel zeker willen zijn dat alles zich voordoet zoals we het willen en
omdat we niet van verrassingen houden, beleven we het vaak genoeg dat mensen
elkaar onheus bejegenen en dat de pleger zich van geen kwaad bewust is, of net
wel. Dan zie je wel eens een opstootje, want degene die de onheusheid moet
ondergaan, wil ook niet altijd over zich heen laten lopen - vergetend dat hij
of zij ook wel eens de kantjes eraf loopt.
Laten
we dus wel wezen, laten we aannemen dat onze alertheid niet altijd optimaal is
en dat we soms eens onachtzaam zijn, zodat we dat ook van anderen kunnen
aanvaarden. Een vrouw valt met haar fiets over de al te oneffen liggende
kinderkopjes. Een jongeman met wortels in een ander deel van de wereld stapt op
haar af, vraagt of ze zich pijn heeft gedaan en helpt haar recht. Omdat dit
niet wil lukken, roept hij de spoeddiensten erbij en na tien minuten komt een
MUG-voertuig aangereden en een ambulance. De dokter had meegekregen dat de
oproeper had gemeld dat de vrouw niet op haar been kon staan. Hij keek naar de
jongeman, begon de vrouw d'r been te bevoelen en toen de jongeman zegde dat ze
pijn had aan de knieschijf, keek de arts verrast op. Enfin, na tien minuten was
die vrouw op een brancard in de ambulance gereden, had de jongeman beloofd de fiets
bij de dame aan huis te bezorgen. Ik had alles vanuit mijn appartement gezien,
was ook naar beneden op straat gegaan en stelde de jongeman voor mee te lopen,
ik wist dat ze niet zover weg woonde en vond dat er misschien nog misverstanden
konden ontstaan.
Haar
dochter deed de deur open, wist nog van niets want had de oproep van haar
moeder niet gehoord. Eerst hield ik me afzijdig, maar toen die jongeman de
fiets wilde overhandigen, werd ze boos. Hij had haar geduwd. Ik keek haar aan,
bedroefd zegde ze later, dat die jongeman best okay was, terwijl ze dacht dat
hij haar ook nog eens iets kwam aftroggelen. Omdat de auto niet zo ver stond
stelde ik haar voor dat ik haar naar Sint-Jan zou brengen. De jongeman nam
afscheid en we zaten amper in de auto of ze verontschuldigde zich tegen mij,
dat ze echt dacht dat hij de foute was. Ik zegde haar dat de jongeman bij d'r
moeder was gebleven tot de ambulance haar had weg gebracht. Hij wachtte
blijkbaar tot ik zou vertrekken, maar zij stapte uit en ging zich
verontschuldigen. Een glimlach en een joviale groet en weg was hij.
Om
kort te gaan, mensen doen soms domme dingen, maar als iemand vriendelijk en
behulpzaam is, als het nodig is, hoognodig, dan zijn we daar niet op bedacht.
Het gaat er hier niet om een romantisch beeld op te hangen, maar die jongeman,
een Pakistani, was gewoon uit zichzelf op zijn stappen terug gekeerd. Later
vernam ik van de dochter dat hij haar nog eens een briefje in de bus had
gestopt om te vragen hoe het met haar moeder ging. De grap was dat zij, dat
meisje niet veel later met vreugde zegde dat ze een vriend had. Dus toch een
romantisch verhaal?
Mensen
zijn, zo zegt Martha Nussbaum enorm gevlast op blijken van respect en hebben
een kort lontje als iemand hen in hun ogen tekort doet. Maar vaak zijn ze niet,
zijn we niet met te weinig respect bejegend, maar zit dat in ons hoofd, zoeken
we een reden om boos te wezen. Het punt is dat we in het middendomein juist wel
vormelijkheden kunnen hanteren, als een vorm van transitie, net om te vermijden
dat we elkaar op de zenuwen werken. Erkennen dat we zelf wel eens onoplettend
optreden, mag niet doen vergeten dat we ook wel eens bewust grof uit de hoek te
komen, omdat we daar een reden denken voor te hebben. Misprijzen laten blijken
kan evengoed desastreus uitpakken.
In
die zin denk ik dat we meisjes en vrouwen die de kledingsnormen van hun
godsdienst respecteren, of denken die te respecteren, wel eens op de zenuwen
kunnen werken omdat we er niet mee overweg kunnen. Waarom zou een god vrouwen
verplichten hun sieraden te verbergen? Een rationele argumentatie is er niet
voor. Maar die regel heeft vooral betrekking op de verwachting dat mannen hen
niet te na zullen komen, maar zo een hoofddoek en overdreven verhullende
kleding maakt hen natuurlijk nog meer tot vrouw. Mannen zullen een (vreemde)
vrouw heus niet zo snel lastig vallen, behalve als het hen ontbreekt aan
minimale opvoeding en beschaving. Tja, enige begeerte kan altijd wel de kop
opsteken en kan zelfs even een wellustig gevoel opleveren, maar zolang er geen
intieme band bestaat, kan men ervan op aan dat een man zo een vrouw die bij hem
in het oog springt niet zal bespringen.
Het
probleem dat religieuze voorschriften oproept is dat we dezer dagen de logica
van die voorschriften niet meer snappen noch aanvaarden. Dat tweede is van een
andere orde, want we aanvaarden die voorschriften niet omdat wij min of meer
onthecht zijn geraakt van de oude moederkerk en dat levert ook wat op, want we
hebben minder last van gewetenswroeging. Doch, denk ik dan, ook onze
samenleving kent taboes, kent normen die we niet overschreden willen zien. Ooit
was er een tijd dat professoren wijsbegeerte vonden dat men pedofilie niet
mocht veroordelen, terwijl vandaag mensen heel erg beducht zijn voor hun
kinderen dat er zij het slachtoffer van zouden worden. Zij hebben gelijk dat
niet te willen, maar hebben we wel een zicht op de kans dat dit voor kan
vallen? Pedofilie linkt men aan roofdiergedrag, maar als we criminologen
volgen, dan zijn de personen die tot daden overgaan niet in de eerste plaats
pedofielen, maar wel mensen met andere aandoeningen, mensen die geen remmingen
aanvaarden van hun lusten. Het is geen geheim dat mensen nu opgejaagd worden,
omdat kranten en websites hen brandmerken. Omgekeerd blijven er zich gevallen
van zware mishandeling en seksueel misbruik voordoen in de intieme kring, omdat
mensen er wel in slagen hun geheimen goed te bewaren.
Normaal
doen? Ik weet het niet, maar ik denk dat het recht op excentriek gedrag ook wel
het verdedigen waard is. Excentriciteit kan op de zenuwen werken, maar is
wellicht de beste garantie dat mensen zich al eens durven uit te leven, op een
Bühne of in een kamertoneel. We hebben ruimte nodig om wat we niet ernst kunnen
zeggen toch kwijt te kunnen. Verbazend is het dan ook dat rechtsgeleerden
vonden dat roken in het café zonder wc voor dames apart verboden moest worden.
We leggen om evidente redenen anderen onze inzichten op en zijn verdwaasd als
men er geen pap van lust. Een betere wereld, een beter leven, maar leven zonder
genoegen, leven in geheelonthouding, geen drank meer, geen roesmiddelen meer,
geen bedwelmende woorden meer, alleen zaken, alleen inzichten van
droogstoppels, zo is het leven wellicht wat minder waard. Het voordeel? We
weten dat er als iets gebeurt, dit het werk is van verwarde mensen, mannen of
vrouwen die het even niet meer weten.
Het
is dus zaak de ruimte weer te veroveren, waar het onverwachte kan, waar mensen
met grote vaardigheid hun verbeelding laten spreken. Een snuif Rik Wouters en veel Gustave van de Woestijne,
maar toch, het mag iets van deze tijd wezen. Daarom moeten we niet teveel
belang hechten aan wat normaal is, maar wellicht wel aan wat wreedaardig
overkomt en dat moeten we niet willen. Maar niet enkel de machteloze is wreed,
integendeel, de echte wreedheid komt van macht in handen van kleine luiden.
Macht is belangrijk, want het is niet zo dat we er graag over spreken, doch,
macht bezweert, bedwelmt en overweldigt, vooral voor wie ernaar hunkert.
Daarom,
beste Mark Rutte, "doe eens normaal", kan geen goed devies zijn, want
teveel normaliteit doodt alle leven. Normaal gedrag opleggen zonder
verantwoording of uitleg heeft weinig zin. Mensen ruimte geven om van hun leven
iets te maken wel. Natuurlijk vind ook ik het verschijnsel hangjongeren niet
altijd prettig, maar storen doen ze ook niet. Normaal gedrag is niet enkel
paternalistisch, in deze tijden van interseksuele situaties, van mensen die
tussen culturen balanceren, kan het hardvochtig vasthouden aan normaliteit de
openbare orde niet echt bevorderen. Waar het op aan zal komen is jongeren hun
weg te laten gaan en discreet te ondersteunen. Fanatisme is geen goede zaak,
maar men haalt niemand over tot meer genuanceerde inzichten, als men hen niet
de rijkdom aan mogelijkheden laat zien. Als liberaal (en anarchist in gemoede)
denk ik dat jongelui best wat ruimte kan geven. Alleen als men het contact
verliest, zal men weinig meer kunnen dan repressief optreden. Normaal gedrag afdwingen
via repressieve actie, daar had Michel Foucault gelijk, kan nooit overtuigen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten