Sluiers van onwetendheid



Brief




Over rechtvaardigheid
En de sluier van onwetendheid




Brugge, 12 maart 2018


Adelheid,

Men kan dan wel, zoals John Rawls voorstelde, nadenken wat je rechtvaardig zou vinden als je niet wist in welke omstandigheden je ter wereld zou komen en moeten (over-)leven, in wezen verschuift Rawls met zijn sluier van onwetendheid het probleem. In vele actuele discussies, over armoede, over immigratie en ja, gelijkheid van mannen en vrouwen, weten we dat er geen ontwetendheid kan meespelen, want vaak genoeg zegt men dat witte, blanke mannen van rond de 50 niet weten wat het is er niet goed voor te staan.

Het mag duidelijk zijn dat dit lichtjes overtrokken is, want niet alle blanke mannen van vijftig zijn bevoorrecht en vaak lijden ze aan allerlei frustraties die ze doorheen de jaren hebben opgelopen. Nu, men moet daar ook niet altijd mee te koop lopen en anderzijds kan het altijd nog erger, zegt men dan. De sluier van onwetendheid vormt een uitdagende intellectuele positie, de aanzet tot een uitgebreid gedachtenexperiment, maar gaat tegelijk vaak genoeg voorbij aan het feit dat zij die zich met Rawls kunnen en mogen bezighouden slechts zelden weten hoe het gras er op andere weides uit zou zien, want men kan dan wel betrokken zijn bij de ellende van anderen, hoe kan je er op een zinvolle manier iets aan verhelpen.

Jaren geleden voerden we aan de universiteit en soms in het koffiehuis discussies over de visie van John Rawls over rechtvaardigheid, maar het waren jongemannen van goeden huize die het luidst zijn inzichten tot de hunne maakten. Een meisje dat minder door de Fortuin gezegend was, had het er wel eens lastig mee, want ze had zelf haar studie te betalen en werkte en studeerde tegelijk. Lastig was het wel, vond ze, als mensen zeggen dat ze zich dat kunnen inbeelden, terwijl ze vervolgens over allerlei mondaine mogelijkheden gingen spreken, zoals een apero maison-tocht in Knokke. Dan weet je echt niet wat 100 frank voor een glaasje betekent. Nu kosten pinten vaak meer dan 2,5 € en een aperitief maison meer dan 10 €, soms zelfs 20. De discussie werd niet geopend, vond zij, wel integendeel, men hoeft in feite niet meer te denken. Wil men armoede uit de wereld helpen dan moet de overheid de armen meer inkomen geven, alsof dat alles was.

In een discussie waar Chris Vandenbroecke bij was, stelde  jaren geleden Hugo Schiltz vast dat armen moeilijker voor hun gezondheid konden zorgen, gezond eten en veel bewegen. Chris Vandenbroecke, hoogleraar te Gent in de Geschiedenis van de Nieuwe Tijden en demograaf, wees erop dat men mensen niet mag onderschatten, dat ook arme mensen soms zeer bewust hun prioriteiten kiezen en hun kinderen stimuleren om te slagen en om gezond te leven. De statistische informatie van het Centrum Herman Deleeck mag dan wel al jaren onderzoek weergeven naar vele aspecten van armoede, de aanpak, zo vernam ik, kon ook in botsing met een weerbarstige werkelijkheid komen omdat er op de beleving van armoede een sluier van onwetendheid ligt en die we dan weer niet zien. De moeilijkheid is niet dat mensen berusten in hun situatie, maar wel weten dat ze niet altijd de mogelijkheden hebben om echt aan hun situatie te ontkomen. Een van de moeilijkheden die men ervaart, vernam ik van anderen, is dat men de toedracht van bepaalde situaties tot de persoon, het slachtoffer zelf beperkt, en de houding van derden, handelingen van derden niet in rekening brengt.

Toen kende ik het werk van Richard Sennett nog niet, die onder meer de moeilijkheden onderzocht waarmee welzijnswerkers in allerlei gestalten mee te maken hebben om de mensen voor wie ze geacht worden te werken, de mensen in armoede, ook respect kunnen opbrengen, want als verantwoordelijke voor iemand in nood, wil men dat de zaken vooruit gaan, terwijl men wel eens vergeet dat de betrokkene zelf ook mee moet, anders is het boter aan de galg. Overigens weet Richard Sennett ook wel dat respect geen kwestie is van een te definiëren tastbaar iets, maar vooral gaat het om een hoe men handelt, optreedt, de cliënt behandelt. Wordt er wel onderzoek gedaan naar wat die mensen die beroep moeten op de bijstand van anderen naar hoe ze die bijstand ervaren.

Het kan goed zijn dat iemand die situatie zo vernederend vindt dat er niets goed aan kan zijn, terwijl de assistentie verlenende persoon dat nu wel probeert op te brengen, respect ten aanzien van die persoon in grote en vooral kleine gebaren. Nu er weer verkiezingen naderen, ziet men dat linkse partijen graag vertellen dat ze de problemen rond armoede zullen oplossen. Neem nu de discussies over de uitstroom zonder diploma in het onderwijs, terwijl we dan weer vernemen dat jonge gasten voortijdig hun opleiding verlaten omdat ze aan de slag kunnen, gezien de krapte op de arbeidsmarkt voor (goed) gevormde leerlingen, die de nodige vaardigheden aan de dag leggen. Wat is hier de beste keuze voor de jongeren, kansen laten voorbijgaan en op de schoolbanken blijven zitten of in een goed bedrijf aan de slag gaan? Wie heeft een glazen bol?

John Rawls had de verdienste uit te leggen dat het in wezen geen verschil mag uitmaken of je in een arm gezin opgroeit of in een meer welgesteld gezin, wat ertoe heeft geleid dat men onder het begrip gelijke kansen een aantal maatregelen is gaan nemen of situaties heeft geschapen, die voor concrete mensen niet altijd passende antwoorden zijn. Tegelijk zien we dat brave leden van de intelligentsia zich geen idee weten te vormen wat een goede vakman is, van de kapper tot landbouwer en de man van de sanitaire installaties. In wezen lijden nogal wat sociale wetenschappers aan een angstaanjagend beperkt beeld van wat een samenleving is en van het goede leven is. Zij gaan er zelden van uit dat mensen er andere inzichten op na kunnen houden en dat bijvoorbeeld arbeidsvreugde voor een timmerman geen ijdel woord is. Erger nog, men beschouwt jobs als een uitweg voor armoede, maar begrijpt niet dat mensen met een goede ambachtsopleiding niet zomaar achter de strontwagen willen aanlopen. Aan de andere kant heeft men doorheen de jaren in het ASO richtingen mogelijk gemaakt die weinig toekomstmogelijkheden bieden, naar het hoger onderwijs of het beroepsleven.

Laat men dus men luide roepen, zoals je me via sms liet weten over de sluier van onwetendheid, men moet die zelf ook eerst verscheuren, minstens afleggen. Je vertelde dat je een hooggeleerd gezelschap bezig had gehoord over de bestrijding van armoede en hoe zij na gedane arbeid aangenaam gingen tafelen om het te hebben over reizen naar exotische bestemmingen, zeiltochten in de Schotse wateren en wat al niet meer. Natuurlijk mogen welstellende mensen dat doen, dat zegde je ook, iets later, telefonisch, maar het wringt bij je, omdat je zelf af en toe mensen in armoede moet bijstaan en dat je vaak niet weet wat te doen. Sommige mensen maken er een potje van, zeg je maar anderen doen er alles aan om met de riemen die ze hebben te roeien en ook hun kinderen willen ze niet laten lijden onder de omstandigheden, wat niet altijd gemakkelijk is, maar vaak lukt het wel.

Het is wel moeilijk, vonden we samen, zomaar omstandigheden en verantwoordelijkheden in te schatten voor situaties die we ongewenst of zelfs onaanvaardbaar achten. Iemand die plots zwaar ziek wordt, of, zoals je aangaf, slachtoffers van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek op 22 maart 2016, plots voor onoplosbare problemen komt te staan, ook al omdat verzekeraars niet aannemen dat het een ongeval onderweg was of iets anders. Je vertelde ook over iemand die zonder goede redenen ontslagen was, wel gelijk kreeg van het arbeidshof en toch geen geld zien zal, omdat de werkgever zijn vzw heeft opgedoekt en in faling heeft laten erkennen. Het succes van sommigen kan men dan wel eens na-ijverig bejegenen, je weet ook wel dat er mensen zijn di er echt hard voor hebben gewerkt, veel voor geofferd ook, maar die enkelingen die menen dat ze het alleen zichzelf te danken hebben, daar kan je terecht niet mee overweg.

John Rawls, stelde je, bekeek armoede zoals dat al sinds bijbelse tijden het geval is, als een fatum, terwijl men inderdaad zelf wel fouten maken kan, terwijl veel vaker omstandigheden, op school, op het werk, in het dagelijkse leven voor ellende kunnen zoeken. Je vond dat Rawls zijn sluier der onwetendheid maar op een manier wegneemt, namelijk over de fatale omstandigheden dat je het kind van arme mensen zou kunnen zijn en niet van redelijk welgestelde bourgeois. Het is opvallend, zegde je, dat mensen nooit begrijpen hoeveel mensen door het handelen van anderen in problemen kunnen komen, zonder dat we daar het verband tussen zien. Iemand laat vrouw en kinderen achter en weigert alimentatie te betalen, al begrijp je niet hoe dat kan, want kan de alimentatie niet afgedwongen worden, desnoods via loonbeslag. Soms kan er nog gespeeld worden met het bedrag van de alimentatie, door allerlei spitsvondige trucs. In de visie van Rawls en van onder meer de millenniumdoelen moet de staat, het systeem moreel falen van individuen maar oplossen. Meer nog, zegde je, in feite wordt mensen die geen moord plegen maar anderen ernstig in financiële behoeftigheid brengen nooit over hun verantwoordelijkheid ondervraagd noch erop worden aangesproken. Ik denk dat dit een van de problemen is waar we dezer dagen mee worstelen: de verworven vrijheden, ook om te scheiden zijn van belang, maar er komt nooit een tweede hoofdstuk, want als ik mijn vrijheid ten volle beleef, dan hoef ik toch niet te kijken naar de gevolgen voor derden, zelfs niet voor de eigen kinderen?

De vrijheid van de ene eindigt waar die van een ander begint, zeggen we dan. Maar hebben we wel oog voor de vrijheid van een ander? Niemand zal zonder meer kunnen bevestigen dat men er inspanningen toe doet, bijvoorbeeld door af te zien van een eigen gril of verlangen. Bovendien wees je er terecht op dat mensen zich niet altijd rekenschap van geven dat het vaak om onderhuidse machtsverhoudingen gaat, die men op scherp  zet.

Wat ook mee zou moeten wegen, zegde je, blijft de gedachte dat we recht hebben op alles en soms op iedereen. Intussen zeggen veganisten dat we geen recht hebben op vleesconsumptie, vinden andere overdreven visconsumptie indecent en wil men rokers aanpakken en pakt men alleen de dealers van cocaïne aan, alsof er geen massa gebruikers zijn of veel gebruikers die massa’s van het goedje snuiven. We zijn “entitled”, gerechtigd op geluk, genot en een pijnloos leven, alvast zonder lijden. Het is een hele hoop, maar gunnen we anderen ook een beter leven, vooral als we er iets aan vermogen toe bij te dragen?

We weten dat er vele sluiers van onwetendheid zijn, maar kennen doorgaans niet onze eigen blinde vlek(ken), want anders zou het geen blinde vlek zijn. Dat een samenleving complex in elkaar zit en dat niet elke ingreep, via wet- en regelgeving vanzelfsprekend de gewenste resultaten heeft, lijkt vele aandachtige participanten aan het armoededebat te ontgaan. Dat armoede niet altijd het gevolg is van eigen falen, lijken maar weinig mensen te kunnen erkennen. Bovendien, om je nog maar eens op het spoor van Paul Frissen te zetten, kunnen maatregelen ook ontregelen, want er maken niet de geviseerde mensen gebruik van.

Blij dus dat je me er nog eens over sprak, over de “sluier van onwetendheid”, want in nogal wat maatschappelijke debatten verwijzen mensen naar John Rawls, menen dat ze de steen der wijzen hebben gevonden en vergeten ze dat Rawls analyse wel inzicht kan bieden in hoe men armoede kan aanpakken, maar vergeten ze niet dat men dan ook moet hebben voor de ervaringen van mensen in armoede? Laat daarbij duidelijk zijn, zoals je ook beaamde, dat het systeem van sociale zekerheid voor grotere zekerheid heeft gezorgd, ook voor mensen in financiële nood, waarbij ook gezegd moet worden dat sommige mensen helaas helemaal door de mazen van het net wegspoelen. Maar de mazen vernauwen kan geen afbreuk dan aan de aanwezige en uitgewerkte voorzieningen. Soms moet men de netten beter bewaken, zoals medewerkers van het OCMW wel degelijk doen. Ook op andere terreinen wordt er heel wat goed en nuttig werk verricht, maar in onze drang grote schema’s te ontwikkelen, vergeten we nu net zo gemakkelijk de fijnmazigheid van onze samenleving en maatschappelijke voorzieningen. Zijn er mensen die niet tijd opgemerkt worden, dan ook omdat zijzelf en hun omgeving in feitelijke onwetendheid verkeren over wat er mogelijk is. Net de veel omvattende wetgeving maakt het dan weer moeilijk om in het bos de bomen te zien en de juiste aanpak te vinden.

Tot slot, Adelheid, je verhaal over die man die een mooi resultaat geboekt had met de Lotto en dacht wat ruimhartiger te kunnen leven en binnen de kortste keren zijn magen en vrienden met het geld aan de haal zag gaan, omdat ze hem wijsmaakten dat hij nog een schuld had uitstaan bij hen, heb je gelijk, de loterij is een gokparadijs, maar zelden worden mensen gelukkiger als ze het grote lot trekken. Het is moeilijk met ongekende weelde te leven. Conclusie? Er valt veel te zeggen voor de visie van John Rawls, maar men bereikt er niet veel mee in de veelheid van omstandigheden waar mensen bij betrokken kunnen raken. En willen we van onszelf geweten hebben dat we niet zo goed met de aanwezigheid van armen om kunnen, bijvoorbeeld in de metro waar bedelaars ons zonder het te weten verwijtend nakijken. Wie zal hen weer opvissen en hen een bed, kleren en een vast dak bezorgen?
Innige dank voor het boeiende gesprek over Rawls, al zijn we er nog lang niet klaar mee.



Bart Haers  

Reacties

Populaire posts