Harvey Weinstein? Niet te benijden



Kritiek



Alleen, niet inclusief, in relatie(s)?
De wereld van data en feiten



Camille Claudel ((1864-1943) was een
bijzondere beeldhouwster, ging op eigen
kracht al vrij ver en werd dan assistente,
muze en minnares van Rodin. Op zoek
naar eigen mogelijkheden brak ze met
Rodin. Ze werd om een of andere reden
bevangen door paraonia en door haar familie,
behalve haar vader, alles behalve gesteund.
Broer Paul Claudel liet haar opsluiten en
in 1913 werd ze gedwongen opgenomen.
Hoewel in 1915 genezen verklaard wilden
moeder, broer en zus niet toegelaten
terug te keren in de samenleving. 
Het mangelt niet aan cruciale momenten dezer dagen, van Catalaanse versplintering tot discussies over “the internet of things” en de mogelijkheden van de wetenschappelijke vooruitgang, van voedselproductie tot -consumptie in allerlei vormen. We nemen aan en weten er niet altijd goede argumenten voor te vinden, dat de wereld die we kennen morgen niet meer zal bestaan, dat mensen die we kennen er morgens anders uit zullen zien. We pleiten voor solidariteit en menen in een moeite door dat het elk voor zich is en moet zijn. We vinden geen goede oplossing voor de vraag wat goed bestuur is in zo een wereld en negeren dat lastige bewustzijn. We vinden vooral weinig antwoorden op de vraag waarom mensen zoveel elkaar uitsluitende verwachtingen koesteren? Goed bestuur in een conflictueuze samenleving, komen we ertoe hier een zinvolle benadering voor te vinden.

Het nationalisme is de schuld van alles, zegt men graag als men vindt dat men moet openstaan voor alles wat er is, maar dat is vaak onoverzichtelijk veel en zelfs wie vindt dat onze eigen Vlaamse provincie te klein is om er veel om te geven, zal merken dat het niet eenvoudig is de vele verwachtingen van anderen een passende plaats te geven. Neem nu de vraag hoe mannen met een groot libido en vrouwen met verwachtingen naar een wild privéleven in een geordende omgeving met elkaar te verbinden vallen, moet gewoon dagelijks – ook in kwaliteitskranen – de berichten lezen over het leven van de sterretjes van deze tijd. Maar als iemand verteld over een vergeten trauma, dan wel een trauma dat nooit geheeld is, zal die zichzelf in een bad vol bagger terug vinden. Men gelooft haar niet. De vader kan geen dader zijn, want hij is intussen overleden. Griet Op de Beeck heeft mogen ervaren hoe lastig men het heeft met de waarheid van anderen. Of moeten we nu alles op dezelfde manier bekijken, rationeel? Hoezo, wat betekent dat in gemoede?

Er zijn maar weinig filosofen die de gedachte van een strikt rationele verwerking van onze omgeving niet voor mogelijk houden, er zijn geen economen die niet ergens de aanname poneren dat we op rationele gronden onze consumptie zouden moeten organiseren, terwijl consumeren maar een beperkt deel van ons bekommernissen vormt, al doen we heel veel moeite om ergens goed te kunnen eten, drinken, ons te kleden en nog wel wat van die dingen. Er wordt ons verteld hoe allerlei mensen, instanties er zich mee bezig houden ons tot betere gedachten te brengen, want we zouden nu eenmaal niet  zonder die wijze gidsen kunnen, terwijl ze niets meer doen dan belangen dienen, waarover ze er het liefst het zwijgen toe doen. Waarom zou men geloven dat een stadsbestuur pas goed is als het links georiënteerd is? Omdat men, zoals wijze mensen een kwart eeuw geleden al zegden dat wie ook maar enigszins begint te denken wel moeten uitkomen bij de gedachte dat Links de enige rationele uitkomst is. En zo polariseert men het denken al voor mensen eraan beginnen.

Men zegt dat we tegen de doodstraf moeten zijn, maar de argumentatie valt vaak zo slap uit en zonder goede gronden. De doodstraf is een onomkeerbare straf en bovendien kan men, als blijkt dat er een gerechtelijke dwaling in het geding is, de zaak niet terugdraaien. Welke daden verdienen het dat men de dader het leven ontneemt? Bovendien kan een langdurige gevangenisstraf ook wel onmenselijk heten, want wie vijftien jaar of meer achter de tralies zit, zal wellicht als een ander mens buiten komen. Maar wij willen voor onze veiligheid dat daders van ernstige misdrijven voor eeuwig en drie dagen binnen blijven en geen plaats meer hebben in de menselijke samenleving, behalve verkrachters, zo blijkt. Bovendien, denkend aan “Schuld en Boete”, kan er van een proces ook voor de samenleving een helende werking uitgaan, al zien we vandaag dat advocaten veel agressiever in hun zaak staan dan nodig lijkt.

Het is een vraag die ik me al lang stel, want waarom spreekt men voortdurend over het beginsel dat mijn vrijheid beleven geen schade mag toebrengen aan derden, behalve juist… Het is wel duidelijk, denk ik, dat mannen hier zichzelf beschermen, want wie zou al niet eens over een ‘neen misschien toch niet’ zijn heen gestapt? We troosten ons, wij mannen, met de gedachte dat als we die ene keer niet hadden doorgetast dat het niets zou geworden zijn met de relatie of toch die ene nacht. Criminologen stellen vast dat verkrachting vaak een zaak is tussen mensen die elkaar op de een of manier kennen en vertrouwen. In de zaak van de regisseur Polanski heb ik me altijd afgevraagd of men voor een zaak van veertig jaar geleden nog iemand kan vervolgen. Zijn slachtoffer heeft hem zelf ook het afgelopen jaar willen vrijpleiten, maar hij is voor aanklagers binnen het Amerikaanse bestel een schitterende prooi. Ook hier komt de rechtvaardigheid op een bizarre manier om de hoek kijken.  

Dat wilde verlangen naar iemand, dat men elke keer ervaart bij elke ontmoeting, maar er rust een taboe op, maatschappelijk, omdat de ontmoetingen professioneel van aard zijn of anderszins door sociale conventies en redelijke argumenten niet gewenst, kan in een aantal omstandigheden leiden tot handtastelijkheden en erger. De waarde van de andere is dan niet meer wat ons interesseert, maar precies die eigen, diepe wensen en hoop. Het leven is inderdaad niet altijd eerlijk.

We vertrekken bij ons onderzoek van deze kwestie, waarom men verkrachters zelden langdurig straft, tenzij er sprake is van gijzeling, knevelarij en eventueel doodslag, moord, terwijl men de zaak minder erg vindt als het slachtoffer er leven uit is gekomen. De vraag is of een man die zelf slachtoffer zou zijn, van homoseksuele of zelfs heteroseksuele dwang zichzelf nog zou erkennen. Vrouwen kunnen een man ook dwingen tot handelingen, blijkt ook telkens weer, maar hun aanpak is doorgaans anders. Bovendien gaat het vaak om het smeden van banden van (emotionele) afhankelijkheid. Is dat op zich crimineel gedrag? Dat valt inderdaad te bezien. Maar die benadering laat ook toe na te gaan, waarom mensen in zo een constellatie terecht komen.

Discriminatie en transparantie, het  zijn de woorden van deze tijd, waarbij iedereen vooral moet zeggen dat er geen geheimen zijn, noch persoonlijke, noch andere, want alles wat geheim zou zijn, zou wel eens verderfelijk kunnen zijn. Men moet zijn of haar kleine en andere kwalen opbiechten, moet ook nog eens zeggen wat men eraan doet of wat men doet om mogelijk toekomstige kwalen te voorkomen. Het leven mag men leven, maar men moet zich wel voegen, wat niet enkel stress bezorgt maar in wezen ook wel traumatiserend werkt. Men neemt het mij wel eens kwalijk, dat ik de meedogenloze jacht op rokers betreur terwijl men het eerder vergoelijkend heeft over middelengebruik, van xtc tot coke en wiet. Drankgebruik is des duivels, maar even gaan snuiven in het toilet, daar mag men niets over zeggen. Men voelt aan dat de strijd tegen de drugshandel in en rond Antwerpen er niet zou zijn als er niet zoveel gebruikers zouden zijn, maar die blijken hoogstens slachtoffers. Het is een publiek geheim dat de gemeenschap van gebruikers niet bepaald volks is, maar goed, die inconsistentie, waarbij in media drugsgebruik met alle mogelijke narigheid van het volkje in de achterstandswijken wordt geassocieerd, maakt het moeilijk er echt tegenin te gaan. Door de tussenhandel te vervolgen moet men niet over de gebruikers spreken, behalve als ze schade aanrichten in het verkeer.

Het valt me op dat bij dat alles zelden of niet aan het goede leven aandacht wordt besteed en wat dat moet betekenen. Ik hoorde en las dat de openbare omroep een kritische kijk op de rusthuizen had geopend in een uitzending en de verhalen over onderbemande diensten en velerlei misstanden. Wellicht zijn die er wel, maar vaak stel ik vast dat men het personeel dat daar veel eer in tracht te leggen, niet enkele weken of maanden, maar vele jaren, onrecht aandoet. Ook de bewoners doet men onrecht, want hun verwachtingen kan men niet zomaar vergelijken met wat frisse senioren die nog genieten van een prettige nazomer in hun leven, die nog op reis kunnen en van alles ondernemen. Toch merk ik dat men vaak niet ontkomt aan de gedachte dat die arme oudjes hun esthetische en zelfs ethische aanvoelen niet te hoog moet inschatten. Men kan beweren dat mensen met ouder worden liever niet meer met de moeilijke dingen in aanraking komen, zeker als Alzheimer in het spel is, maar tegelijk kan men hen herinneren aan hun vroegere leven, waar ze wel nog voorstellingen bij hebben.

Het goede leven is niet iets wat men universeel kan bepalen en ook heeft elke leeftijd eigen noden en behoeften, maar ook verleidingen die wel eens getemperd moeten worden. Nadenken over zaken als epicurisme kan men dus maar beter tijdig ter sprake brengen, waarbij men dat ook nog eens moet proberen te behandelen in bevattelijke termen. Epicurisme, Stoa, ascetisme, het zijn mogelijke levenshoudingen en als men ziet hoe geleerden en anderen voortdurend zeggen dat we onze aarde naar de verdoemenis aan het helpen zijn, omdat we nu eenmaal teveel grondstoffen gebruiken, maar ook teveel de biosfeer met afval, uitstoot van roet en fijn stof, methaan en CO² belasten om nog te zwijgen van de zeeën die we vervuilen, waardoor we ons wel schuldig moeten voelen, terwijl men anderzijds moet vaststellen dat bepaalde bevindingen na nieuw onderzoek niet zo stevig staan. En consumeren we niet, dan is het ook weer niet goed.

Is het wenselijk te bedenken dat we onze leefbare aarde naar de verdoemenis helpen, dan is het evengoed nuttig dat we de oplossingen niet al te simpel voorstellen. Het gevaar bestaat dat we onszelf dan een onmogelijk vol te houden discipline zouden opleggen. De keuzes dienen gemaakt te worden, maar tegelijk kan men zich niet aan de verantwoordelijkheid onttrekken zelf ook het nodige te doen. Af en toe hoor en lees je van mensen die de klimaatzaak zijn toegedaan, maar toch maar even een weekje naar Gran Canaria reizen, omdat ze dringend aan rust toe zijn, of beter, aan nieuwe ervaringen. Het blijft een risico hen van inconsistent gedrag te verdenken, omdat ze er goede redenen voor kunnen hebben en hun ecologische voetafdruk via een of andere app consolideren door ergens bos te laten aanplanten. Men kan zich ook na-ijverig of afgunstig te tonen en dat zijn geen sociaal wenselijke attitudes.

Het goede leven als individu betekent niet zo heel veel als men zich niet ook op het goede leven van anderen richt. Dat laatste heeft niet enkel te maken met de idee dat we evolutionair biologisch nu eenmaal egocentrisch of zelfzuchtig zouden moeten zijn, maar omdat we, in het licht van de voortplanting ook nog eens andere kwaliteiten moeten hebben. De verantwoording voor wreedheid zoeken in de natuur en tegelijk de cultuur als een dun brokkelig laagje vernis afschilderen, komt dan wat te gemakkelijk voor. Onze omgang met de samenleving draagt er immers toe bij dat we inderdaad bij het opgroeien met waarden geconfronteerd worden die we niet meteen kunnen duiden en op een bepaald moment ook kunnen afwijzen, tot we tot andere inzichten komen. In de media evenwel is er sprake van een grote mate van dubbelhartigheid: men zegt met luide stemme wat onacceptabel zou zijn, maar tegelijk adoreert men figuren die zich vaak aan onacceptabel gedrag te buiten gaan. En ja, wat moet nu “niet acceptabel” betekenen? Vroeger bepaalden de pastoor, de schoolmeester en de (liberale) brouwer dan wel dokter dat, vandaag is het beeld eerder diffuus.

Waarom raken mensen vereenzaamd? Voelen ze zich al eens uitgesloten uit de samenleving? Wie het weet, mag het zeggen, maar er zullen altijd meer mogelijke omstandigheden, attitudes zijn dan psychologen en sociologen kunnen verzinnen, maar dat het ermee te maken kan hebben dat we geen goede omgang met onze omgeving weten te bewerkstelligen en tegelijk ook niet goed zien hoe anderen van ons iets verwachten. We leven in een drukke wereld, al zeker vergeleken met de tijd die de evolutionair psychologen als referentie aannemen, al is niet altijd duidelijk of zij nu De Mens voor ogen hebben, of proberen aan de weet te komen hoe onze voorzaten en hun neven, nichten leefden, Neanderthalers, Denisov-mensen en andere exemplaren, waarvan we toevallig nog geen spoor hebben gevonden. Toen leefden mensen in groepen van dertig, veertig leden en wellicht had men er weet van dat er in de omgeving nog enkele andere groepen leefden. Of die ontmoetingen dan vanzelfsprekend gewelddadig verliepen, valt zelfs niet met beste archeologische methodes na te gaan, behalve dan dat we nu weten dat er meer DNA van Neanderthalers in ons gestel aanwezig zou zijn dat tot voor enige tijd aangenomen, althans in Europa en Westelijk Azië, want in Afrika zou de Neanderthaler niet geleefd hebben.

Hoe boeiend het ook is de complexe geschiedenis en genealogie van homo sapiens te doorgronden, het kan toch niet zomaar gelden dat hun (ons vooralsnog) onbekende gedrag in de groep en tegenover andere groepen voor ons alleen maar zou leiden tot de gedachte aan de oorlog van allen tegen allen? Waarom zou er niet inderdaad sprake zijn van wederzijdse ondersteuning. Zelfs mensen die menen dat zoiets als een nationale identiteit zou bestaan, zijn zich wel uitermate bewust van hun behoren tot een familie, een soort clan. Of daar verplichtingen uit voort zouden vloeien? Dat ziet men wel eens. Het probleem is immers dat zo een groep, een clan om te overleven ook wel elke generatie nieuw bloed nodig heeft en dus was het aangewezen dat er vreedzame ontmoeten tussen groepen plaats konden hebben, met de nodige zorg voor rituelen om de vrede te bewaren. In sedentaire culturen is het vaak genoeg voorgekomen dat dorpsgemeenschappen zozeer vermaagschapt waren dat ze zonder inbreng van een andere genenpoel tenonder zouden gaan. Wellicht kan men de roof van de Sabijnse maagden in die context bekijken. Overigens, tot begin twintigste eeuw was het vieren van de kermis in een naburig dorp een goede gelegenheid om iemand te ontmoeten, maar ook gevaarlijk, want de jonge mannen beschermden hun clan. Messentrekken viel dus voor en had een reden, maar voorkwam niet altijd huwelijken over de dorpsgrens heen. En ja, soms trouwde een man pas op iets latere leeftijd en dan werd met charivari hiertegen gespot, tekeergegaan, maar even vaak was dat vergeefs. Een rijke boer kon zich wel een faux pas veroorloven en de jonge mannen zagen een mooie bruid aan hen voorbij gaan. Het waren vormen van sociale controle die zowel het bestaan van een clangevoel bevestigden als de noodzaak van verbintenissen buiten de eigen maagschap.

Het kan toch geen raadsel zijn dat de technologische en bio-psychosociale ontwikkelingen van onze samenlevingen het zelfbeeld van mensen hebben gewijzigd. Bestaat er iets als onvoorwaardelijke acceptatie van anderen? Over onvoorwaardelijke liefde heb ik het dan nog niet, want dat is van een andere orde en wellicht vooral mogelijk in relaties tussen ouders en kinderen, al blijkt ook dat die ook dan niet altijd  aanwezig is. Omgang met wildvreemden in een massasamenleving vergt onvoorstelbaar veel vertrouwen, zeg maar naïviteit, want anders zou het systeem niet werken, dat van handel, financiële transacties en wat al niet meer. Het systeem dat inderdaad ontegensprekelijk competitief blijkt, vergt ook een zekere mate van tegemoetkomendheid naar omstanders. We weten dat vele mensen met een hogere opleiding ergens in hun studie Jean-Paul Sartre mochten ontmoeten, die met werken als “La nausée” en “huis clos” zo weten wij  dat het leven in feite waardeloos moet heten en samenleven erger dan een gevangenisstraf op een onbewoond eiland. Dat is althans de geldende interpretatie, maar de eenakter “Huis Clos” laat zien dat als de hel de anderen zijn, dan geldt ook dat we er iets beters van kunnen maken. Deze roman – La nausée - uit 1938 van Sartre wordt wellicht niet altijd meer gelezen, velen kennen wel verwaterde afgietsels van, want veel romans zijn op de een of andere manier op dezelfde leest geschoeid en wekken de indruk dat er niet veel is dat echt van waarde mag heten.

Het blijft een raadsel waarom men er niet toe komt andere benaderingen ook een kans te geven, zoals de gedachte van Albert Camus, dat we maar geen grote filosofische vraag hebben: zelfmoord. Of waarom we hoe dan ook blijven leven en hopen op een goed en rijk gevuld leven. Zijn referentie aan Sisyphus, of beter, zijn opnieuw uitwerken van de oude mythe, laat zien dat we het leven inderdaad niet zelf kiezen en dat elk leven dan wel in beginsel absurd is, in het leven zelf van dat leven, kunnen we daar met veel geduld en frustratie, het telkens weer omhoog duwen van de rots die vervolgens weer naar beneden dondert en die activiteit, zegt Camus, kan Sisyphus toch gaan waarderen, voor lief nemen, lief hebben. Er zijn nog andere benaderingen ontwikkeld, de afgelopen eeuw(en), zoals bij Arendt die de geboorlijkheid van mensen hoger inschatte dan de sterfelijkheid; de vraag van Safranski over de aard van het kwaad als voorwaarde voor onze lotsbestemming, vrijheid vorm te geven, komt ook al niet aan bod, tenzij om het bestaan van een god af te wijzen.

In een wereld van data en feiten, die alleen als data en feiten gelden, zonder interpretatie of zonder verhaal, kan men natuurlijk de focus richten op dat wat in het eigen kraam past, juist, dus toch een verhaal. Men hanteert dezer dagen zo vaak principes en kijkt met die bril op naar feiten en data, dat men er vanzelf weer een verhaal van maakt, een niet te ontkrachten verhaal nog wel. Het alternatief? Aanvaarden dat feiten en data alleen als zodanig erkend worden vanuit een welbepaalde en zelfgekozen invalshoek, terwijl dat laatste wellicht genuanceerd kan worden: de cultuur waarin men leeft bepalen mee welke invalshoek men kiest. De kritiek op het eigen, democratische, parlementaire bestel, op het kapitalisme kan gerechtvaardigd zijn, wanneer ze niet tevens nieuwe arbeidsverhoudingen in rekening brengt, kan ze hoogstens een zoveelste poging lijken het bestel te verbeteren. Als mensen algoritmen zijn, te beschrijven dus in wiskundige formules, dan blijkt men vooralsnog het probleem niet te hebben opgelost dat elke waarschijnlijke positie van een individu in een gegeven culturele omgeving altijd nog anders kan uitpakken en daarom kan elk individu op meerdere wijzen omgaan met de dingen die hij of zij aantreft, dan men graag zou hebben dat zij zouden doen.

Als Harvey Weinstein of Hugh Heffner, naast talloze anderen in een relatieve machtspositie hun seksuele lusten botvieren op personen die zich op dat moment en tegenover hen in een positie van machteloosheid bevinden en daarmee wegkomen en zelfs, zoals ene Donald J. Trump zegde, zich de vrijheid kon veroorloven hen bij hun “p*ssy” te grijpen, dan nog is daarmee niet veel gezegd of en hoe seksualiteit in de toekomst zal evolueren. Er bestaan al langer mogelijke relaties die berusten op het elkaar gunnen van genot, in vriendschappen en daarbij is het geslacht van geen doorslaggevend belang meer. Het is een vrijheid evenwel die nog altijd botst met wat in de samenleving voor juist wordt ervaren. Toen Hollande zich achter het homohuwelijk als wettelijke verbintenis schaarde, liepen in Parijs mensen te hoop die zich daartegen verzetten. Terwijl personen zich openlijk afvragen of ze nu wel vrouw zijn of man, soms het een en dan weer het ander, of zich laten overgaan naar het geslacht van hun gevoel, dankzij medicijnen en operatieve ingrepen, dan blijft daar een grote weerstand tegenover bestaan. Het helpt niet die mensen voor achterlijk te houden, wel om het gesprek aan te gaan over wat men als gegeven dient te beschouwen, door de natuur, door een dode god of welke  serendipiteit dan ook, dan nog zegt dit niets over het vermogen van die personen of ze aan hun seksuele omgang met anderen iets zullen ervaren dat hun welbevinden versterkt. De data die bepalen of iemand man of vrouw is, heeft belang voor het deelnemen aan sportieve competities, maar blijkt, merkwaardig genoeg in bijvoorbeeld de muziek ook nog van gewicht te zijn, of in de film.

Waar in de achttiende eeuw om religieuze redenen in vele steden en staten vrouwen niet op de bühne mochten staan, werd het in andere centra wel mogelijk dat vrouwen mannenrollen op zich namen, zoals in opera’s van Mozart. Toch zien we dat in de literatuur van de negentiende en zelfs twintigste eeuw vrouwen zelden een dominante rol kregen, die de gang van de verwikkelingen bepaalden, tenzij het om hun ondergang moest gaan, zoals bij Flaubert, Louis Couperus – al wijzigde die zijn inzicht in de loop van zijn oeuvre wel – en Frederik van Eden. Onaangepaste vrouwen? Soms hadden ze een verrassend goed leven, maar Tolstoj diende Anna Karenina te laten overgaan tot zelfmoord, omdat ze maatschappelijk niet meer paste bij de geplogenheden van haar elitaire omgeving. Deels had ze zelf ook wel schuld want ze werd bezitterig tegenover Graaf Vronsky en afgunstig, jaloers. Ljewin daarentegen kreeg zijn Kity niet vanzelf en bleek als echtgenoot wel degelijk betrouwbare kerel die zijn vrienden niet vergeefs liet wachten op zijn attenties, al had hij dan weer problemen met zijn aan tbc lijdende broer.

Dit zijn romans uit een andere tijd en men meent er weinig mee te kunnen aanvangen, dezer dagen. De keuzes die wij kunnen maken zijn, heet het, van een andere orde, omdat we via Tinder of andere apps vluchtige contacten kunnen organiseren waarvan we hopen dat ze niet op verbintenissen zullen uitlopen. Bezitterigheid, afgunst, zelfverheerlijking, ze hebben op dat moment geen betekenis en kunnen het moment van ontmoeting schaden. Het resultaat kan zijn dat men alleen achtergelaten wordt, terwijl de karavaan verder trekt. Toch laat er zich een ander patroon onderscheiden, want jonge mensen kiezen dan wel niet voor het huwelijk, ze kiezen, op iets latere leeftijd toch voor een stabiele relatie. Wat ze daarvoor in te brengen hebben? Het blijft een kwestie van geven en nemen, maar aangezien het niet langer de vrouw is die minder kansen heeft op de arbeidsmarkt en minder geschoold is, zal ook dat nog wel voor verschuivingen leiden. Buiten deze heteroseksuele verbanden en verbintenissen zijn er ook nog andere vormen denkbaar, met complexe onderlinge banden, waarbij liefde en lust naast gedeelde materiële belangen aan invloed winnen.

Toch blijkt ook dat het voor personen niet altijd gemakkelijk is in onduidelijke relaties te leven. Het gaat dan wellicht niet om geluk als zodanig, wel om welbevinden, dat ervaringen van geluk mogelijk kan maken. Kan men dit in data, feiten en algoritmen beschrijven? Kan men dat ervaren van een gunstig klimaat waarin men zijn of haar leven een betekenis kan geven in allerlei soorten activiteiten, van betaalde arbeid tot aangenaam tijdverdrijf en bezigheidstherapie, ook in formules gieten? Het zijn vragen die vandaag voor politici en intellectuelen, rechtse en linkse nog op behandeling wachten. Wat het opzet daarvan moet zijn, kan men inderdaad niet zomaar in klassieke vormen gieten, wel zal men onderzoeken of bepaalde ongewisheden wel aanvaardbaar zijn voor u en mij. De strijd om het gemoed, om de betekenis van emoties wordt dan wel gevoerd, meestal blijft men hangen in de gedachte dat men die rationeel kan opvatten. Vandaar dat pogingen om mensen tot sociaal wenselijk gedrag te bewegen via allerlei data, keuzes die iemand ooit maakte – op het internet – altijd nog in een rationele argumenten tracht te vatten, terwijl we tegelijk vaak net op onze emoties worden aangesproken, wat vanzelfsprekend een contradictorische observatie moet heten.

Het mag duidelijk zijn, we zijn nog niet aan de gekookte patatjes toe, want we trekken nu nieuwe lijnen in het bestaan, waarbij soms discussies van generaties ver opnieuw gevoerd worden en soms kan dat nuttig wezen. Zijn er mensen die, zoals sommige populaire helden, Prince en Michael Jackson, David Bowie ook, die gedurende hun leven steeds weer nieuwe rollen en verschijningsvormen aannamen, bij dames als Lady Gaga, Madonna… viel dat als uiting van vrouwelijke creativiteit met schoonheidsaccessoires te rijmen, bij de mannen was het op het oog eerder een poging zichzelf heruit te vinden. Die fantasieën zijn overigens niet meer voorbehouden voor enkelingen met diepe zakken, maar raken op de een of andere wijder verbreid, wat dan weer reacties oproept, geschreeuw over decadentie – en soms kan men het ook niet anders noemen. Aan de ene kant Hugh Heffner, Harvey Weinstein, de voormalige bisschop van Geluwe die blijk gaven van hun macht en er graag mee pochten, aan de andere kant stijliconen als Prince en Jackson, die jongeren tot experimenteren aanzetten en zo wellicht ook grote macht verwierven, die ze echter niet maatschappelijk mobiliseerden.

Tot slot moeten we dus concluderen dat we aan de vooravond staan, of liever het ochtendgloren verbeiden van nieuwe tijden, nieuwe levensvormen? Het heeft er alle schijn van en het maakt ons, velen onder ons zenuwachtig, omdat hun zelf bedachte rol, de rol die voorheen voor hen was bedacht niet afdoende weten in te vullen. Tegelijk zien we dat het streven naar geluk – niet het vinden van geluk – in intermenselijke gebeurtenissen er niet eenvoudiger op is geworden worden, omdat we teleurgesteld worden in onze verwachtingen en onze eigen verwachtingen niet altijd sporen met die van de andere. Net dat is geen modern gegeven, wel blijkt de aandacht voor geluk en gevoel, emoties behoorlijk toegenomen, terwijl die bevinding ons er nog niet toe aangezet hebben, met die verwachtingen rekening te houden, ook al omdat ze tegelijk evident lijken en onuitgesproken blijven. Feiten, data?  Belangrijk, maar het is niet alles, zo kan men bedenken, wil men het hebben over welbevinden, eventueel over geluk. Moet een man dan Harvey Weinstein benijden? Of is het inderdaad een sukkel, die met arglist zijn veroveringen moest binnenhalen? Kan zo iemand nog een andere houding aannemen? Welke dan is wenselijk?


Bart Haers
  




Reacties

Populaire posts