Debat, conflict en bondgenootschappen



Dezer Dagen


(Objectieve) bondgenoten
Populisme, hypocrisie en verstandhouding




Lorenzo de Medici, vorst van de Republiek Firenze (1469 - 1492)
staat model voor de vorst die schijn en werkelijkheid
hoe tegenstrijdig ook heeft weten te handhaven. Zijn macht
kon men niet weerstreven en toch bleef de republiek
overeind. In onze tijd doen zich analoge vragen voor
en dat op een ongekende schaal. Wat betekent het dan dat
we bondgenootschappen kunnen sluiten en waartoe? 
Oostenrijk verkiest een jonge knaap als premier en die laat zien dat het inhoudelijke debat vervangen is door enkele beelden en straffe uitspraken. De leeftijd mag geen rol spelen, maar de politieke scène een beetje kennende zal het wel zo zijn dat oudgedienden nu gaan antichambreren bij de nieuwe chef. Merkwaardig, aan de ene kant halen oudjes als Sanders, Corbyn en Trump het gemakkelijk, aan de andere kant komen jonge honden opzetten. Maar in beide gevallen moet ik me bevreemd afvragen: wat hebben zij te vertellen?

Niall Fergusson verwijst in een stuk naar de risico’s dat de (Amerikaanse) Republiek ongemerkt veranderde van een ‘congresdemocratie’ naar een plebiscitaire presidentiële democratie. De man die het best pootjes geeft en zich het meest aanschurkt bij wat “het plebs” te vertellen heeft, kan dan president worden. Wacht dan even en bedenk dat men de voorganger van Trump, Barak Obama een hele kerel vond en die werd dus ook verkozen door hetzelfde volk. Niall Fergusson schrijft behartigenswaardige zaken, onder meer over het instellen van voorkiezingen – die dus niet in 1787 werden ingevoerd, Alexander Hamilton had al door dat een democratie ondergraven kan worden als het publieke debat uitgehold zou worden. De kruiperige hengelaars naar volksgunst kunnen uitgroeien tot tirannen. Het punt is dan, denk ik, dat in de politieke analyses de nuchterheid ontbreekt en dat kranten- en mediabazen als Rupert Murdoch en zonen hun imperium hanteren om de politieke agenda te richten naar hun belangen. Tony Blair kon premier worden na een bezoek aan Murdoch, wordt gezegd. Maar leest men krantencommentaren of luistert men naar welbespraakte lieden op televisie, dan merkt men vaak hoe de inhoudelijke behandeling van prangende kwesties, van de militaire veiligheid van Europa tot de verzekering van de mobiliteit en dus vrijheid zich eens ergens heen te begeven achterwege blijkt.

Men zal nu de diesel helemaal uitrangeren, maar niemand weet of we voldoende capaciteit hebben om al die auto’s op elektriciteit te laten rijden. Men neemt maatregelen, zegt dat het  nooit genoeg is, maar vraagt zich niet af waarom er dan nog publiciteit gemaakt wordt om naar een of ander vakantieparadijs te reizen, krijgen we eerst een bericht over kwalijke praktijken in een slachthuis en vervolgens een over de beste sommelier en een al even uitstekende kok, die ons succulente gerechten met varkenswangetjes voorzet. Ik vraag me wel eens af of mensen dat niet moe worden van dat tegenstrijdige over en weer slingeren, journalisten in elk geval niet. Groen en Rood gaan samen in Antwerpen met als enige doel de huidige bestuursploeg uit het zadel te lichten, omdat het Stad mismeesterd zou worden. Wie heeft de LEZ uitgerold? Wie is bezig met de grote assen in de stad heraan te leggen? Met veel ergernis tot gevolg. Zou Wouter van Besien nu echt mensen willen verbieden nog een auto te bezitten en te gebruiken. Feit is dat de stedelijkheid eraan zal geloven, want men sluit de steden, ook Gent en Brugge doen dat: toerisme is zeer welkom, maar mensen uit het krachtveld van een stad die eens met de auto langskomen voor een concert, een tentoonstelling of vriendenbezoek? Beter niet. De binnensteden worden steeds meer steriel, waarbij de middenklasse nieuwe redenen krijgt om de stad te verlaten.

Prachtig, dat men de luchtzuiverheid bevorderen wil, waarbij men vergeet dat een stad een leefomgeving is. De drang naar zuiverheid? Voor de een gaat het om zuivere lucht, voor de andere, minder gewenst, om zuivere en homogene leefgebieden. Zuiverheid dus en alweer.

Het verlangen van mensen om goed te leven, wordt steeds weer besmet door allerlei onvolkomenheden tot grote problemen te promoveren en er prioriteit aan te geven. De ontwikkelingen op allerlei terreinen gaan inderdaad zeer snel, die ons leven heel erg overhoop halen, waarbij niet duidelijk is wie de zaak onder controle heeft, terwijl iedereen dat lijkt te verwachten, onder meer van politici. De vraag is hoever zij staan, wat de kennis betreft, nodig minstens zicht te hebben over allerlei kwesties, van het levenseinde tot het ontwikkelen van prenatale diagnostiek en anderzijds de toenemende vraag naar energie en de wijze waarop die te produceren. Zo kunnen we de lijst van kennisdomeinen waar politici kennis van zouden moeten hebben nog een eindje verder invullen. Het punt is niet dat één persoon dat allemaal onder de knie kan krijgen, wel dat we verwachten dat een politicus, zeker aan de top van alles op de hoogte zou zijn en dat kan ten enenmale niemand, ook niet een president van de VSA, die nauwelijks een hogere opleiding blijkt te hebben gehad, die ook nodig eens spot met mensen die wel kennis hebben verworven en er iets zinvols mee zouden kunnen aanvangen.

Echter, ook aan de universiteiten merkt men dat kennis delen over verschillende disciplines niet evident is, omdat niemand zich door een expert in een andere discipline de les wil laten spellen. Daar komt bij dat zij vergeten dat in de loop van afgelopen decennia een hoop mensen is opgeleid die out there in de samenleving hun kennis aanwenden op zogenaamd bescheiden niveau, het onderwijs, in laboratoria en wat al niet meer. Aangezien de basiskennis – tot op een hoog niveau – wel degelijk breder verspreid blijkt, maar politici en de kringen rond de centra van macht liever de idee verkondigen dat daar buiten de mensen niet half weten hoe de vork aan de steel zit, ontstaat er een diep gravend misverstand over wat er aan de hand is, wat mogelijk is en uiteindelijk wat wenselijk is.

Al verschillende decennia spreken mensen over leiderschap, over staatmanschap, maar wellicht gaat het om iets anders, om een minder competitieve omgang met macht, maar dan moet men de machtsvraag wel durven te stellen. Het zou meer opdracht moeten zijn om mensen bij elkaar te brengen, waarbij men zou kennen denken aan de oplossingen die David van Reybroeck voorstelde, zoals de G1000. Het zou wel meer van belang zijn als er inderdaad kringen waren, niet in een serviceclub, maar op een geregelde basis waar mensen zich vrijwillig kunnen inschakelen in groepen waar het politieke gesprek gevoerd kan worden. De uitkomsten daarvan zullen wellicht niet altijd tot regelgeving leiden, want zo een groep heeft niet per se een grotere legitimiteit dan deelnemers aan een tooggesprek. Wel is het van belang dat mensen met elkaar over politieke kwesties het gesprek voeren en van zichzelf vergen dat ze hun argumenten goed afwegen.

Neem nu de kwestie van mensen die hier al meerdere jaren leven en plots vernemen dat ze terug gestuurd kunnen of zullen worden naar het land van herkomst. Waarom moeten mensen terug gestuurd worden? Overlast? De idee dat migratie niet hoeft als het land veilig is, terwijl op televisie “Ik Vertrek” mensen toont die per se ergens in de Corrège een oude hoeve willen omvormen tot B&B of een manege voor jeugdkampen willen beginnen. Vrij verkeer van mensen? Natuurlijk kan men niet alles op een hoop gooien en dat is nu net wat we doen als we nadenken. Wie zegt dat er geen reden is om mensen uit oorlogsgebieden niet toe te laten, moet bedenken wat hun argument waard is, dat ze recht hebben op vluchten. Tegelijk moet wie ertegen gekant is, waarom mensen niet naar veiliger oorden zouden vertrekken, nagaan wat hij of zij zou doen. Men kan verwijzen naar WO I en de Belgen in Nederland, Frankrijk, het UK of verder, die veiligheid zochten voor zichzelf en hun kinderen. Of die vluchtelingen welgekomen waren? In Nederland zorgde het voor problemen, omdat er aan het begin van de oorlog bijna een miljoen waren. En Nederland zou, ondanks de neutraliteit wel last krijgen met de stilvallende handel, waardoor ook Nederland met tekorten inzake petroleum en andere grondstoffen, maar ook voedingswaren af te rekenen kreeg. Oorlog is geen zaak van het leger, of beter, de legers houden ze zich relatief weinig bezig met de burgers, wat voor regeringen dan weer anders uitpakt, want zij moeten het vertrouwen van de burgers voor zich weten vast te houden.

Zijn de omstandigheden sinds 1917 grondig veranderd, dan geldt dat de afhankelijkheid van mensen van het bevoorradingssysteem exponentieel is toegenomen en wellicht zal dat verder toenemen, al weten we niet goed wat illusie of fantasma is en wat realiteit zal kunnen worden. De toekomst is inderdaad ongewis, meer dan ooit omdat we niet weten wat nieuwe technologische mogelijkheden aan baten zullen brengen, maar ook aan nadelige of ongewenste neveneffecten. De strijd tegen ggo’s werd met grote toewijding gevoerd, maar duidelijk is niet of de gevaren die men ziet echt opwegen tegen de voordelen, zoals het overbodig maken van herbiciden en insecticiden. Echter, weten we hoe dieren zich zullen gedragen tegenover nieuwe gewassen, die zo te zien geen natuurlijke vijanden meer zullen hebben, of beter, die niet (meer) opgenomen zijn in de bestaande voedselketting. Zullen noodzakelijke bacteriën nog gedijen en zo niet, wat zal dat voor andere organismen voor gevolgen met zich brengen?

Blijken we wel eens zelfverzekerd om te gaan met de natuur en bestaat er tegelijkertijd nogal wat discussie over hoe we de aarde voor een Paaseilandenscenario te behoeden, dan valt op dat in het publieke debat de mediatoren van de argumenten vergaand te vereenvoudigen. De samenhang van natuurlijke, ecologische systemen werd al door Alexander von Humboldt vastgesteld, net als de gevoeligheid van organismen voor klimaatwijzigingen, want wat hij zag op een kegelvormige vulkaan, met de verschillende soorten fauna per klimaatgordel, liet hem toe beter te begrijpen hoe klimaatzones zich op de aarde tot elkaar verhouden. De samenhang tussen stromingen in zee en luchtstromingen zou hij ook gezien hebben, maar het duurde tot de luchtvaart grote omvang kreeg voor men zich bewust werd van de straalstroom over het Noordelijk halfrond, die op klimaat, vruchtbaarheid en woestijnvorming grote invloed had en heeft. Hoe dan zouden we nu moeten omgaan met eenvoudige data als de evolutie van de temperatuurverschillen op aarde, in plaats van op die 2 graden die de temperatuur niet meer hoger mag klimmen, zal dat een snellere en steviger aanpak vergen?  

Men heeft ons geleerd, terecht of niet dat we als mensen, als soort ons moeten gedragen als rentmeesters, maar in vroeger tijden betekende evengoed conservatie van het patrimonium als het tijdig vernieuwen van de eigendommen. Rentmeesterschap impliceerde een ethische houding tegenover de wereld der dingen en dieren op een landgoed, alleen de mensen leken wel eens de gemakkelijkst te vervangen energievorm, wat eigenaren en rentmeesters wel eens duur te staan kon komen. Rentmeesterschap leek geen kapitalistische opzet, terwijl het beroepsprofiel net ontwikkeld werd naarmate de eigenaren meer om de opbrengsten, vooral in klinkende munt gaven omdat ze zelf nu eenmaal meer nood hadden aan geldelijke middelen, in plaats van te leven van wat het domein op kon brengen via herendiensten en ruil.

Rentmeesterschap botst nu uiteraard ook met concepten over dierenrechten die sommigen wel erg verregaand willen uitbreiden, waardoor de mens in feite gedoemd zal zijn de eigen behoeften aan vlees op te heffen. Kan iedereen daartoe gedwongen worden? Wat als we alleen nog plantaardige voeding tot ons zullen nemen? Zal onze leefwereld dan niet op het Utopia van Thomas More gaan lijken, waarbij dus ook zoiets als vrijheid verloren zou gaan? Ook daar heeft men een antwoord voor klaar, want bestaat er wel zoiets als vrije wil? Tastbaar is die niet, naspeurbaar in het brein ook niet, al weet men intussen wel al dat zowel bij zoogdieren als bij mensen een bewustzijn bestaat, dat bij mensen verder ontwikkeld is dan bij dieren – de verschillen zijn gradueel maar daarom niet minder bepalend – en dat het ontwikkelen van voorkeuren inzake voeding, gewoonten en voorkeuren een kwestie is van natuur en opvoeding dan wel het gebrek eraan. Het vermogen te weerstaan aan een onmiddellijke bevrediging van een verlangen behoort er ook toe, evengoed als de idee dat goede omgang met anderen ons kan helpen onze doelen vlotter te realiseren. Het betekent ook dat we in feite kunnen kiezen tussen mensbeelden, waarbij de wetenschappelijke status quaestionis best interessant kan zijn, terwijl het allemaal evengoed verwarrend blijkt. Dat betekent ook dat politieke opties, in verband met de kernvraag: de vrede bewaren of de oorlog accepteren en aanvallen, tal van afwegingen veronderstelt, die niet in een handomdraai tot een conclusie kunnen voeren. Tegelijk bespeurt men dat er zich conflictstof aan het opstapelen is, rond de behoeften aan zoet water, aan areaal waar men nog voldoende voedsel kan telen en aan logistieke diensten die het allemaal ter plaatse moeten brengen.

We kunnen blijven geloven dat we op globale schaal in een competitie verwikkeld zitten, zonder genade. Maar wie zijn de leidende krachten? Landen of bedrijven? Het blijft moeilijk te bevatten dat er bedrijven zijn met een patrimonium dat de omvang van het nationale patrimonium van welvarende landen overstijgt. Het vermogen om winst te maken is veel groter dan het vermogen om belastingen te heffen voor nationale staten. Toch moeten we met zijn allen verder, of is dat niet meer zo evident? Zijn we bondgenoten op ruimteschip Aarde of vechten we elkaar de tent uit?

Er speelt daarbij een vraagstuk waar we zelden over spreken en dat is dat de vergrijzing van de wereldbevolking een grotere invloed heeft op de invloed van de totale menselijke populatie dan de geboortecijfers, waar we ons te gemakzuchtig eenzijdig op richten. De verwachtingen blijven dus voortdurend met elkaar botsen, omdat we ook verschillend in het leven staan en wie zou daar verbaasd over kunnen zijn. Net dat geeft aan wat er mogelijkheden zijn, maar ook de moeilijk te overbruggen hinderpalen. Ethische normen opleggen zonder gedegen debat zal dan niet meer helpen. Of we erin slagen zal afhangen van de urgentie van kwesties als mondiale veiligheid, gezondheid, maar het zal ook betekenen dat we zelf op ons verwachtingen wellicht zullen moeten korten. Dat zal niet vanzelf gaan, want er zijn altijd redenen die de rede niet kent of begrijpen kan en dat brengt ons ertoe te zoeken naar modaliteiten, waarbij we elkaar niet gaan verwijten de anderen soberheid op te leggen. Want rechts en links, ecologisten en vooruitgangsdromers willen anderen voortdurend dwingen tot inbinden. Het juiste, zoals Michael J. Sandel, heeft natuurlijk betekenis, wat juist is in welk opzicht, vraagt hij dan. Wat wetenschappelijk bewezen is of heet te zijn.

De vraag wie bondgenoten zijn, kunnen zijn in deze wereld, kan niet zomaar vastgesteld zijn en toch, als we het leven op deze planeet in stand willen houden en tegelijk tegemoet willen komen aan redelijke verwachtingen van wie hier leeft, nu en in de (nabije) toekomst, zal merken dat het allemaal zowel degelijke wetenschappelijk onderzoek zal vragen en tegelijk wederzijds overleg, op het niveau van het concrete niveau van het samenleven en op het niveau van staten en statenverbanden zoals de UNO. Ook de culturele samenhang zal van belang zijn en dus heeft de Unesco wel degelijk een rol, al blijkt men er dezer dagen veel moeilijkheden mee te hebben. Nadenken over identiteit en over het belang van metissage blijft aan de orde. Hoe dat zal uitpakken, met andere woorden, of wij onze cultuur zullen verliezen door de instroom van islamitische migranten, blijft een vraag, maar die hangt minstens ook van onszelf af, of wij kwesties als persoonlijke vrijheid ook blijven zien als een universele waarde. Als de wetenschappelijke bevindingen dan beweren dat het allemaal illusie is, wie zal dan het menselijke, het humanisme bewaren?


Bart Haers

Reacties

Populaire posts