Niet meer zo katholiek
Kritiek
Het leven boven alles
Hoe katholiek is het uitzichtloos te lijden?
De
Broeders van Liefde hebben in België een stevige voet aan de grond als het over
Geestelijke Gezondheidszorg gaat en de instellingen die ze beheren, waar ze
werkzaam zijn, komen dus met dilemma's in aanraking, waar de principiële
afwijzing van euthanasie op de helling komt te staan[i].
De hoogste leiding van de Broeders blijkt er niet mee opgezet en ook het
Vaticaan meent, volgens Tertio, dat het een weinig katholiek standpunt is de
mogelijkheid van euthanasie te overwegen voor mensen die psychisch uitzichtloos
lijden. Zelf denk ik dat men voorzichtig moet zijn met het toedienen van
euthanasie aan mensen die niet zelf hun wensen kunnen uiten. Aan de andere
kant, de idee dat men mensen moet laten lijden zonder uitkomst, vergt toch een
meer genuanceerde benadering.
Mensen
die dementeren, psychiatrische patiënten die met zichzelf geen blijf meer
weten, mensen die een zware mentale handicap te dragen hebben, lijden allicht
uitzichtloos want de aandoeningen zijn, zegt men, irreversibel. Voor
psychiatrische aandoeningen ligt dat dan ook weer complexer, maar al die
personen hebben geen mogelijkheden, denken we, om de levenswens te uiten of
omgekeerd, de wens te uiten dat het mag stoppen. In wezen zijn de omstanders
hier verantwoordelijk voor een verantwoordelijk handelen en daar schiet het
Vaticaan tekort.
Alleen
al deze gedachte schoot me door het hoofd: het Vaticaan weigert abortus te
aanvaarden als de vrucht quasi zeker met een beperking ter wereld zal komen die
het zwaar zal doen lijden - als het kan moet men dat goed overwegen, maar
anderzijds kan men bedenken dat er wel eens mensen geboren worden met al dan
niet verborgen gebreken, die toch iets hebben betekend, wat echter niet bij de
geboorte in de sterren geschreven stond. Vervolgens mogen artsen en omstanders
niet nagaan of en hoe ze best het welzijn van die persoon kunnen
bewerkstelligen, zonder aan euthanasie te denken, mogen denken. Het roept
vragen op, want al denk ik dat het recht op leven en de bescherming ervan belangrijk
is, denk ik niet dat men mensen uitzichtloos moet laten lijden. Maar welke
normen hanteren we om dat vast te stellen? De houding van het Vaticaan
weerspiegelt een weigering de vooruitgang in kaart te brengen en mogelijkheden
om zinvol leven te bevorderen. Nu de gemiddelde leeftijd van mensen tot grote
hoogte is toegenomen, boven de 80 voor vrouwen, is het duidelijk dat al die
mogelijkheden nog niet betekenen dat mensen hun leven (nog) zinvol vinden. In
Nederland struikelt de formatie bijna op deze vraag, maar daar zijn niet de
katholieken de gebeten hond, wel een protestantse partij. Hun zorg kan men niet
zomaar naast zich neerleggen, maar wel moeten we durven vragen te stellen over
zinvol leven en andere kwesties. Mensen een eeuwig leven, 150 jaar voorspiegelen
zonder te weten of ze die lange levensloop met genoegen kunnen doorbrengen,
lijkt me ook niet aangewezen.
Psychisch
lijden komt voor in vele vormen en de vraag of we mensen moeten laten lijden,
kan men niet aan de schrijftafel oplossen. Dat mensen door depressie of andere
aandoeningen getroffen de zin te leven niet meer ervaart, kan men nog
begrijpen. Ook als blijkt dat artsen er niet in slagen een behandeling te
vinden die een persoon blijvend herstel te bezorgen, zal men proberen te zien
of de patiënt nog iets met het leven aan kan vangen. Eenvoudig is het niet om
dat inzicht te vormen, omdat gesprekken niet altijd mogelijk zijn. Maar de tijd
van de langdurige opnames, langer dan vijf jaar, lijkt stilaan achter te rug te
zijn voor de grote meerderheid van de patiënten, de vraag of men een voldoende
mate van herstel kan bereiken is er een andere. Het valt op dat de discussie
met de verschillende instanties de kwestie van het al dan niet overwegen van
euthanasie belangrijker is dan de reële situatie van de patiënt, de lijdende,
als persoon en in de omgeving, thuis of in een voorziening, met andere woorden
dat, waar de Belgische provincie van de Broeders van Liefde proberen een humane
benadering van het vraagstuk te formuleren, met veel voorbehoud en veel mitsen
en maren, daarbij de vigerende wetgeving volgend, over zowel de pathologie, de
behandelbaarheid en zelfs een traject van
Levensperspectief te volgen, tenzij er alleen voor de patiënt de
mogelijkheid blijft van euthanasie, ook al is hij of zij niet terminaal.
Leest
men die tekst, dan merkt men dat er in Vaticaan een zekere onwil bestaat de
levensomstandigheden van patiënten die uitzichtloos psychisch lijden ervaren ernstig
te nemen en dat dit niet enkel een subjectieve beleving blijkt, dan zal men
toch voor een zinvolle uitweg moeten zorgen. Maar goed, we zagen al dat mensen
die zelden de pijn van het zijn ervaren graag het leven boven alles stellen en
zelfs onbehandelbare baby's ten koste van alles in leven willen houden. Let
wel, dit is een verworvenheid van moderne geneeskunde en dat net vergt dat we
aandachtiger de waarden gaan afwegen.
De
aandacht in de media voor het harde standpunt van het Vaticaan gaat dan vooral
naar dat aspect, de macht om iemand te dwingen een verworven inzicht te
herzien. Dat de Broeders van Liefde in België behoorlijk prominent aanwezig
zijn, maakt het dossier er ook wel saillant om. De vraag over de
machtsverhoudingen mag evenwel de kwestie van het leed niet uit de weg gaan.
Bij diepe depressie, als ik de term mag gebruiken, gaan mensen wel eens over
tot zelfdoding, wanneer ze zich plots van hun onmogelijkheid volkomen te leven
bewust worden. De zelfdoding komt dan in wat men een helder moment noemt, maar
het is wonder dat artsen en verpleegkundigen er wel in slagen toch ook die
patiënten op de weg van herstel te brengen. Dat lukt niet altijd, maar zijn er
wel betrouwbare cijfers voorhanden over hoe vaak dat niet lukt? Of data over
mensen die een half leven lang in zo een wisseltoestand moeten leven? Want uiteindelijk
zal men moeten vaststellen dat de levensverlengende omgevingsfactoren ook voor
mensen die uitzichtloos psychisch lijden een grote invloed heeft, terwijl hun
levensverwachting 15 jaar minder uitvalt dan voor andere mensen. Maar als we op
65 jaar uitkomen en iemand lijdt gedurende 15 tot 20 jaar aan vaak weer
opduikende psychische problemen, dan kan men inderdaad veronderstellen dat dit
uitzichtloos lijkt.
De
opdracht om de visienota te herzien komt mij bedenkelijk voor en eerder zouden
de curievaders eens moeten nadenken over de praktijk van geestelijke
gezondheidszorg in ons land en in Europa in het algemeen. Als Rome spreekt, zal
iedereen zwijgen terwijl het toch niet te ontkennen valt dat Rome graag uitpakt
met de grote middelen als de grote principes, bescherming van het leven, want
het lijkt zo evident dat men niet zal doden noch zelfmoord zal plegen. Te
betreuren valt dan wel dat men van principes niet leven kan. Conclusies vormen
op grond van eeuwig gewaande principes, zoals het Vaticaan doet, zonder
rekening te houden met de ontwikkelingen in de samenleving, maakt het instituut
- indien nog nodig - ongemeen ongeloofwaardig. Maar dit geldt niet enkel voor
het Vaticaan. Bovendien moet de RKK hier een oordeel formuleren over een
interne instelling, die de rode lijn zou hebben overschreden. Leest men de
visienota, dan kan men alleen vaststellen dat men het leven beschermwaardig
vindt en dat dit principe boven alle andere, zoals de autonomie van de patiënt
en de zorgrelatie met de patiënt gaat, maar er niet los van kan worden gezien.
Dat men dus expliciet nadenkt hoe men onder voorwaarden die de wetgeving eist,
in kan gaan op de euthanasievraag van een patiënt, kan men alleen maar een
vooruitgang noemen in het denken van zo een instelling, die zich expliciet
katholiek noemt.
Het
zou dus een hele opluchting bieden als instanties in het Vaticaan de wijsheid
van "ondergeschikte" besturen zouden waarderen, in plaats van te
zwaaien met een enkel woord. Natuurlijk staat in de Bijbel "Gij zult niet
doden", maar de samenleving en de medische mogelijkheden die we kennen,
hebben het leven bijna oneindig opgerokken en daar moet men verheugd om zijn.
Alleen zijn we allen sterfelijk en komt er vroeg of eerder laat een eind aan.
Hoe
beleven we dat leven dan? Komt men al eens het nodige cynisme tegen of mogelijk
een zekere levensmoeheid, kan men ook mensen aantreffen die blijk geven van
grote levensvreugde, al begrijpen wij daar niet veel van, zien we geen redenen
voor die levensvreugde, omdat er sprake is van een of andere aandoening. Het
geval wil dat we aannemen dat mensen altijd op dezelfde manier reageren op
dezelfde omstandigheden, c.q. aandoeningen. Het leven is beschermenswaardig,
maar als zwaarwegende omstandigheden een persoon het leven ondragelijk maken,
heeft de wetgever het wenselijk geacht, onder voorwaarden een medisch begeleide
euthanasie mogelijk te maken. Daarbij was het voorbehoud voor psychische
aandoeningen van groot belang voor vele parlementsleden. Niet terminale
patiënten die uitzichtloos lijden omwille van hun aandoening werden gespaard
dan wel het recht ontzegd. Later wilde men op die inperking terugkomen, wat in
het politieke debat opnieuw tot spanningen leidde, maar het publiek leek de
gedachte aan euthanasie redelijk genegen.
De
hamvraag die het Vaticaan nu wenst op te werpen luidt dat men het verbod te
doden en de bescherming van het leven boven alles stelt, maar de medische en algemene
levensomstandigheden brengen ons ertoe ons af te vragen hoe we dat op een
menswaardige wijze te doen. Leed dat we onszelf aandoen, heette het, moet men
uitzweten, voor eeuwig en drie dagen. Echter, als het leed komt met het leven
of doordoen van anderen, zo heette het, diende men de goddelijke wil nog niet
te weerstreven. Doch, daders werden vervolgd, geleidelijk aan volgens een
rechtspraktijk die niet zover afstaan van de onze. Maar als de geneeskunde
zoveel mogelijkheden biedt, dat mensen kunnen overleven, die voorheen voor of
kort na de geboorte waren gestorven, binnen de vijf jaar, nu wel overleven en
volwassen worden, dan zal men hem of haar de nodige zorgen niet ontzeggen. Dan
komt de kwestie heel dicht bij de vragen over wie mag beslissen over leven en
dood. Die kwestie afhandelen op grond van een principe, oogt duidelijk en lijkt
ethisch veilig, maar zal altijd weer door de ervaren werkelijkheid in vraag
gesteld worden. Goed overleg met patiënten die om een genadig levenseinde
vragen en dat doen in volle bewustzijn en aanhoudend komt hen tegemoet en opent
zelfs nog mogelijkerwijze een andere weg, die van het levensperspectief. Als de
Broeders van Liefde tot deze bevinding zijn gekomen, kan men dat wel degelijk
onderbouwen, ook binnen een christelijke traditie. Weigert Rome deze
overwegingen, dan lijkt het erop dat de discussie niet meer over het goede
leven gaat.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten